28 SEPTEMBER 2000
284
dat naar onze mening veel interessante en voor de Bredase burgers belangrijke aspecten in zich
heeft. In de commissie is al aangegeven dat GroenLinks hier in principe positief tegenover staat.
Wij vinden dat het goed is dat er aan de Westflank van de binnenstad wordt gekozen voor
verblijfsgebied, of in ieder geval voor meer verblijfsgebied. We hebben het dus over de Haven
en de Markendaalseweg. Dat is nu een somber gebied, dat alleen voor het verkeer
De heer KWISTHOUT
Bij interruptie. Voor zover ik me het kan voorstellen is water geen verblijfsgebied, daarop kun je
hoogstens met een zeilbootje verblijven. Ik stel me bij een verblijfsgebied iets anders voor.
De heer DE ROOS
De wethouder is waarschijnlijk perfect in staat om de voorstellen te verdedigen, maar op dit
punt doe ik daaraan ook mee. Als u de voorstellen goed hebt gelezen dan ziet u dat zich een
flink aantal positieve aspecten afspeelt rond dat water aan de Westflank. Het is goed dat men
beseft dat het nu gaat om een somber gebied, dat alleen voor doorgaand verkeer en parkeren
is bestemd. Het is goed dat de historische blunder van het dichtplempen van de Haven
ongedaan wordt gemaakt, er moet daar stromend water komen. Het is ook goed dat de eerder
geplande grootschalige detailhandelsvestiging van de baan is. Er is besloten, en daar staan wij
achter, dat er een functiemix van wonen en kantoren wordt ontwikkeld aan de westkant van de
binnenstad. Wij vinden het goed dat het Seeligterrein op langere termijn langzaam maar zeker
in beeld komt, dat is goed voor de stad. Last but not least het verkeer. Het doorgaand verkeer
noord-zuid wordt geweerd en dat zien wij zonder meer als winst. Het gaat hier om een
voorlopig ontwerp. Een aantal zaken moet nader worden uitgewerkt en daarvoor wordt in dit
voorstel krediet gevraagd. GroenLinks kan daarmee akkoord gaan. Met het oog op de
uitwerking is nadrukkelijk aandacht gevraagd voor een aantal aspecten. In dit verband noem ik
er toch nog een paar in deze raadsvergadering. Allereerst natuurlijk park en pendel. Er is al
toegezegd dat wordt uitgezocht of er tijdens de uitvoering van de werkzaamheden een plan
kan worden uitgewerkt gericht op het realiseren van park en pendel. Ik begrijp van de heer
Haarhuis dat hij park en pendel zich ook ziet concentreren in de richting van het Stationsgebied.
Wij hebben er andere gedachten over, maar niettemin is het goed dat er serieus onderzoek op
plaatsvindt. Wat ons betreft zou park en pendel uiteindelijk ook een definitief plaatje moeten
worden, maar dat hebt u al begrepen, ook van de heer Scheltens van GroenLinks die dat bij een
ander raadsvoorstel al nadrukkelijk naar voren heeft gebracht. Wat betreft de functiemix
wonen en kantoren is het belangrijk voor de leefbaarheid en de levendigheid in dit gebied dat
het wonen beneden plaatsvindt en dat de kantoren zich boven bevinden. Wij hebben dit punt
ook al in de commissies naar voren gebracht, we hechten eraan ook hier in de raad nog eens
nadrukkelijk te vragen goed daarnaar te kijken. Het derde aspect betreft het respect voor oude
gebouwen met historische waarde in dit gebied. Dat betekent overigens niet dat, als het gaat
om nieuwbouw, daar dan meteen historiserende nieuwbouw wordt gepleegd. Wij hebben geen
behoefte aan het antonpiecken, zoals ik dat maar noem. Het vierde punt van aandacht, en daar
houd ik het dan bij, is aandacht voor fietsroutes en fietsenparkeren. Niet alleen als het gaat om
het gebied nabij de Haven en de Markendaalseweg maar wat ons betreft de hele ring rond de
binnenstad. GroenLinks, en dat is toch nog een punt dat nadrukkelijk de aandacht verdient,
heeft, als het gaat om het uitwerken van de plannen, een voorkeur uitgesproken voor een
wijziging van het bestemmingsplan voor dit gebied vanwege de ingrijpende veranderingen die
daar gaan plaatsvinden. Indien daarvoor geen meerderheid is in de raad dan vragen wij toch de
toezegging van burgemeester en wethouders dat, als er een zelfstandige projectplanprocedure
komt in de zin van artikel 19 met de daarbij behorende inspraak, die naar de raad wordt
gebracht, dus dat er in alle openbaarheid over een dergelijk plan kan worden gesproken. In de
commissie van een paar dagen geleden is gezegd dat de raad dat zelf maar moet regelen. Daar
stel ik toch tegenover: waarom zouden burgemeester en wethouders zelf niet toezeggen dat dit
in de raad komt, zodat de raad, ook kennisnemende van de inspraak in het openbaar, dit plan,
deze nadere uitwerking, kan bespreken? Dat garandeert maximale openbaarheid en
transparantie.
De heer HAARHUIS
Wij hebben daarover in de commissie ook even gesproken. In onze optiek is het zo dat wij de
artikel 19-procedures, die in feite omgekeerd door de wetgever aan ons als raad waren