30 MEI 2000
184
enige wat telt. Het pluche. Neen, dat soort pluche is niet ons politieke doel. Wij vinden dat
de burgers in de pluche horen te zitten en dat de ambtenaren
De heer SCHRODER
Bij interruptie. Wil de heer Leunisse nog eens uitleggen waarom indertijd de heer
Verpaalen de raad moest verlaten? Dat was toch omdat de heer Leunisse ineens buiten de
raad zou vallen en toch terug moest op het pluche van zijn toenmalige fractievoorzitter?
De heer LEUNISSE
Dat heeft u dan niet goed gelezen. Dat ligt dan aan u.
De heer SCHRODER
Ik heb heel goed geluisterd, mijnheer Leunisse.
De heer LEUNISSE
zich in het zweet moeten werken om het de kiezer naar de zin te maken. Geen 30
seconden maar 24 uur per dag. Dat wordt in deze Kadernota niet geregeld en daarom zijn
wij tegen deze Kadernota.
De VOORZITTER
Ik stel voor om de vergadering te schorsen om het college in de gelegenheid te stellen de
beantwoording in eerste termijn voor te bereiden. Het is nu ongeveer 21.00 uur en ik stel
voor om te schorsen tot 21.20 uur en dan terug te keren.
SCHORSING.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER
Ik wil zoals te doen gebruikelijk allereerst de wethouder Financiën de gelegenheid bieden
om in algemene bewoordingen de vragen, die over de Kadernota in de richting van het
college zijn gesteld, te beantwoorden, en vervolgens komt de gebruikelijke behandeling
van de individuele collegeleden.
B. BEANTWOORDING COLLEGE.
Wethouder VAN OS
Namens het college dank aan de raad voor de inbreng in eerste termijn. Het college hecht
eraan om het volgende te benadrukken. In deze Kadernota, die na de Stadsvisie komt,
ontbrak en ontbreekt een aantal zeer concrete zaken, maar dat is aan de andere kant ook
eigen aan het moment waarop we over deze Kadernota voor het jaar 2001 spreken. Een
aantal fracties sprak over de langetermijnfinanciën en de vraagstukken. Ook dat heeft te
maken met het feit dat het college naar aanleiding van de Stadsvisie, maar ook naar
aanleiding van tien jaar onderwijshuisvestingsplannen en WVG-vraagstukken, van mening
is dat we op een langere termijn inzicht moeten hebben in de financiën dan we tot nu toe
hebben gehad, dit in de richting van de fractie van Breda '97, en dat betekent dat daarom
ook al die middelen in beeld moeten komen. In de richting van de CDA-fractie over de
investeringsplanning het volgende. U ziet in deze Kadernota nadrukkelijk onze inspanning
om investeringsbedragen pas richting het jaar 2003 aan te geven. Dat heeft alles te maken
met het feit dat wij van mening zijn dat investeringen inderdaad ook uitgevoerd moeten
worden. In dat verband denk ik dat er ook geen sprake is van het creëren van extra
investeringsruimte via gelden die terugvloeien van het Stadsgewest, maar dat die wel
degelijk zijn aan te wijzen met name voor de bodemproblematiek, waarvan collega
Kruithof ook een conceptraadsvoorstel in uw richting heeft laten gaan om te
inventariseren wat daar allemaal aan de orde is. Het college is aan de andere kant van
mening dat, gelet op de eerdere discussie die we over dit onderwerp hebben gehad en de
signalen van de raad daarover, het wel degelijk aan de orde is om nu al vast een deel van