28 SEPTEMBER 2000 295 De heer KWISTHOUT Even voor de duidelijkheid. Als u het overbodig vindt om te wachten totdat ook daadwerkelijk dingen op papier staan waar het de financiering betreft, dan vraag ik me af waarmee u bezig bent. Ik vind de motie helemaal niet overbodig. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Dat doet u de hele tijd al. Wij zijn nu bezig met het toewerken naar een voorlopig ontwerp, daarna volgt een definitief ontwerp, waarbij steeds onderliggers financiën zijn. En dan zo'n puntje eruit halen, waarin u ineens een bevlogenheid krijgt naar de projectontwikkelaars? Dat zal dan wel, maar wij ontraden haar, wij vinden dit iets in de trant van: laten we maar weer eens ergens in prikken en dan kijken we wel wat we daarmee binnenhalen. Dus deze motie is niet echt relevant. Wethouder ADANK Ik kan kort zijn. Er werd getwijfeld door de heer Kwisthout aan de economische potentie van het gebied, in het rapport van TNO INRO, maar dat hebben de tekstschrijvers van de SP vermoedelijk niet gelezen, staat Breda heel nadrukkelijk als het gaat om de 15 grote steden waarin impliciet een aantal ontwikkelingen in de binnensteden van deze grote steden zijn meegenomen, op de derde plaats. Als het gaat om de economische potenties voor de komende tien jaar, inclusief de planontwikkelingen die nu in die steden gerealiseerd gaan worden, of nu op gestudeerd wordt: de tweede plaats. Dezelfde steden en dan in regioverband, daarin staat Breda op de derde plaats. Dat betekent dat de economische groeipotentie enorm is. Wij willen die best relativeren, vandaar dat de prognoses aan de lage kant zijn. Als het gaat om Centrummanagement, ben ik bereid, maar dan kijk ik liever eerder in de richting van de collega's van de PvdA en D66 die daarover vragen hebben gesteld, daarop terug te komen in de commissie ECG met uw Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS In de commissie heeft de VVD dat ook aangekaart. Dat wil ik even duidelijk hebben. Wethouder ADANK Daarop kom ik in de commissie ECG terug. We hebben daarover overigens uitspraken gedaan. Bij het Centrummanagement, natuurlijk zeker in relatie tot dit project, maar dan gaat het niet alleen om het project Oost-Westflank maar om de hele binnenstad, is het van wezenlijk belang dat de kontakten worden ingebed in een goede structuur, even los van personele invulling of wat dan ook. We moeten mogelijke aanhakingen aan een grootschalig projectmanagement als een van de mogelijkheden bekijken. Gelet op de raadsuitspraken eerder dit jaar kunnen we natuurlijk niet een incidentele financiële actie in de richting van het Centrummanagement sluiten, maar we willen daaronder absoluut goede argumenten leggen. Dat wil ik graag uitdiscussiëren in de commissie, overigens in overleg met de vertegenwoordigers die in de stichting van het Centrummanagement zitten. De laatste opmerking. Het advies van de Kamer van Koophandel had betrekking op het door de gemeente in 1999, dit in de richting van de heer Kwisthout, ter consultatie gebrachte plan. Toen was het advies van BRO nog niet beschikbaar en daarbij had ik absoluut moeten zeggen dat de Kamer de conclusies van het BRO- rapport met de relatieve meerwaarde van de watersport en de boten et cetera onderschrijft. In eerdere instantie heeft het college, gelet op de investeringscapaciteit die dan nodig was, daar een duidelijke pas op de plaats gemaakt en het plan gemaakt zoals het nu voorligt. Ik refereer nu even aan de avond van de Stadssociëteit in Beecker en Wetselaar, waar de vertegenwoordiger van de Kamer van Koophandel een laaiend enthousiast verhaal heeft gehouden namens de Kamer over het voorlopig ontwerp dat nu in deze raad ter besluitvorming voorligt. Dan was er nog één vraag De heer KWISTHOUT Ik begrijp dat de heer Adank wil afronden. Ik had een vraag gesteld over hoe het zit met de schade die ondernemers zouden kunnen lijden enerzijds door de bouwput die gaat ontstaan en anderzijds door de Haven zelf.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 295