31 AUGUSTUS 2000
253
de revue laat passeren dan kan het bijna geen toeval zijn dat twee wethouders in één week
vertrekken. Het rommelt naar onze indruk in het college. In aanvang hebben wij de heer Gielen
het voordeel van de twijfel gegeven en ook respect gehad voor het feit dat hij een andere
wending aan zijn carrière wil geven. Dit hadden wij nog niet direct politiek geduid.
Daarentegen moet je je inmiddels afvragen, als er heel snel een tweede wethouder vertrekt en
je ziet dat we kampen met een aantal problemen, of er niet tóch ook in die portefeuille
problemen zijn. Wellicht dat de onwil van dit college om aan de zaak van de Heilig-Hartkerk te
werken en de persoonlijke gevoelens daarbij van de heer Gielen een doorslag hebben gegeven.
Inzake Para/Mezz wordt er inmiddels hardop gedacht dat daar wellicht problemen zijn. En
daarbij hebben wij ook twijfel over de verkiezingsbelofte die door de heer Gielen gebroken is,
met alle respect voor zijn persoon. Dus je gaat je langzaam aan afvragen of ook dit in een
politiek kader moet worden geplaatst. Ten aanzien van het vertrek van de heer Kruithof heb ik
zojuist in de ondervraging al gememoreerd dat zowel
Wethouder VAN OS
Mijnheer Schroder, is dit ook een sollicitatie om weer eens een keer bij een collegevergadering
te zijn? Want wat u nu allemaal opsomt herken ik in ieder geval niet.
De heer SCHRODER
Ik wil daar graag bij zijn, maar ik word nooit uitgenodigd.
Wethouder VAN OS
Misschien zou u dan de volgende verkiezingen weer goed uw best moeten doen.
De heer SCHRODER
Dat kunnen we afspreken. De heer Kruithof vertrekt met de staart tussen de poten en geeft
geen tekst en uitleg. Dat is, denk ik, ook tekenend voor de politieke situatie die is ontstaan. Het
is naar onze opvatting geen persoonlijk drama, maar meer een politiek drama. Een politiek
drama, omdat de macht van het getal zichzelf niet langer legitimeert. Er zijn te veel
onderwerpen die volop in discussie zijn en waar het mandaat van maart 1999 niet meer werkt.
Kortom, de conclusie is dat op dit moment het beleid van uw college, het programakkoord als
zodanig, op kritiek stuit en dat het college in onze opvatting op zijn grondvesten trilt.
De heer HAARHUIS
Voordat de heer Schroder afsluit: ik, en ik denk ook de volledige Partij van de Arbeid-fractie,
herken me volstrekt niet in de termen die de heer Schroder gebruikt om het collegeprogramma
en de uitvoering daarvan een bepaalde kleur te geven. Als ik kijk naar de talloze projecten en
de enorme inspanningen die zijn gedaan om de herstructurering aan te pakken, het investe
ringsbudget stedelijke vernieuwing goed te beheren, om het sleutelproject aan te pakken, de
Spoorzone, een aantal grote projecten van sport, een enorme inspanning in Noordoost om zo
goed mogelijk samen met de bevolking nieuwe projecten op te zetten en een verbetering van
de hele situatie in de woonwijken tot stand te brengen, dan herken ik me niet in de
kwalificaties van de heer Schroder. Wat mij betreft zitten we met het programakkoord dat we
hebben gesloten nog prima op lijn en op koers. En dat er soms tegenwind in projecten is, dat
kan zo zijn, dat is heel jammer. Ik ga er ook van uit dat projecten die nu even wat tegenwind
ondervinden volledig zullen worden uitgevoerd. Ik moet nog het eerste échte voorstel van de
heer Schroder horen op het gebied van woningbouw om een daadwerkelijk alternatief te
vinden, behalve dan te zeggen dat de KMA maar moet verhuizen of dat we het Seelig-terrein
maar moeten aankopen. Ik herken me niet in zijn kwalificatie.
De heer SCHRODER
De Trip van Zoudtlandt.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Ik wil heel kort interrumperen. Ik denk dat wij als coalitie met het college een goed
programakkoord hebben gesloten. Dat is ambitieus, wij liggen daarmee op koers, daar kunnen
we heel blij om zijn. Ik neem dan ook afstand van datgene wat de heer Schroder zojuist heeft