28 SEPTEMBER 2000
261
De VOORZITTER
Ik geef de voorzitter van de commissie Onderzoek Geloofsbrieven, de heer Taks, graag het
woord om verslag te doen van het onderzoek dat men ter zake heeft gedaan.
De heer TAKS
De commissie uit de raad van de gemeente Breda, in wier handen werden gesteld de
geloofsbrief en verdere bij de Kieswet gevorderde stukken ingezonden door de heer
Adriaansen, J.S., roepnaam: Jan, op 19 september 2000 benoemd tot lid van de gemeenteraad,
rapporteert de raad dat zij bovengenoemde bescheiden heeft onderzocht en in orde bevonden.
Gebleken is dat benoemde aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen voldoet. De commissie
adviseert mitsdien tot zijn toelating als lid van de gemeenteraad van Breda.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Gezien dit positieve advies van de commissie stel ik de raad voor de heer J.S.
Adriaansen toe te laten tot raadslid. U bent daarmee akkoord? Dan is de toelating geschied.
I. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE
BREDA OP 31 AUGUSTUS 2000.
De heer LEUNISSE
Voorzitter, op pagina 249 bladzijde 17 van de later toegezonden complete versie) begint u met
het vaststellen van het Reglement van Orde wat betreft de kiescommissie. Er was gebleken dat
de heer Kwisthout van de SP daaraan niet wilde meedoen. Dan gaat u verder en u oppert dat de
heer Leunisse van de Parel van het Zuiden dat zou willen doen, en dan mis ik toch een stukje,
want ik heb toen gezegd: ik aanvaard deze benoeming. Dat vind ik nergens terug. Dus ik zou
willen voorstellen om dat tussen de tekst te plakken zodat tussen: 'Ja', en: 'Mijnheer Leunisse, u
neemt de plaats in van de heer Kwisthout' komt te staan wat ik toen heb gezegd namelijk: Ik
aanvaard deze benoeming.
De VOORZITTER
Ik stel voor met uw welnemen om de notulen op deze wijze te corrigeren. U bent het daarmee
eens? Dan is daarin tegemoet gekomen. Verder nog iemand over de notulen? Niemand? Dan
zijn ze vastgesteld.
Akkoord.
II. MEDEDELING VAN INGEKOMEN STUKKEN.
Akkoord, met de stukken onder A. en D.
150. PROSTITUTIEBELEID, NOTA HET RODE LICHT UIT DE SCHEMER.
De VOORZITTER
We hebben hierover gisteren ten tweede male redelijk uitgebreid gesproken.
De heer DUBBELMAN
Namens de CDA-fractie denk ik dat het goed is om hierop nog kort in te gaan. Het is zo dat we
daarover tot twee keer toe in de commissie Algemene Zaken hebben gesproken, de eerste keer
zelfs twee uur lang, wat een collega-commissielid een compliment ontlokte. Ik sta daar wat
anders tegenover. Ik denk dat goede discussies niet altijd twee uur hoeven te duren, maar het
onderwerp zette inderdaad toch wel wat tongen in beweging, laat dat duidelijk zijn. Ik wil niet
een collega-raadslid citeren die in dit verband sprak over nattevingerwerk, want dat is volstrekt
niet aan de orde. Wij hebben in de commissie Middelen nog een soort rebound gehad waarbij
het balletje weer werd teruggekaatst naar de herhaalde discussie in de commissie van
gisteravond, dus het is duidelijk dat ik heel kort kan zijn. Toch wil ik wel twee opmerkingen
maken. De eerste opmerking betreft het punt dat onze fractie de nogal kritische houding is
opgevallen van twee coalitiepartijen over dit onderwerp, en dat is zeer legitiem. Men heeft zich
misschien onbewust al laten leiden, ik heb het over D66 en de PvdA, door het dualisme, dat