30 NOVEMBER 2000
425
meest belangrijke vraag: krijgen wij subsidie en zo ja, hoeveel en hoe verloopt de
subsidieaanvraag? Wij hebben in alle besprekingen over dit onderwerp aandacht gevraagd voor
duidelijke en eenvoudige nota's. Bestuursleden zijn vrijwilligers die veel tijd en energie steken in
hun vereniging en wij moeten zuinig zijn op deze mensen. Echter, zij vinden ambtelijke taal
vaak moeilijk leesbaar. Wij hopen dat de helpdesk die in de nota is voorgesteld in de praktijk
goed en mensvriendelijk gaat werken. De titel van de nota is: 'Tussen Woord en Daad'. Het is
een grondpatroon waarop de aanvragen getoetst gaan worden en wij vragen nu om daden en
kijken vol verwachting uit naar het eindresultaat. Extra aandacht vraagt nog het districtsgewijs
werken en de plaats van Vertizontaal daarin. Wij zouden graag de vijf nota's die betrekking
hebben op het verenigingsleven, en ik heb dat al eens eerder in de commissie gezegd, als een
waaier bij elkaar willen zien. Wij denken dan aan subsidiebeleid, accommodatiebeleid, cultuur,
sport en vrijwilligersbeleid. Zij hebben alle vijf te maken met het verenigingsleven en horen
volgens ons bij elkaar.
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
De VVD-fractie kan zich vinden in de uitgangspunten van het subsidiebeleid zoals die staan
verwoord in de nota 'Tussen Woord en Daad'. Het is jammer dat de nota 'Tussen Woord en
Daad' met het kopje cultuur erachter pas de volgende maand in de commissie en in de raad
wordt behandeld, want, zoals de titel al aangeeft, de twee nota's hebben alles met elkaar te
maken. Een gelijktijdige behandeling zou toch meer voor de hand hebben gelegen. Zoals
gezegd kunnen wij ons vinden in de hoofdlijnen en ik zal daarom de commissie ook zeker niet
overdoen. Wel wil ik nogmaals aandringen op een goede communicatie met de verenigingen. U
heeft toegezegd dat er een extra informatieavond zal worden gehouden en dat de
verenigingen hulp kunnen krijgen bij het invullen van de aanvraagformulieren voor subsidie.
Dat is prima. Verder vragen wij vooral ook aandacht voor duidelijkheid met betrekking tot het
tijdstraject, zodat de verenigingen weten vóór welke datum uiterlijk hun subsidieaanvraag voor
2002 moet zijn ingediend.
Mevrouw VAN WEEZEL
Deze nota 'Tussen Woord en Daad' is alweer de tweede nota in de herziening van het
subsidiebeleid. Het is een uitwerking van 'Naar een nieuw Bredaas subsidiebeleid' zoals de
meesten hier wel zullen weten. De uitgangspunten, ik ken ze nog steeds uit mijn hoofd, zijn: de
zelfredzaamheid, de maatschappelijke participatie en de sociale participatie. Wij staan daar nog
steeds achter. We hebben dat in de commissie aangegeven en ik wil dat hier nog een keer
bevestigen. De derde ronde is nu aan de beurt. Er wordt momenteel met heel veel verenigingen
gesproken. In de commissie hebben we gevraagd naar een extra inspraakronde. U heeft die
toegezegd en wij zijn daar erg blij mee, mede omdat het hele veld behoorlijk complex is. Een
eenvoudige uitwerking zal het niet worden. Wij denken dat het heel goed is dat het
accommodatiebeleid en de districtsplannen aan dit totaal worden gekoppeld. Het geeft ons
inziens een heel goed integraal beeld. Tegelijkertijd vragen wij ons echter af of we op deze
manier alles wel in beeld hebben. In de eerste bespreking voordat het de inspraak inging heb ik
in augustus al gezegd: heeft u het ook over signalering en over monitoring en dan naar
aanleiding van de voelhorens die je zou hebben in de maatschappij dat je echt vraaggericht
kunt gaan werken? Ik heb toen gevraagd: is het nu incidenteel of gaat u een structureel
monitoringssysteem opzetten? Toen heeft u gezegd dat het een structureel monitoringssysteem
zou worden. Mijn vraag die ik nu heb is: in hoeverre is dat monitoringssysteem reeds
opgebouwd datje het in deze derde fase al kunt gaan gebruiken of komt dat pas in een latere
fase aan de beurt?
De heer SCHRODER
Ik heb een paar kleine opmerkingen die ook in de commissie aan de orde zijn geweest.
Allereerst de financiële kant van de zaak. Kosten neutraal, is hier gezegd. Op zich steunen wij
het college daarin. Toch hebben wij in de commissie de vraag aan de orde gesteld of al een
doorkijk kan worden gemaakt naar wat dat straks in de subsidiebeschikkingen die afkomen
gaat betekenen. Simpelweg, als we de reacties, ook in de inspraak, bekijken dan luiden die toch
vooral: wat schuift dat, wat zijn de consequenties voor onze vereniging, ons gezelschap, onze
club? Strikt genomen, de antwoorden worden langzaamaan wel duidelijk als we proberen ons
een voorstelling te maken van de uitgangspunten. Maar waar precies de klappen vallen en hoe