9 NOVEMBER 2000 359 Wethouder DE WERD Goed, ik ga gewoon verder, mijnheer Schroder, als u dat niet erg vindt. Terugkomend op het mogelijk ontbreken De heer SCHRODER Dit was een vraag aan de voorzitter. Wordt dit collegebeleid? De VOORZITTER Dit is ieder zijn eigen invulling op dit moment. Het beleid is dat u schriftelijk de Algemene Beschouwingen indient en dat wij daarop reageren. Daardoor hadden we wat meer voorbereiding dan anders. Vroeger moest dat veel spontaner gebeuren dan nu. leder heeft daarvan zo zijn eigen invulling. Ik zou willen voorstellen om de heer De Werd zijn gang te laten gaan. De heer MEEUWIS Ik heb hierover wel een vraag. Het is toch de heer Schroder die over het algemeen een warm pleidooi houdt voor inhoud en niet voor vorm? Dus ik snap zijn zorg niet helemaal. Het gaat er volgens mij om dat er antwoord wordt gegeven op de vragen die zijn gesteld. Als de heer De Werd zich goed voorbereidt en met een degelijk stuk komt, doet het volgens mij volstrekt niet ter zake of hij dat dan voorleest of niet. De heer SCHRODER Het gaat er mij meer om dat we nu met de politiek van vandaag en die van het komende jaar bezig zijn. Moeten wij dan hier een referaat over de historische context, waarin wij allerlei onderwijskundige ontwikkelingen moeten beoordelen, voorgelezen krijgen? Daarvoor lezen wij zelf kranten en proberen we De heer MEEUWIS Ik denk dat u in tweede termijn de tijd en de ruimte heeft om te reageren op datgene wat wordt gemeld. Als de heer De Werd, dat is dan een bestuurdersstijl, misschien een aanloopje nodig heeft om daar te komen, dan lijkt me dat zelfs niet eens vervelend. De heer JOOSSE Daarop inhakend: dat de GroenLinks-fractie in haar eigen bijdrage in de eerste termijn geen aandacht besteedt aan het onderwijs, wil toch niet zeggen dat het college daarbij dan niet uitgebreid mag stilstaan? De VOORZITTER Het lijkt mij goed nu door te gaan. Wethouder DE WERD Terugkomend op het mogelijk ontbreken van visie stel ik vast dat in dit stuk uitspraken worden gedaan over de spreiding, de relatie met het jeugdbeleid en de noodzakelijke schoolgrootte. Naar mijn mening is er op dat onderdeel dus wel degelijk sprake van een visie. Meerdere fracties hebben gevraagd om een gedegen inventarisatie zoals bedoeld in het programakkoord. Het daarin aangegeven onderzoek is tweeledig: de technische staat van de gebouwen en de aanpassingen aan de eisen die voortvloeien uit de inhoudelijke wijzigingen in het onderwijs. We hebben een goed inzicht in de technische staat van die onderdelen van de schoolgebouwen waar de gemeente verantwoordelijk voor is. Op basis van een jaarlijkse herinspectie wordt adequaat onderhoud uitgevoerd. Ik heb de indruk dat extra informatie over de onderhouds- situatie en over de afspraken daarover met het onderwijsveld in een behoefte kan voorzien. Ook heb ik opdracht gegeven om nog eens kritisch te kijken naar procedures en of daarin mogelijk door wijzigingen winst valt te behalen. Over deze zaken ben ik voornemens de commissie binnen enkele maanden te informeren. De brandveiligheid en de toegankelijkheid van de scholen worden in de genoemde herinspecties niet meegenomen. Deze aspecten worden bekeken bij het verlenen van een bouwvergunning of bij een aanpassing, of na een aanvraag om een gebruiksvergunning. Op basis van een globale inspectie vindt de Brandweer het brandveiligheidniveau redelijk. Het Vierjarenplan Onderwijshuisvesting vormt de grondslag voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 359