28 SEPTEMBER 2000
324
nergens op lijkt omdat het gebaseerd is op gegevens uit 1998. De actualiteit is altijd geënt op de
meest recente gegevens die beschikbaar zijn. Dat is ook nooit anders voorgesteld. De in dit
geval bedoelde landelijke gegevens over de woningbehoefte komen uit het woningmarkt
onderzoek 1999, en dat onderzoek is weer gebaseerd op enquêtegegevens uit 1998. Meer
recente landelijke vergelijkbare gegevens zijn helemaal niet voorhanden. Het is overigens meer
regel dan uitzondering dat bij trendstudies de gegevens over het laatste kalenderjaar
ontbreken. Een voorbeeld daarvan is het feit dat de landelijke gegevens over de inkomens tot
voor kort dateerden uit 1996 en pas onlangs zijn deze gebaseerd op 1998. Ik
De heer DE ROOS
Voorzitter,
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Neen, ik wil het graag even afmaken. Ik begrijp uw vragen allemaal maar we zullen het, ook als
ik ben uitgesproken, niet met elkaar eens zijn. Dat weet ik heel zeker. Overigens denk ik dat het
ook goed is om te spreken over de eenderderegeling in het volkshuisvestingsbeleid. Die is
namelijk helemaal niet op enig onderzoek gebaseerd. Deze regel is begin jaren '90 ontstaan op
grond van niet nader onderschreven ervaringsgegevens. Midden jaren '90 is het
woningbouwbeleid tegen het licht gehouden. Uit het onderzoek van Kompanen van oktober
1995 bleek reeds dat de marktontwikkeling aanleiding gaf tot een bijstelling in drie scenario's.
Met de bijbehorende productieprogramma's kwam het onderste prijssegment bij huur op
respectievelijk 23, 25 en 30 procent. Wat er nu gebeurt, is niet, en dan kijk ik met name naar
Breda '97, dat de eenderderegeling zómaar wordt losgelaten. Dat gebeurt helemaal niet, het
programakkoord is namelijk niet uit de lucht komen vallen. Want wat blijkt nu? De
eenderderegeling, zoals die is ontstaan uit regels die ik eerder vermeldde, is vastgelegd in de
meerjarenafspraken 1996-2000 met Volkshuisvesting. We hebben een interessante discussie
gevoerd over wat we zouden doen als het convenant was afgelopen. Waar gaat het convenant
over? Over het maken van prestatieafspraken, maar vooral over locatiesubsidies, waarover in
dat convenant was vastgelegd dat deze tot 30 procent konden oplopen. U weet ook dat
bijvoorbeeld Volkshuisvesting op een gegeven ogenblik in een bepaald stadsdeel goedkope
woningen moest bouwen. Maar wat gebeurde er? Men bouwde dure woningen. Maar deze
dure woningen konden met behulp van een 'sobject'-subsidie bereikbaar worden gemaakt voor
de doelgroep, de grote gezinnen. Dus dat zijn de nuances die erin zitten. Als je die niet
meeneemt, dan kun je dus tot zeer giftige uitspraken komen als: dat lijkt nergens op, en: dat
was toch zo?, en: wat doet het college nu?
De heer DE ROOS
Maar die nuances stonden helemaal niet in uw nota. Daar komt u nu mee, maar die stonden
niet in uw verhaal.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Neen, maar dat is het hele moeilijke. Als ik een Nulversie geef van gegevens dan verwacht ik op
een gegeven ogenblik ook dat de mensen zulke zaken weten, want dat staat in het
volkshuisvestingsbeleid. Dat zijn gegevens
De heer DE ROOS
Aangekondigd beleid, maar niet als gerealiseerd beleid, wethouder.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Dat zijn gegevenheden. Maar ik ben er nu achter, en ik wil u uit de grond van mijn hart een
voorstel doen. Dat is namelijk het volgende. Als ik de vragen van de heer Posthuma hoor en de
discussie beluister over goedkoop bouwen, wat inderdaad niet kan maar wel kwaliteit bouwen
voor de wensen en maken dat die woningen bereikbaar zijn, dan zijn dat vruchtbare discussies,
vruchtbaarder dan de woordspelletjes die hier worden gespeeld en die niet gebaseerd zijn op
kennis van de besluiten die u in eerdere stadia heeft genomen. We zouden met elkaar moeten
praten over uw vragen: wat moet je nou met een woningbestand, hoe ga je dat verdelen? Of
praten wij niet meer over verdelen maar eigenlijk over een woonconsulentschap? Dat is de
situatie waarbij mensen binnenkomen en zeggen dat zij een huis willen, waarbij je dan niet