27 JANUARI 2000
De heerSCHELTENS
Ik zou me naadloos willen aansluiten bij de woorden van de PvdA-fractie. Dat geldt helaas
niet voor de motie, want daarover zijn we niet geraadpleegd. We zijn het in feite wel
ermee eens, we hadden haar misschien mee kunnen ondertekenen, maar dat schijnt een
beetje te gevoelig te liggen als je oppositiepartij bent. Wat betreft dit agendapunt hebben
wij datgene wat wij belangrijk vinden in de commissie gezegd. Het betreft hier een
concept-Milieuprogramma 2000. Wat ons betreft ligt de nadruk en de klemtoon op het
woord concept, want in onze optiek zal er nog zeer veel moeten worden bijgespijkerd. Wij
hebben de zaak uitvoerig bediscussieerd in de commissie. De discussie was inderdaad
langdurig en uitvoerig. Wij hebben daarin duidelijk gemaakt wat wij op dat moment node
misten, dat zei mevrouw Kokx ook al, namelijk het Overzicht Meerjarenplanning
Uitvoering Strategie en Actiepunten uit het GMP-2. Wie dit in één keer kan uitspreken,
kan volgens mij ook wethouder worden. Wij hebben het inmiddels gisteren ontvangen en
ik heb het heel snel doorgekeken. Nogmaals, het had voorafgaande aan de behandeling
van dit agendapunt in de commissie aanwezig moeten zijn. Dan hadden we dat daarbij
kunnen betrekken. Als je nieuw beleid gaat formuleren, dan zul je dat moeten doen na
een evaluatie van het beleid in de voorgaande jaren. Dat kan nu niet en dat is heel
jammer. Wij willen de wethouder dan ook met nadruk vragen om toe te zeggen dat dit
Meerjarenoverzicht alsnog op de agenda van de commissie wordt geplaatst, zodat we
daarover samen uitvoerig kunnen spreken. Het is een politieke discussie op punten van de
afgelopen jaren, of zoals de voorzitter het noemt: een potje pingpongen. Hierbij gebruik
ik dus de woorden van een ander collegelid. Bij lezing van dit Overzicht Meerjaren
planning ging het bij mij hier en daar jeuken, dus ik heb het idee dat het een hele
interessante commissievergadering zou kunnen worden. Enkele zaken die tijdens de
commissievergadering ook al naar voren zijn gekomen, betreffen meer algemene punten.
Zo hebben wij geconstateerd dat 350.000,-- aan extra middelen voor stimulering van
milieuactiviteiten een schijntje is. Wij realiseren ons dat wij dat beter op een ander
moment naar voren kunnen brengen en wellicht daarvoor ook steun kunnen krijgen.
Communicatie is een ander punt dat heel belangrijk is. In de notitie staat dat er contact is
geweest met het Lokaal Milieuplatform en met het Platform Bredase Natuur- en
Milieugroepen. De reacties zijn meegenomen en er is rekening gehouden met hun
inbreng. Wij hebben gevraagd of de zojuist genoemde clubs, want deze schitterden door
afwezigheid, achter deze notitie stonden of dat zij het helemaal maar niks vonden. Het
lijkt mij nuttig om de groeperingen die ik noemde uit te nodigen voor de commissie
vergadering, als het Overzicht Meerjarenplanning wordt besproken. Dan kunnen ze
misschien achteruitkijken en gezamenlijk met ons ook vooruit. Wat betreft de burgers, die,
vinden wij allemaal, ook heel belangrijk zijn, is er geconstateerd dat niemand, dus geen
enkele burger, heeft gereageerd op de publicatie in het Stadsblad over dit concept-
Milieuprogramma en de Contourennota. Dat kan twee dingen betekenen, of eigenlijk
drie: geen nieuws, goed nieuws, of het laat de mensen koud. Maar wat belangrijker is,
misschien is er wel iets mis met het communiceren over het onderwerp milieu met de
burgers. Wij vinden dus dat daaraan moet worden gewerkt. Overigens vinden wij de
nieuwe voorgestelde aanpak met de thema's energie, natuur, water, afval/grondstoffen
en dergelijke een goede zaak, maar wij vinden het geheel toch allemaal wat vaag, sterker
nog, het is niet concreet genoeg, het is veel te abstract. Er zijn teveel vraagtekens, en wij
zouden dan ook graag een en ander nogmaals met u in de commissie willen bespreken om
het concept-Milieuprogramma 2000 in definitieve vorm te gieten.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Ik zou me bij dit agendapunt even willen beperken, heel kort, tot de nota Contouren
Milieubeleid na 1999, die in feite de lijnen aangeeft waarlangs wij in de toekomst denken
te moeten werken. Wij zijn heel content met die nieuwe lijnen. Wij hebben namelijk het
idee dat de opzet van het milieubeleid in dezen beter aansluit bij de beleving van de
burgers, als het gaat om milieu. Vorige sprekers hebben ook al gewezen op de
betrokkenheid van burgers, die niet al te groot lijkt, zeg ik dan maar heel voorzichtig.
Uiteindelijk zal die burger dat milieubeleid toch moeten dragen en daarom wil ik nog
even, dat heb ik in de commissie al gedaan, maar ik doe het nog maar een keer, de nadruk
m
21