9 NOVEMBER 2000
392
De heer KWISTHOUT
Als u zo streng bent, dan hebben wij ook nog een motie.
De VOORZITTER
Die van u hebben wij op tijd ontvangen. Had u er nog meer? Neen. Door de heer Schroder van
GroenLinks en door de heer Leunisse van de Parel van het Zuiden zijn één respectievelijk zeven
moties ingediend. Deze voldoen aan de formele vereisten, zijn voldoende ondertekend en
maken onderdeel uit van de beraadslagingen.
De door de heer Schroder namens de fractie van GroenLinks ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE (2)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van het voorstel van
burgemeester en wethouders inzake de Begroting 2001;
besluit:
het college van burgemeester en wethouders op te dragen een tussentijdse evaluatie te maken
van het districtsgewijs werken in Breda en de resultaten daarvan ruim voor de behandeling van
de Kadernota 2002 aan commissies en raad te presenteren;
De door de heer Leunisse namens de fractie van de Parel van het Zuiden ingediende moties
luiden als volgt:
MOTIE (3)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van het voorstel van
burgemeester en wethouders inzake de Begroting 2001;
overwegende bij agendapunt B:
dat de burgemeester tijdens de grote protestbijeenkomst tegen de sloop van de Heilig-Hartkerk
op de Grote Markt heeft gezegd dat de gemeente er alles aan gedaan heeft om de Heilig-
Hartkerk te behouden;
dat nu is gebleken dat de dag voordat de 'voorlopige voorziening' voor de Heilig-Hartkerk
getroffen werd ambtenaren van de gemeente naar Zeist en Den Haag zijn geweest om deze
voorlopige voorziening te voorkomen;
dat dat niet overeenkomt met wat de burgemeester de burgers wilde laten geloven;
dat de geloofwaardigheid van de politiek daardoor beschadigd is;