30 MEI 2000 175 overweegt dat: 1de Heilig-Hartkerk een beeldbepalend element vormt van de historische Baronielaan; 2. de Baronielaan kandidaat is voor het verkrijgen van de status 'beschermd stadsgezicht'; 3. thans door de Raad voor Cultuur nog niet is vastgesteld of de Heilig-Hartkerk monumentale waarde bezit; overweegt voorts dat: 4. het College en het Bisdom hebben aangegeven zorgvuldig om te willen gaan met in de toekomst door het Bisdom aan de eredienst te onttrekken kerken; 5. de Heilig-Hartkerk een voorbeeldfunctie zou kunnen vervullen in de verdere aanpak van kerken die afgestoten dreigen te worden; constateert dat: 1. de uitspraak (00/713) van de bestuursrechter de dato 25 mei 2000 ruimte biedt voor een nadere overweging betreffende de Heilig-Hartkerk; 2. bovenstaande opvattingen worden gedeeld door een groot deel van de Bredase bevolking; verzoekt het college van burgemeester en wethouders: deze ruimte te gebruiken om te komen tot een beoordeling van alle opties, alsmede tot een inventarisatie van nieuwe mogelijkheden voor invulling van de Heilig-Hartkerk, met inbegrip van alle daaraan verbonden (financiële) consequenties, waarbij behoud van het pand uitgangspunt is; en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer VAN YPEREN Breda wordt opgestuwd in de vaart der volkeren. Dat lijkt het motto van de Kadernota 2001 te zijn. Met de economische euforie stijgen de ambities van Breda tot grote hoogte. Wie in deze tijden van voorspoed een relativerend geluid laat horen, wordt doorgaans afgeschilderd als een domme zwartkijker. Breda '97 is zeker geen pessimistisch gezelschap. Wij zijn van mening dat Breda de kans die de maatschappelijke trend biedt, moet benutten. Maar daarnaast dringen zich twee belangrijke vragen op. Ten eerste: hoe houden wij vorm en inhoud in evenwicht? En ten tweede: welke grenzen stellen wij aan onze groei? Dit zijn belangrijke principiële vraagstukken die dreigen onderbelicht te blijven in de waan van alledag. Vanuit de relatie met de Stadsvisie, die u in deze Kadernota terecht legt, willen wij de plannen voor het komende jaar op deze onderwerpen toetsen. De Kadernota is immers, veel meer dan de traditionele Begroting, hét stuk dat de lijnen voor de nabije toekomst uitzet. In de plannen voor het komend jaar ligt het accent sterk op de fysieke omgeving: een aanzienlijke uitbreiding van bedrijventerreinen moet de kans geven aan nieuwe economische activiteit. Prima, er is veel vraag en er zijn veel mogelijkheden. Maar dan ook eisen stellen aan de bijbehorende werkgelegenheid. Bedrijven die met name arbeidsplaatsen meebrengen voor laaggeschoolden zouden met voorrang moeten worden behandeld. Het arbeidsmarkt beleid en het vestigingsbeleid moeten in dit opzicht beter op elkaar worden afgestemd. Een groei van de werkgelegenheid met slechts 2% (rapport Nyfer) is niet spectaculair. Hier valt nog een wereld te winnen. We zouden dan ook graag zien dat u hier in de toekomst op toeziet. Graag uw reactie in dezen. Integraal beleid is nog teveel een kreet. De link naar arbeid, scholing, huisvesting en verblijfsklimaat wordt in uw nota voorzichtig aangestipt, maar zal in de praktijk uitvoering moeten vinden. Dat vereist bestuurlijke en ambtelijke ontschotting. Een grote opgave. Hoe groot wil Breda worden? Moeten we met onze bedrijventerreinen en woonwijken vastgroeien aan de Tilburgse agglomeratie? Op naar een nieuw "Breburg"? De insteek van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening noopt tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 175