31 AUGUSTUS 2000 245 is voorgenomen. Over deze kwestie hebben wij communicatie gehad met de familie Mathijssen, maar ook met de buurman, de heer Van Dijk, die mordicus tegen deze vorm van beoogde plattelandsvernieuwing is. Ons standpunt is in ieder geval dat wij de provinciale lijn volgen, namelijk dat de plattelandsvernieuwing toch vooral oog moet hebben voor het feit dat het gaat om een buitengebied, dat het om kleinschalige projecten moet gaan en dat het project dat hier aan de orde is publieksgericht is en niet kleinschalig. Om die reden, en dat hebben we ook laten weten aan de familie Mathijssen, zijn we niet vóór hun zienswijze en staan we dus achter de motivering in het raadsvoorstel. Die is overigens niet gewijzigd naar aanleiding van de inspraak. Er is nog één vraag in de richting van de wethouder. Gaat het standpunt zoals dat is ingenomen over de familie Mathijssen ook betekenen dat daadwerkelijk zal worden gehandhaafd in de richting van de familie Mathijssen, en zo ja, wanneer gaat dat dan gebeuren? De heer VAN YPEREN Het vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek geeft duidelijkheid aan alle belanghebbenden. In dit plan is een poging gedaan het buitengebied te optimaliseren, zowel naar de kant van de natuur als naar de kant van de agrariër, de burger en de recreant. Er is vaak de middenweg gekozen tussen verschillende belangen. De doelstellingen die de Provincie en de raad hebben bepaald zijn niet uit het oog verloren. We realiseren ons dat het vaak hard aankomt bij velen. De agrariër is door de besluitvorming stevig in de tang genomen. Toch is het voor Breda '97 buitengewoon belangrijk dat er via dit bestemmingsplan een situatie ontstaat die voor alle belanghebbenden duidelijkheid schept. De in de commissie besproken zienswijzen zijn door u serieus genomen en we zijn blij dat er aan een aantal is tegemoet gekomen. We hebben tevergeefs gezocht naar de gegrondverklaring van de zienswijze van de familie Mathijssen. Daaraan is vanavond al meer gememoreerd. Eigenlijk vraagt de familie om het vastleggen van een gedoogsituatie. De raad doet dat wél voor het Dierenhoekje en voor de heer Holstein, maar in dit geval niet. En hier gaat het om een situatie die al vele jaren door de gemeente Prinsenbeek als zodanig is getolereerd, sterker nog, iedereen in Prinsenbeek kent de situatie en er werd dankbaar gebruik gemaakt van de recreatieboerderij door de schutterij, de gehandicapten, de voetbal, de jeu-de-boulesvereniging voor een vergadering of een familiebijeenkomst. Door deze gedoogsituatie kan men ook concluderen dat het beëindigen van deze activiteiten niet aan de orde kan zijn, ook niet door het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan. Dat betekent dat de handhaving buitengewoon ingewikkeld zal zijn. Daarom pleiten wij ervoor om te kijken naar een legalisering binnen het bestemmingsplan. In de commissievergadering was beloofd er nog eens een keer naar te kijken en dat heeft u ongetwijfeld gedaan. Ik vraag ook naar de nadere motieven, die dus nog niet aan de orde zijn geweest, om niet te legaliseren. Mevrouw KREMERS Ook wij onderschrijven de uitgangspunten zoals die zijn vastgelegd in het bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek. Als je kijkt naar het dossier dat achter dit voorstel ligt is het een lange weg geweest eer dit voorstel tot stand kon komen. Er zijn vele belangen en de schaalvergroting in de sector maar ook de oprukkende stad met woningbouw en industrieterreinen, de aanleg van de HSL, de A16, natuurontwikkeling, compensatie en behoud, leggen een grote druk op het gebied. We moeten dus zorgen voor helderheid naar alle partijen toe. Als je het plan bekijkt dan is er wat betreft mijn fractie een evenwicht gevonden en is er vorm en inhoud gegeven aan de verschillende belangen die in dat buitengebied spelen, in het bijzonder het evenwicht tussen het behoud en ontwikkeling van de natuurwaarden, de landschappelijke openheid die het gebied kent en anderzijds het behoud van de agrarische functies. Toch heeft het zeer veel bezwaarschriften opgeleverd, ruim 50. Het merendeel van de bezwaren spitst zich toe op de glastuinbouw. Wij gaan in elk geval akkoord met het voorstel zoals het hier voorligt en ondersteunen de bezwaren die ongegrond dan wel gegrond verklaard worden, inclusief die welke na de behandeling in de commissie zijn gewijzigd. We hebben nog één vraag. Het betreft de bezwaarschriften van de familie Mathijssen en de heer Van Dijk. Het gaat niet zozeer om de bezwaarschriften als zodanig, maar om het punt hoe we nu moeten omgaan met zowel de ideeën die leven rond de plattelandsvernieuwing als die rond toerisme en recreatie in het buitengebied. Hierover zijn al vragen gesteld. Ik wacht uw antwoord daarop af.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 245