27 JANUARI 2000
17
De heer SCHRODER
Ik vind dit niet juist, voorzitter. De wethouder geeft een interpretatie aan de motie, die ze
afleidt uit een toon die ze niet kan hebben gehoord, en die niet kan zijn afgeleid uit de
totale tekst van de motie. Ik denk dat het aan de raad is om in een zorgvuldige
besluitvorming zelf uit te maken hoe deze de motie interpreteert, of deze de lezing van
de wethouder volgt of niet
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Voorzitter, misschien is het juist goed om nu GroenLinks te ondersteunen, en met name de
laatste zin te lezen over herbezinning.
De VOORZITTER
Ik stel voor dat de motie wordt gekopieerd en dat u haar inziet. De conclusie van het
college is dat die te belemmerend werkt voor de verdere procesvorming. Vandaar dat wij
vinden dat zij overbodig is, we ontraden haar in zoverre dat we zeggen: datgene wat u
vraagt, gaat gebeuren, doch niet in de vorm zoals u dat zegt, want in de verdere studie
komen al die aspecten aan de orde. Door de heer De Roos van de fractie van GroenLinks is
een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is voldoende ondertekend
en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen.
De door de heer De Roos namens de fractie van GroenLinks ingediende motie luidt als
volgt:
MOTIE (2)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van het voorstel van
burgemeester en wethouders inzake de nota "Verkenningen Sleutelproject Spoorzone
Breda";
overwegende:
1. dat de herontwikkeling van de Spoorzone op basis van de uitgangspunten van de nota
"Verkenningen Sleutelproject Spoorzone Breda" naast kansen ook bedreigingen in zich
heeft;
2. dat de realisering van een zeer grote parkeergarage voor auto's in het stationsgebied
waarschijnlijk leidt tot toename van de automobiliteit en tot (verdere) verstopping van de
wegen die moeten gaan dienen als ontsluiting van het autoverkeer van en naar het
station, te weten de Belcrumweg en de Noordelijke Rondweg;
3. dat deze verwachting wordt bevestigd door de rapporten van het Bureau Witteveen en
Bos en het Bureau Atelier Pro, waar deze concluderen dat het stationsgebied vanwege de
bereikbaarheid ongeschikt is voor een grootschalig luchthaventransferium van 4.000 a
5.000 parkeerplaatsen alleen voor Schiphol; dat immers niet is in te zien dat het
stationsgebied wél vanwege de bereikbaarheid geschikt zou zijn voor een even grote
parkeerplaats ten behoeve van andere doelgroepen;
4. dat de taakstelling van de nota betreffende de hoeveelheid kantoorruimte (120.000
160.000 vierkante meters) uitgaat van een op voorhand te grootschalig en op economische
groei gericht denken; dat - ook vanuit een oogpunt van haalbaarheid - herbezinning op
deze aantallen noodzakelijk is;
5. dat de uitgangspunten van het rijksbeleid bij de sleutelprojecten onder meer zijn: (1)
het terugdringen van de automobiliteit, en (2) het bevorderen van de leefbaarheid; dat