28 SEPTEMBER 2000
283
Prinsenlaan en de hele aanpak van de Claudius Prinsenlaan. Die is verschrikkelijk hard nodig,
kijkend naar de grote parkeersituatie die we daar gaan ontwikkelen en andere ontwikkelingen
die daar plaatsvinden. Dus ik vind het toch ook goed om te wijzen op de belangrijke projecten
die in de hele Oost-Westflank spelen. Natuurlijk is het wel duidelijk dat de westelijke kant, ook
wel genoemd 'de schrale kant' zoals de krant dat zo treffend weet weer te geven, een heel
belangrijk onderdeel is. We willen dat niet ontkennen. We hebben als Partij van de Arbeid lang
gediscussieerd met onze achterban en in onze fractie over de wijze waarop je dit het beste zou
kunnen vormgeven. In ons verkiezingsprogramma staat dat het water terug moet komen in de
stad, dus op dat punt is er geen probleem. Wat ons heel positief heeft getroffen is de
ontwikkeling van de Asselbergs-varianten, met name het VierPlus-plan komt heel positief op
ons over. Dat vinden we echt het beste plan. Wel vinden wij het jammer dat wij als commissie
niet wat eerder daarbij zijn betrokken. Dat was misschien nog beter geweest. We hebben een
stukje van het traject moeten missen en dat hebben we achteraf versneld met elkaar moeten
inhalen. Dat heeft nogal wat energie gekost zowel bij ons als bij u. Nu ik het daarover heb moet
ik toch ook dankzeggen voor de enorme input van de ambtenaren, niet alleen in de richting van
de raadscommissie en onze fractie maar ook in de richting van onze afdeling en werkgroepen
die zich heel intensief hebben beziggehouden met de vormgeving van de Oost-Westflank. Ik
heb in de commissie gezegd, ik wil dat memoreren, dat er plekken in de stad zijn waarvan je als
jongere de ontwikkelingen hebt zien groeien, waarvan je achteraf moet zeggen: wat erg,
hadden we dat toen niet beter kunnen doen? We moeten nu 30 jaar wachten op de afschrijving
van bepaalde complexen tot we daar weer een positieve ontwikkeling kunnen maken. Ook
tegen die achtergrond vindt de Partij van de Arbeid dat je nu in het VierPlus-plan van Asselbergs
een enorme goede kwaliteitsimpuls kunt geven in dat gebied, die de beeldkwaliteit ten goede
komt en dat hele gebied sterk zal verbeteren. Ten aanzien van onderdelen van het plan, die
natuurlijk nog moeten worden uitgewerkt, is ons een aantal alternatieven geschetst en het is,
denk ik, goed om daarin een voorkeur uit te spreken. Het handhaven van de parkeerbalans,
waarover we het hebben gehad, is duidelijk vormgegeven. We kunnen ermee instemmen dat
door het toenemend wonen in dat gebied het aantal parkeerplaatsen wellicht zal stijgen, maar
dan gekoppeld aan het wonen. Wij hebben een sterke voorkeur voor het ontwikkelen van het
parkeren op het station en het koppelen aan het Spoorzoneproject als het gaat om meer
parkeren. Met name hebben wij een voorkeur voor de oostelijke route van de HOV, waarover
we het ook hebben gehad, omdat die aanlandt op de nieuw te ontwikkelen busstations. We
hebben het met elkaar nog even gehad over de meerkosten die zijn ontstaan door de wensen
die de raad en de commissie ook aan u hebben gepresenteerd. Wij kunnen ons daarin vinden.
Die zijn ons nu ook voorgelegd in het raadsvoorstel. Ik wil nog even wijzen op het punt van het
Centrummanagement. Daarover hebben we het in de commissie ook gehad. Wij vinden dat in
de commissie ECG, want dat is de goede plaats om dat te doen, nog eens nader moet worden
gediscussieerd over de functie en de taak van het Centrummanagement, ook in relatie tot dit
project, omdat dat aan de kostenkant ook met elkaar in verband staat. Dat is mijn bijdrage op
dit moment. Overigens, uw enthousiasme, dat is al eerder gememoreerd, speelt natuurlijk een
rol in de ontwikkeling en in het proces dat we met elkaar hebben doorgemaakt om uiteindelijk
tot de optimale situatie te komen. Ik wil dat niet ontkennen en ook D66 heeft natuurlijk vele
jaren hard aan de weg getimmerd om ons te overtuigen van het belang van dit project met
name aan de westkant.
De heer DE ROOS
Het gaat hier om een breed voorstel om te komen tot een samenhangende visie op de flanken
van de binnenstad, de Oost- en de Westflank. Het gaat niet alleen om de Haven. Die is
natuurlijk wel het meest in het oog springende onderdeel van het geheel. Uiteindelijk moet er
nog zeer veel gebeuren maar dan komt er uiteindelijk een ontwikkelingsplan. De hele kwestie is
uitgebreid aan de orde geweest in drie commissies Ruimtelijke Ordening. Dat was ook nodig om
raadsleden en commissieleden/niet-raadsleden voldoende bij te praten over de ontwikkelingen
ter voorbereiding van het terugbrengen van stromend water in de Haven. GroenLinks heeft
altijd gehecht aan een open en transparante besluitvorming. Wat dat betreft is er naar onze
mening dit voorjaar een valse start geweest, omdat er onvoldoende adequaat en snel
informatie is gegeven over het resultaat van de workshops die zijn gehouden en ook omdat
informatie over de droge variant van de Haven aanvankelijk werd achtergehouden. Dat gezegd
hebbende ziet GroenLinks hier een voorlopig ontwerp op basis van het plan-Asselbergs VierPlus,