30 NOVEMBER 2000 422 Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Dat klopt. Mag ik het als volgt doen? Ik stel voor dit voorstel niet aan te houden want iedereen kijkt ernaar uit dat de borden worden verplaatst. Mag ik het zo houden en met u afspreken dat de verduidelijking alsnog wordt nagestuurd? TWEEDE TERMIJN De heer DE ROOS Ik vind dat prima, maar ik merk meer in zijn algemeenheid op dat het niet zo mag zijn dat er onbegrijpelijke raadsvoorstellen door deze raad heen worden geloodst. Weliswaar zorgt een toelichting voor meer helderheid, maar het raadsvoorstel zou voor zichzelf moeten kunnen spreken. De VOORZITTER Het is doorgaans onze bedoeling om duidelijke raadsvoorstellen te presenteren en besluiten te nemen. Maar de toezegging accepteert u. Dank u wel. Akkoord. 199. LEERLINGENVERVOER. Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK Ik vind dit onderwerp toch belangrijk genoeg om daarvoor even aandacht te vragen, alhoewel het besluit dat wij nemen nauwelijks aan discussie onderhevig kan zijn. Het voorstel om de tekorten af te dekken zoals u dat wenst te doen heeft uiteraard, zou ik bijna zeggen, ook onze instemming. Maar het geeft wel de gelegenheid om even met gefronst voorhoofd naar de toekomst te kijken en van die gelegenheid maakt mijn fractie toch graag even gebruik. Wij hebben dat ook in de commissie gedaan. Er zullen in de toekomst opnieuw grote tekorten zijn en alhoewel raadsbreed kan worden geconstateerd dat er groot belang wordt gehecht aan goed georganiseerd kwaliteitsvol en financieel beheersbaar en vooral ook veilig leerlingenvervoer hangen die tekorten wel als een zwaard van Damocles boven het op deze manier voortzetten van dat vervoer. Er wordt gesproken over tekorten in de nabije toekomst van 690.000,-. Dat is voorwaar geen klein tekort. Dat kan ook zo niet worden voortgezet, denken wij. Hoe moeten wij nu omgaan met het beheersen van deze kosten? Dat zou kunnen door beleidswijzigingen bijvoorbeeld ten aanzien van het reistijdcriterium en eventueel het bestek of het wijzigen van het afstandscriterium. In het bestuursvoorstel worden deze wijzigingen terecht afgewezen, maar de verantwoordelijke wethouder heeft in de laatste commissievergadering aangekondigd dat in samenspraak met zijn collega Financiën toch een onderzoek zal plaatsvinden naar de vraag welk effect een wijziging van het afstandscriterium zal hebben op de beheersbaarheid van de financiën. Als dat niet zo is, hoor ik dat graag en dan hebben wij dat niet helemaal goed begrepen. Want een beleidswijziging op het afstandscriterium zal voor mijn fractie toch een heel moeilijke zaak zijn. Wij begrijpen best dat er wat moet gebeuren. Je kunt de tekorten terugdringen door inhoudelijk in te leveren, maar dan verzaken we de plicht waarvoor we staan. Bovendien staat dat op gespannen voet met de doelstellingen van de Stadsvisie waarin vermeld staat dat Breda een stad is die zorg op maat biedt aan al die mensen die bijzondere aandacht nodig hebben en eveneens dat voorzieningen voor iedereen bereikbaar en beschikbaar moeten zijn. Dus ook voor degenen die gebruik moeten maken van het leerlingenvervoer, denk ik dan. Ja, wat dan? Een belangrijke oorzaak van dat tekort is gelegen in het feit dat de rijksbijdrage in geen enkele verhouding staat met de krachtsinspanning die wij als gemeente moeten leveren. Dat is al jaren zo. Immers, met uitzondering van het reguliere accres is de rijksvergoeding gedurende een aantal jaren niet verhoogd, terwijl het kabinet wel even vrolijk de voorwaarden waaronder dit voorstel moet plaatsvinden aanscherpt. Wij nodigen uw college uit om op korte termijn een overleg te openen met de betrokken minister uit het kabinet samen met anderen om duidelijk te maken dat verhoging van die rijksbijdrage een absolute noodzaak is om dat leerlingenvervoer zodanig in te richten dat de kwaliteit niet wordt geschaad en de kosten voor de gemeente beheersbaar worden. Wij willen daarover een motie indienen. Ziet u die motie in het licht van onze zorg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 422