30 MEI 2000
201
beantwoording in tweede termijn. Ik wil daarvoor graag eerst het woord geven aan
wethouder Van Os. Om misverstanden te voorkomen: dat schrijf je met één 's'.
D. BEANTWOORDING COLLEGE (TWEEDE TERMIJN).
Wethouder VAN OS
Was er op enigerlei wijze sprake van een misverstand, voorzitter? Dames en heren, ik denk
dat er niet zo veel vragen zijn gesteld. In de richting van de CDA-fractie het volgende. Als
het gaat om financiële afwegingen, óók in het kader van de Westflank, is het nadrukkelijk
de bedoeling zoals het college in de Kadernota aankondigt, om het totale financiële beeld
rond de faseringen van de Westflank, de Spoorzones en de HSL, maar ook de
subsidiestromen, de betalingen van derden en de lastendruk naar de inwoners, over een
veel langere termijn in beeld te krijgen. Vanuit die financiële component kun je ook mede
de afweging maken ten aanzien van concrete voorstellen en faseringen in zowel
Spoorzone als Westflank. Dat is ook de idee van het college. Wat betreft de discussie over
Elzinga denk ik dat er op zich voldoende is gezegd. Het valt mij op dat de toonzetting van
de fractie van GroenLinks anders is, het gaat niet meer over beton en gorilla's, maar men
sluit kennelijk toch naar aanleiding van de discussie in de eerste termijn aan op de door
het college toegezegde discussie rond Elzinga. Wat betreft het voorzitterschap van de
commissies zijn collega Gielen en ondergetekende akkoord met een verlenging, als ook de
betreffende voorzitters dat zijn, want wij hebben hen nog niet kunnen raadplegen of zij
bereid zijn om langer commissievoorzitter te blijven. Wat de portefeuillehouders betreft is
het dus akkoord, maar er zou ook inspraak van diezelfde voorzitters over aan de orde
moeten zijn. Het lijkt mij overigens verstandig om daarnaast de discussie over Elzinga te
voeren, voordat we dat experiment zouden uitbreiden. De wethouder Communicatie stelt
vast dat het college ook rond de Westflank opereert vanuit de Stadsvisie en dat op de
afspraken die zijn gemaakt bij het voorbereidingskrediet de Regels van het Spel van
toepassing zijn geweest. Met name de consultatie en de vele reacties, ook bij het college,
hebben geleid tot een zeer zorgvuldig voorstel in uw richting. Collega Van Beusekom is op
de inhoud daarvan ingegaan. In de richting van de fractie van D66 mijn excuses over de
Stadsmonitor. Wij verwachten de belangrijkste opzet van de Stadsmonitor na de vakantie
gereed te hebben. Die zal ook moeten aansluiten bij de ontwikkelingen rond de
burgerenquête, zodat we een deel van die instrumenten ook in elkaar kunnen schuiven
om geen dubbele werkzaamheden uit te voeren. Met name de input zullen we gebruiken
bij de Kadernota 2002. Ik stel mij voor ook de commissie Middelen in het najaar een keer
nader te informeren over hoe wij precies die Stadsmonitor hebben opgezet en hoe die er
uitziet. In de richting van de Parel van het Zuiden het volgende. Het is natuurlijk op zich
aardig om te constateren dat er welles-nietesdiscussies aan de orde zijn. Ik stel maar vast
dat ik een goedkeurende verklaring van de accountant heb over de Jaarrekening, en dat is
een basis voor de discussie die ik graag zou willen voeren. Daarbij wil ik het laten.
De VOORZITTER
Ik heb nog even de behoefte om kort te reageren op datgene wat rondom het
cameratoezicht is gezegd. Het is inderdaad zo, dit ter ondersteuning van datgene wat de
heer Meeuwis naar voren bracht, dat camera's een hulpmiddel zijn en nooit een
vervanging van blauw. Ik heb uit de verslagen van de commissie AZ begrepen dat dat ook
een belangrijk discussiepunt is geweest toen er over dit onderwerp is gesproken. Ik heb in
mijn eerste termijn ook niet de indruk willen wekken dat het tevredenheidsonderzoek met
betrekking tot het station de reden is om tot plaatsing over te gaan. Ik heb alleen
aangegeven dat er een toezegging ligt van de burgemeester om dat onderzoek, die
evaluatie te betrekken bij de definitieve besluitvorming rondom camera's in de
binnenstad. En
De heer SCHRODER
Voorzitter, bij interruptie. Als we die discussie voeren, valt het inderdaad op dat u al een
aantal keren, ook in de commissie AZ en in de richting van de pers, hebt verwezen naar
dat tevredenheidsonderzoek, terwijl u niet verwijst naar de tevredenheid die er bestaat