9 NOVEMBER 2000
364
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Ik heb gelezen dat er vanuit de VNG bepaalde groepen worden genoemd die die aandacht
zeker nodig zullen hebben. Aan wethouder De Werd, ik houd niet de goede volgorde aan maar
zo staat het in mijn eigen bijdrage, hebben wij gevraagd naar de situatie van de brandveiligheid
en de toegankelijkheid. Er is een zin opgenomen, en dat punt heeft ook een relatie met de
portefeuille van de burgemeester, die als volgt luidt, en ik citeer: "Op basis van een globale
inspectie door de Brandweer is gesteld dat het inspecteren en aanpassen van schoolgebouwen
geen hoge prioriteit heeft omdat het brandveiligheidniveau redelijk zou zijn". Ik mag aan
nemen dat je met 'redelijk' tevreden zou kunnen zijn, maar ik denk toch dat we zeer alert
moeten zijn. Het gaat om kinderen en docenten die daar hele dagen zijn. Wat betreft de
gebruiksvergunning kom ik, als ik kijk naar het basisonderwijs, aan ongeveer 48 accommodaties,
waarvan er ongeveer 13 een gebruiksvergunning hebben, terwijl er bij 18 sprake is van, zoals de
heer De Werd aangeeft, een gebruiksvergunning in procedure. Maar dan mis ik nog een 15-, 16-
tal scholen. De vraag is: hoe staat het daarmee? Kunt u daarover al iets aangeven? Ik ben blij
met de opmerking die u hebt gemaakt dat u heel duidelijk inziet dat de staat van de
onderwijshuisvesting te wensen overlaat. Dat is niet alleen zo in Breda, maar over het hele land.
Ook wij worden hiermee geconfronteerd. Ik heb gevraagd naar de prognoses. Prognoses zijn
buitengewoon moeilijk, dat erken ik ook. Maar ik denk dat het geen goede zaak is als de leden
van de commissie met twee verschillende prognoses moeten werken, en dat komt voor, één
prognose van de gemeente en één van de bestuurscommissie. Er zijn daarover opmerkingen
gemaakt vanuit de commissie. De manier waarop je weegt, gewogen leerlingen of ongewogen
leerlingen, kan daarbij een rol spelen, maar wij vragen u om daarover zoveel mogelijk
duidelijkheid te verschaffen. Wij zijn buitengewoon verheugd over het antwoord dat
wethouder Heerkens heeft gegeven over de crisisopvang. Wij denken dat veel mensen over de
crisisopvang denken dat deze problematiek wel meevalt. Als je in je omgeving vraagt of men
enig idee heeft hoeveel zwervers wij in Breda hebben, dan haalt men de schouders op. Ik heb
dat exact nagegaan: het zijn er 125. Ook de Partij van de Arbeid heeft erover gesproken, het is
namelijk een leeftijdsgroep die steeds jonger wordt, maar het is jong én oud. Het probleem met
de zwervers, of de thuis- en daklozen, zoals u ze wilt noemen, ligt in het voortraject, daarop
hebt u ook gewezen. Daar zit juist het hiaat waaraan we aandacht moeten besteden. Samen
met het buurtwerk en de maatschappelijke opvang moeten wij een soort pro-actief beleid
daarin voeren. Landelijk als CDA hebben wij de 24-uursopvang en de samenwerking met andere
diensten als punt opgenomen. Ik heb wel begrepen dat Breda alert is als het gaat om overlast,
met name ten aanzien van psychiatrische patiënten, maar er is een heel groot stuk dat nog
moet worden opgevuld. Daarom, nogmaals, zijn wij heel erg blij met dié opmerkingen. Dat
waren wij overigens ook met het antwoord van wethouder Adank als het gaat om de BRTS.
Over de jongeren hebben wij ten aanzien van de portefeuille van mevrouw Heerkens gevraagd
om jongerenpanels. Opdat jongeren kunnen meepraten zouden wij graag een website voor het
college hebben gezien. De wethouder SAW zou met de jongeren kunnen communiceren. Het
college heeft echter aangegeven daarover toch een andere mening te hebben. Hierbij leggen
wij ons neer. Wij hebben ook
Wethouder VAN OS
Mevrouw Boidin, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat er niet, via de website die we aan het
ontwikkelen zijn, een discussie met de jongeren kan plaatsvinden. Dat is wat anders dan de
effecten en de zeer concrete maatregelen die u heeft aangegeven. Het gaat juist om het
vraagpatroon van jongeren. Wat willen ze weten, en heeft dat iets met de gemeente te maken,
met onze website? Dat is de invalshoek van het college.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Ik ben heel erg benieuwd daarnaar. Ik kijk even in de richting van de heer Van Os. Een halfjaar
geleden heeft in Den Haag een wethouder op dat gebied zo'n interactieve site geopend, en in
die periode zijn er 400 reacties op gekomen. Dat vind ik een heel mooi resultaat. Ik hoop dat wij
dat met het voorstel dat wij hier als gemeente gaan doen ook zullen bereiken, maar daarop
komen we mettertijd nog wel terug, als dat nodig mocht zijn. Waar het CDA nog heel even mee
zat, misschien is het u ontgaan, is het volgende. U hebt gesproken over de Sportnota en over
buurtgerichte sportactiviteiten, waarover D66 ook heeft gesproken. Jongeren vinden vaak dat
ze in hun buurt te weinig te doen hebben. Wij hebben ook nog even de disco genoemd.
