9 NOVEMBER 2000
385
Mevrouw KREMERS
In de eerste termijn hebben wij een beperkt aantal onderwerpen aan de orde gesteld. Wij
hebben al eerder uitgelegd waarom. Op een aantal punten wilden we nog even terugkomen.
Om het experiment wat verder uit te breiden, dat we vanavond hebben ingezet, doen we dat
met twee woordvoerders. Het eerste punt waarop ik wil terugkomen is het verzoek aan het
college, mevrouw Van Beusekom heeft daarop positief gereageerd, om met name het
toetsingskader bij de commissie RO op de agenda te zetten. Hoewel u daarover positief was,
heb ik de volgende vraag aan u. Gelet op het tijdpad dat is aangegeven in het Verkeersplan
voor de eerste, tweede en derde fase, gaan wij ervan uit dat het eerste deel van de tweede fase,
dus het toetsingskader, zo goed als gereed zou moeten zijn. Kan dit bij u de toezegging
ontlokken dat wij nog dit jaar in de commissie RO over het toetsingskader zullen spreken?
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Ja. Ik ben zó blij u te kunnen zeggen dat dit lukt.
Mevrouw KREMERS
Prima, dank u wel. Het tweede onderwerp betreft de monumenten. De heer Adank antwoordde
naar aanleiding van vragen die wij in de eerste termijn hebben gesteld, dat de NRF-subsidies
slechts worden toegekend, nadat voldaan is aan de verplichting dat er een onderhoudsplan ligt.
Wat wij in de eerste termijn bedoelden was dat wij het college wilden vragen om de discussie
met name met het Rijk op te starten om een verschuiving teweeg te kunnen brengen van
restauratie naar onderhoud. Voorkomen is nog altijd beter dan genezen, dus wellicht kan de
wethouder de visie van het college daarop geven.
Wethouder ADANK
Ik heb al gezegd dat we proberen te komen tot een onderhoudsfonds. Dus in die richting
Mevrouw KREMERS
Wat betreft het onderhoudsfonds waarop u doelt, vindt u ons meteen aan uw zijde. Die
discussie willen wij graag in de Kadernota 2002 met u voeren, maar dat fonds wordt gevoed
met gemeentelijke middelen. Waar het ons om gaat is, of met name vanuit het Rijk niet die
omslag gemaakt zou moeten worden dat rijksgelden, die nu nog uitgekeerd worden als zijnde
restauratiegelden, omgezet gaan worden in onderhoudsgelden. En in hoeverre u richting Den
Haag de discussie zou willen starten omdat daar ook geldt dat voorkomen beter is dan genezen.
Dat waren mijn twee punten, ik geef het woord aan mijn collega.
De heer JOOSSE
Het eerste punt dat ik aan de orde wil stellen is het onderwijs. De wethouder wil ik allereerst
dankzeggen voor zijn zeer uitgebreide en gedegen beantwoording in de eerste termijn. Hij gaf
daarin aan dat er wel degelijk een visie is, misschien zelfs ook een totaalvisie, op het
onderwijsbeleid van Breda. Hij noemde een aantal voorbeelden van zaken die inderdaad op een
goede wijze in gang zijn gezet: het onderwijskansenbeleid, de voorschoolse opvang en het
voortijdig schoolverlaten. Maar hij gaf later in zijn betoog ook aan dat een onderzoek naar een
totaalvisie nog niet tot resultaten heeft geleid. Ik ben destijds aanwezig geweest bij die
bijeenkomst in de NHTV. Ik denk dat de wethouder daarop doelt, dat was een soort
startconferentie. Het veld is daar heel duidelijk aangesproken om mee te doen met het
ontwikkelen van die visie en ik denk dat het terecht is dat u aangeeft dat het veld in dat proces
een hele belangrijke rol moet spelen. Maar tegelijkertijd blijft dan toch het beeld overeind
staan dat we op dit moment nog niet tot die visie zijn gekomen. Gezien de ontwikkelingen in
het onderwijs en de staat van de onderwijshuisvesting wordt zo'n visie steeds belangrijker en de
behoefte daaraan steeds nijpender. U geeft aan dat er gewerkt zal gaan worden met interne
brainstormsessies. Wij zouden graag zien dat het niet beperkt blijft tot interne brainstorm
sessies, maar dat wij ook als commissie daarin een rol kunnen spelen. Wat betreft de Brede
School heeft u het over het volgen en over een meerjarige aanpak. Terecht, wat dat laatste
betreft. Maar het volgen is wat ons betreft niet voldoende. We hebben eerder bij de Brede
School gesproken over een regierol, een sturende rol voor de gemeente. Ik denk dat we
daaraan op zich moeten vasthouden. We zijn dan ook benieuwd naar de resultaten tot nu toe,
waarmee u in de commissie gaat komen. Wat betreft de ICT en het onderwijs spreekt u over een