28 SEPTEMBER 2000
319
De VOORZITTER
Ik stel voor dat we de discussie over dit onderdeel besluiten. Er ligt nog een motie van de Parel
van het Zuiden die handelt over dit agendapunt. Ik geef mevrouw Van Beusekom het woord om
hierop te reageren als daaraan behoefte is.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Ik wil daarop reageren want hier ligt die suggestie weer. Die vind ik smerig. Er wordt
gesuggereerd dat er vriendendiensten worden verleend, dat is smerig, daarop kan niemand zich
verdedigen. Ik vind het dus een motie die verwérpelijk is en ik hoop niet dat zulke taal, die hier
rustig op een ander wordt neergelegd, ooit ieders deel zal zijn. Ik denk dat je dan weet hoe je je
voelt. Hoe durft u.
De VOORZITTER
Dank u wel. Dames en heren, u weet wat we met een verwerpelijke motie doen: verwerpen.
Besluitvorming ten aanzien van de motie (6), ingediend door de heer Leunisse namens de fractie
van de Parel van het Zuiden, inzake het opdracht geven aan het college de ambtenaren erop te
wijzen dat vriendendiensten niet getolereerd worden met alle consequenties van dien.
De motie (6) wordt verworpen, met de aantekening dat de fractie van de Parel van het Zuiden
geacht wenst te worden te hebben voorgestemd.
Interpellatie GroenLinks inzake het Volkshuisvestingsbeleid.
De VOORZITTER
We gaan over naar deel 2 van dit agendapunt, het Volkshuisvestingsbeleid. Ik geef wederom
het woord aan de fractie van GroenLinks.
De heer DE ROOS
Er zijn veel ontwikkelingen gaande in dit beleidsveld. De nota Volkshuisvesting die de
gemeenteraad heeft vastgesteld, is nog niet zo oud. Niettemin zijn er landelijk maar ook
plaatselijk een aantal trends waarneembaar met betrekking tot de woningmarkt en de
woningbehoeften. Hierover is nog geen uitdrukkelijk besluitvorming in de raad geweest, wel in
april van dit jaar. Er wordt landelijk en ook op lokaal niveau nog steeds druk nagedacht en
gedebatteerd over hoe hiermee om te gaan. Breda heeft al een aantal aanzetten gegeven voor
een wijziging van het volkshuisvestings- en woningmarktbeleid. In april 2000 is gedebatteerd
over de aanvullende opdracht in het kader van het Grote Stedenbeleid. Dat ging over de
woningmarkt en daarbij, maar ook daarvóór, is al toegezegd dat actuele cijfers zouden worden
verschaft over de woningmarkt en de woningbehoeftesituatie in Breda. Toezeggingen daarover
dateren al van langer dan een jaar geleden. Begin september is in de commissie Ruimtelijke
Ordening de Nulversie Feiten en Ontwikkelingen Woningmarkt besproken. Wat bleek? De
Bredase cijfers waren niet actueel, die waren uit 1998. Er is dus geen informatie gegeven over
de actuele stand met betrekking tot de woningmarkt en de woningbehoefte in Breda. Maar wél
is er ingrijpend nieuw beleid aangekondigd, onder andere ten aanzien van het drie keer
eenderde beleid dat op de helling gaat. Dat is het beleid dat, als er dure, middeldure en
goedkope woningen moeten worden gebouwd, die drie categorieën gelijkelijk aan bod komen.
Dat beleid gaat op de helling, te beginnen met de Vinex-locaties Nieuw Wolfslaar en
Teteringen. Een ander aangekondigd stuk nieuw beleid is dat er geen bouw meer plaatsvindt
van goedkope woningen. Daarover heeft in de commissie RO een discussie plaatsgevonden. Een
meerderheid in de commissie vond dat het nieuwe beleid met name als het ging om het drie
keer eenderde beleid, onvoldoende was onderbouwd. De wethouder is daarop niet op een
zakelijke wijze ingegaan, maar heeft een tirade afgestoken tegen alles en iedereen. Ik noem de
woningbouwverenigingen en de verschillende politieke partijen. De wethouder stelt dat het
volkshuisvestingsbeleid van de afgelopen 20 jaar is mislukt. Toen heb ik de wethouder
geconfronteerd met die commissiemeerderheid en haar in dat verband beticht van bestuurlijke
arrogantie omdat daaraan wordt voorbijgegaan. Het is bestuurlijke arrogantie om zó in te
druisen tegen een meerderheidsstandpunt in de commissie