30 MEI 2000
192
Wethouder HEERKENS
Ik heb van verschillende andere fracties gehoord, niet alleen van de Partij van de Arbeid-
fractie, dat het COKB op zich vindt, maar dat kan het COKB zelf ook vertellen en dat heb
ik ook begrepen uit de werkgroepen waarin ze hebben deelgenomen, dat de
hoofdlijnennotitie wel degelijk ook een visie bevat, maar dat ze op elementen
commentaar hebben. Maar daarover zullen we nog spreken. Dat heeft ook te maken met
hoe het COKB een aantal dingen invult. Wat betreft de dak- en thuislozen heeft ook
GroenLinks gewezen op de brandbrieven. Het klopt inderdaad dat er een misverstand is
geweest binnen de dienst. Het college heeft dat probleem inmiddels opgelost en
vanochtend de middelen die geblokkeerd zijn in de sociale vernieuwing, vrijgegeven. Het
heeft 200.000,- beschikbaar gesteld voor 't IJ, zodat de directe problemen daar in ieder
geval zijn aangepakt. Het betekent ook dat 't IJ kan uitbreiden van 12 naar 18
opvangplaatsen. Daarnaast is het zo dat ik met hen een stevig gesprek heb gehad over
onze visie. Wij vinden elkaar daarin wel degelijk. De bedoeling is om ook in Breda te
komen tot een ketenaanpak, zowel wat betreft het verslavingsbeleid als de
maatschappelijke opvang, en ook te komen tot één dag- en nachtopvang om de 24-
uursgelden die het Rijk beschikbaar stelt, veilig te stellen. Kijkend naar de problematiek in
Breda denk ik dat Breda zo'n beleid met betrekking tot de dag- en nachtopvang hard
nodig heeft.
De heer SCHRODER
Nogmaals bij interruptie. Hoe kan de wethouder nou aangeven dat er sprake is van een
communicatiefout, daar waar uit de briefwisseling blijkt dat in april al aan het college is
geschreven, en het college heeft aangegeven dat er pas in juni of juli een reactie zou
komen en dat daarop
Wethouder HEERKENS
Ik heb een heel stevig gesprek met hen gehad, onmiddellijk nadat ik zelf op de hoogte
was gesteld. Een brief die ze eerder stuurden kende ik niet, er zat voor mij een
begeleidende brief bij waarin zij waarderende woorden in mijn richting spraken voor de
ondersteuning op het beleidsterrein. Na dat stevige gesprek zijn wij heel goed uit elkaar
gegaan. De problemen die er waren met betrekking tot de subsidiëring van 't IJ zijn nu
acuut opgelost. We hebben het voorgefinancierd. Volgende week zult u op de agenda
zien dat wij versneld extra gelden beschikbaar willen stellen. Ik heb met hen gesproken
over het visieverhaal. Daarover zou ik nog wel een heel verhaal willen houden, maar
volgens mij is mijn tijd bijna om. Ik kan u echter wel zeggen dat ik een goed gesprek heb
gehad en dat de instellingen in het veld er ook alle vertrouwen in hebben dat wij in Breda
zullen komen tot één dag- en nachtopvangbeleid en een ketenaanpak. Daarover zal ik in
uw commissie nog praten. Dan afsluitend
De heer SCHRODER
Even ter afsluiting, voorzitter. Het enthousiasme van deze wethouder haalt regelmatig de
krant. Dus daar prijs ik haar om. Maar hoor ik u inderdaad zeggen dat zo'n brandbrief
vanuit de maatschappelijke opvang u doodgewoon niet bereikt? Is dat de communicatie
fout, dat dit niet aan u doorgecommuniceerd wordt?
Wethouder HEERKENS
Er is één keer een brief niet aangekomen. De betreffende instelling heb ik tijdens een
bezoek aldaar gezegd dat ik, als er echt dringende problemen zijn, het op prijs zou stellen
als men dan rechtstreeks contact opneemt met mij als portefeuillehouder. Men heeft
gezegd dat in het vervolg te zullen doen. Ik heb ze vaker daartoe uitgenodigd en ik denk
ook dat dan een deel van de problemen echt voorkomen had kunnen worden. Maar
ondertussen ben ik voortvarend geweest, het gesprek heb ik dus al gehad. De
desbetreffende brief heeft u net pas ontvangen. Wij zijn op een goede manier uit elkaar
gegaan. Ik daag u uit om dat te checken bij de gesprekspartner. Alles is verder naar
tevredenheid verlopen, wellicht op het aspect van 't Opstapje na.