9 NOVEMBER 2000 398 De VOORZITTER Ik kan u zeggen dat het beleid van de regionale politie in de hele regio erop is gericht om de wijkfunctie van de politie te versterken. Mijn indruk is dat dit gebeurt, maar we zullen wat dat betreft samen in de commissie de vinger aan de pols moeten houden. Dat was mijn bijdrage. Wethouder OOMEN Ik sluit me graag aan bij de woorden van de heer Van Os, waar hij sprak over het debat in de tweede termijn, dat ik als zeer levendig heb ervaren. Al was het alleen maar omdat, als ik naar mijn eigen portefeuille kijk, met name het begrip 'buitenruimte' meer genoemd is dan in de vier jaar daarvoor. Ik beschouw dat naar mijzelf toe als een pluspunt. Toch heb ik in de richting van de heer Meeuwis enkele vragen. Het betreft de knelpunten die er in de buitenruimte zijn, daar waar het gaat om het ambitieniveau van het college en daar waar het gaat om wat de burgers aan ons vragen. De buitenruimte staat bij de burger hoog in het vaandel, er wordt ook direct op gereageerd. Ik denk aan de vele contacten met de wijk- en dorpsraden, waarin telkens de buitenruimte en het kwaliteitsniveau aan de orde zijn. Dat valt niet te ontkennen. In die richting zou ik aan u het volgende willen vragen, want ik proef uit uw woorden dat u de problematiek vooral toeschrijft aan efficiency. Ik heb u gezegd dat ik de efficiency niet uit het oog verlies. Ik heb ook een aantal voorwaarden aangegeven om die te kunnen bereiken. Dus niet dat ik dat wil veronachtzamen, maar u doet het bij mij voorkomen alsof daar het knelpunt zit en dat vind ik te mager. De heer MEEUWIS Even kort bij interruptie. Die indruk heb ik, denk ik, niet willen wekken. Wat wij in de eerste termijn hebben gevraagd, is of het efficiënter kon. U zei in uw antwoord daarop hoe het nóg efficiënter zou kunnen. Waarnaar ik namens mijn fractie heb gevraagd is, als het nog efficiënter zou kunnen, dat zijn uw woorden, wat dat dan zou opleveren. Betekent dat bijvoorbeeld dat wij binnen dezelfde begroting een aantal door uzelf vast te stellen performance- indicatoren op een betere manier uitgevoerd zien? Sorry, mevrouw Boidin. De VOORZITTER Is dit Word of WordPerfect? Wethouder OOMEN Mijnheer Meeuwis, ik kan u een aantal parameters noemen, waarlangs ik denk bepaalde zaken te bereiken daar waar het gaat om efficiency. Ik denk aan het volgende, dat ik ook al eerst De heer MEEUWIS Mag ik even? Misschien ben ik u voor en bedoelen we hetzelfde. Dit is de discussie die we eerder hadden met uw collega Van Os. De effectiviteit van datgene dat bereikt moet worden is het hoofddoel. Dus als burgers een probleem hebben met het feit dat er hele kleine boompjes tussen de stoeptegels groeien, dat is het uitgangspunt dat het op een goede manier gebeurt. De vraag die wij hebben is: hoe kan dat? Want op de een of andere manier slagen we er niet in om de wens van de burger Wethouder OOMEN Ik moet u zeggen De heer MEEUWIS Laat u mij even mijn vraag afmaken. Wij moeten met de gevoelens van de burgers op een goede manier omgaan. Het lijkt zo te zijn dat daarover wat irritaties zijn. Het is ook zichtbaar als het even niet gaat zoals we misschien willen dat het gaat. Hoe zou het apparaat dat we daarvoor hebben, zonder meteen te gaan roepen dat er maar zoveel bij moet, efficiënter, dat zijn nóg uw woorden, kunnen werken om wél de taakstelling te halen met de middelen die er zijn? De heer SCHRODER Voorzitter, zou dit deel van het debat schriftelijk kunnen plaatsvinden? Ik denk dat het dan iets beter is te volgen dan de woordenbrij die nu op ons afkomt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 398