9 NOVEMBER 2000 386 quickscan, over bouwstenen, die moeten leiden tot een werkconferentie. Wij hopen dat de middelen vooral daar terecht gaan komen waar de behoefte het grootst is, namelijk op de scholen. Wat betreft de onderwijshuisvesting spreekt u over de regels, over de systematiek. Tot nu toe hebben we steeds kunnen constateren dat er al sprake is van onderuitputting. Kennelijk zijn de systematiek en de regels tot nu toe niet flexibel genoeg geweest. Overeenstemming in het HOOG-overleg, waarover u sprak, is natuurlijk prima. Maar het gaat uiteindelijk om de uitvoering en om aan die onderuitputting een eind te maken. De toezegging om met een inventarisatie te komen met betrekking tot de staat van de gebouwen in relatie tot de ontwikkeling in het onderwijs juichen wij van harte toe. Ik ben heel blij met de toezegging dat we daarover in de komende maanden meer zullen horen. Ik wil nog eens benadrukken wat wij ook in onze eerste termijn hebben opgeschreven, namelijk dat de kinderen in het onderwijsbeleid, ook op lokaal niveau, de komende jaren nog centraler moeten staan dan ze nu staan. Als u aangeeft dat vooral het beleid tot echt zichtbare resultaten moet leiden, dan zijn wij het helemaal van harte daarmee eens. Het tweede onderwerp betreft de Sportnota. Wij zijn blij dat de wethouder aangeeft dat de punten, die wij ook hebben genoemd in de eerste termijn: topsportbeleid, breedtesport en vrijwilligers, in januari in de Sportnota terug te vinden zullen zijn. Ook de eerste resultaten van het nieuwe subsidiebeleid zullen daarin worden meegenomen. Dat is prima. Als laatste punt het volgende. Wij hebben in de commissie Stadsbeheer ten aanzien van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing nog geen advies uitgebracht. Wij hebben het voorstel mee teruggenomen naar de fractie, omdat wij het in de totale afweging wilden betrekken. Het zal u niet verbazen dat wij vanavond, zeker na de discussie in de commissie Middelen, met deze voorstellen volmondig kunnen instemmen. De heer KWISTHOUT Voorzitter, helaas heeft ook u niet het eeuwige leven, niet feitelijk, maar ik bedoel vooral politiek. Vandaar dat ik in mijn eerste termijn ben ingegaan op de rol van de vertrouwens commissie daarin, want op het moment dat u zegt: ik vind het welletjes geweest, ik hang mijn ketting aan de kapstok De VOORZITTER Ik was even bang dat het uw wens was. De heer KWISTHOUT Neen, voorzitter. De VOORZITTER Dank u wel. De heer KWISTHOUT Maar op het moment dat u dat zegt dan zal er toch een nieuwe burgemeester moeten komen. Voorzitter, weest u gerust, zolang u zich een beetje gedraagt heeft u van ons weinig te vrezen. De VOORZITTER Ik beloof zelfs jegens u dat ik mijn best ga doen. De KWISTHOUT De heer Van Os is ingegaan op een onderdeel van onze beschouwingen, die vrij algemeen waren, over onze visie op democratie. De wethouder heeft een ander standpunt, waar het gaat over de Gemeentewet. Ik wil het verder niet daarover hebben. Wat betreft wethouders verkiezingen en onze deelname daaraan, hebben wij duidelijk gemaakt dat wij het in onze partij allemaal erover eens zijn dat de huidige manier waarop wethouders worden gekozen niet voldoet. Wij reageren op onze manier daarop. Andere steden, waar de collegekwestie nadrukkelijker speelt, doen het op een andere manier, bijvoorbeeld door openbare avonden te organiseren, waar colleges waaraan de SP deelneemt worden besproken en geëvalueerd en waarop ook wordt besloten of we al dan niet meedoen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 386