28 SEPTEMBER 2000 323 Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Dat is zo'n kleine toevoeging die er wel toe doet. De heer VAN YPEREN Het onderbouwt alleen maar datgene wat ik hier stel. Het moet nu anders volgens burgemeester en wethouders. Dat is duidelijk. Ten vierde krijgen de woningbouwverenigingen ervan langs, die werken onvoldoende mee, en dit alles in een toonzetting van: ja, nu weten we hoe het moet. Niks nulmeting, voor de duidelijkheid van de mening van de wethouder was het absoluut noodzakelijk dat die woningen niet meer gebouwd werden. De aanwezige commissieleden hoorden het volgens mij met verbazing aan. Hier en daar kwam er een bezwaar met als basis het programakkoord, dat kwam van de heer Posthuma, en subjectsubsidies, dat kwam ook heel duidelijk van de heer Posthuma. Daar bleef het bij. Het heeft mij bijzonder verbaasd dat het programakkoord zo snel is verlaten zonder, of beter gezegd: met heel weinig discussie. Dit besluit met in het vooruitzicht goed maar goedkoop bouwen in bijvoorbeeld herstructureringswijken zoals de Heuvel, dit besluit met in het vooruitzicht het bouwen in de Vinex-locaties. De lijst met woningzoekenden is lang, superlang, huizen met hoge huren zijn niet te slijten. Wat doen we voor de starters, de ouderen en de minderdraagkrachtigen onder ons? Wij hebben niet begrepen wat de onderbouwing is van het loslaten van de eenderde regeling door de wethouder. Ik wil eindigen met een frase uit de laatste Algemene Beschou wingen van de Kadernota. Daar heeft Breda '97 het volgende gezegd: "Wonen is meer dan huizen bouwen alleen, maar huizen zullen we moeten blijven bouwen, ook voor inwoners met lage inkomens. Naast onze wens om ruimte te bieden aan degenen met een ruime beurs om daarmee te voorkomen dat zij de stad laten voor wat die is, moeten wij zorg blijven dragen voor voldoende en kwalitatief goede huisvesting voor mindervermogenden. In de commissie willen we graag een principiële discussie als u de eenderderegeling wilt loslaten. Daar zouden argumenten voor kunnen zijn. Maar louter het verhaal dat de markt dat wil, is ons te liberaal. Bovendien moet zo'n maatregel worden gecompenseerd met een aantal andere maatregelen, zoals bijvoorbeeld sobject-subsidie." Aan wat we daar hebben gezegd houden wij ons. Wij willen graag die discussie aan in de breedte, met een onderbouwing van cijfers. Dank u wel. De heer JOOSSE Ik wil heel kort reageren. Het is tenslotte een interpellatie en het wordt hoog tijd, denk ik, dat de wethouder aan het woord komt. Ik wil vanuit D66 onderstrepen dat wat ons betreft het programakkoord nog helemaal niet verlaten is. Ik heb helaas de discussie in de commissie gemist, dat moet een hele interessante avond geweest zijn. Over het eenderdebeleid hebben wij al eerder gezegd dat dit voor ons niet een beleid is waaraan we coüte que coüte blijven vasthouden. Mocht op een gegeven moment uit de monitoring duidelijk worden dat we van dat beleid moeten afstappen De heer DE ROOS Bij interruptie. Die monitoring is er niet, er zijn cijfers over 1998. Recente cijfers zijn toegezegd maar die zijn niet gekomen. Dat is nou juist het punt. De heer JOOSSE Mijnheer De Roos, laat u mij alstublieft even uitpraten, want ik heb gezegd kort te zijn. Als u mij even iets langer had laten uitpraten was het misschien iets duidelijker geworden. Wij hebben dus in het verleden al gezegd dat wij ons niet coüte que coüte daaraan vasthouden, mits er uit een goede monitoring blijkt dat er beter beleid is dan dat beleid. Wat ons betreft is de Nulversie een goede uitgangspositie. Net als de Partij van de Arbeid denken wij dat de Eénversie die binnenkort komt, meer duidelijkheid zal brengen. Aanhakend op dat wat eerder is gezegd denken ook wij dat de discussie over de woonruimteverdeling zeer noodzakelijk is. De VOORZITTER Mevrouw Van Beusekom, misschien kunt u op donderdag dit onderdeel nog afhandelen. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Dat zal nét lukken. Het is bij dit onderwerp allereerst van belang dat de begrippen goed met elkaar worden doorgesproken. Men reageert nu heel boos of emotioneel in die zin dat het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 323