30 NOVEMBER 2000 426 die straks zullen worden opgevangen ontgaat ons nog. Vandaar de vraag: heeft het college daarop enig zicht? In de commissie heb ik ook gezegd: denk eraan, wij moeten straks politiek de rug recht hebben als wij dit met z'n allen blijven ondersteunen, simpelweg, omdat tegen de tijd dat de beschikkingen afkomen we ook beginnen met de aanloop naar de verkiezingen 2002 en het is erg gevoelig om dan te zeggen: jullie krijgen toch nog een klein beetje meer of: kunnen we niet nog eens naar die uitgangspunten kijken? Die waarschuwing heb ik proberen af te geven. Ten aanzien van de koppeling met de districtsplannen grijp ik terug naar de behandeling van de begroting een maand geleden. Wij hebben toen van het college de toezegging gekregen dat wordt geprobeerd om voorafgaand aan de Kadernota 2002 een evaluatie van de districtsplannen te krijgen. De koppeling van het subsidiebeleid met de districtsplannen is bijzonder groot. De koppeling van de kritische geluiden over de uitwerking van de districtsplannen en de resultaten die ook daadwerkelijk daaruit voortkomen en die dus als toetsmomenten kunnen dienen voor de invulling van het subsidiebeleid kan wel eens geheel komen te ontbreken als blijkt dat het districtsgewijs werken niet werkt zoals het hier wordt verondersteld te moeten werken. De vraag is: deelt het college onze zorg en stemt u onderling ook af dat die twee straks gezamenlijk kunnen gaan sporen? Want anders hebben we niet alleen een probleem met het districtsgewijs werken, maar met het hele subsidiebeleid en stort zelfs straks het accommodatiebeleid dat in het kielzog daarvan een rol gaat spelen helemaal in, terwijl we toch al tweeënhalf jaar bezig zijn om dat op de rails te zetten. Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK In vergelijking met de versie van de nota die we in de commissie uitvoerig hebben besproken, en uiteraard doen we dat hier niet over, heeft deze nota weer aan duidelijkheid gewonnen. De aanvullingen en voorbeelden verhelderen de stellingen en wij hebben ook steeds gezegd dat verheldering in dezen een heel belangrijke zaak is. Onze waardering gaat ook uit naar het feit dat aandachtig is geluisterd naar datgene wat is gezegd in zowel de inspraak als in de commissie en dat op een hele wijze manier daarmee is omgesprongen. We hebben het vanavond al eerder daarover gehad. Ik denk dat het hier heel goed is gebeurd en wij onderschrijven nog steeds de uitgangspunten. Ik sluit mij graag aan bij de opmerkingen die de heer Schroder maakt als het gaat om het districtsgewijs werken en de zorg die daarover bestaat. Ik hoef dat nu niet te herhalen. Dat is het voordeel dat u mij even liet wachten. Ik wil nog wel onze specifieke waardering uitspreken voor de zorgvuldige manier waarop dit uiterst moeilijke traject wordt aangepakt. Dat we er nog niet zijn hebben we met z'n allen gemerkt. De heer JOOSSE Ik zal het kort houden want we hebben er in de commissie uitgebreid bij stilgestaan en we hebben het er al eerder over gehad. Het is een volgende stap op weg naar een nieuw subsidiebeleid. In de commissie hebben we geconstateerd dat de inspraak zeer veel reacties en aandachtspunten heeft opgeleverd waarmee we bij deze nota en op dit moment nog niet zoveel kunnen, maar waarmee we in de toekomst wel veel kunnen als de uitwerking verder aan de orde is. Ik denk dat veel van de aandachtspunten die nu in het traject zijn meegenomen heel goed als toetsingskader kunnen gaan dienen. In de commissie is de komst van een helpdesk genoemd om de verschillende verenigingen te helpen bij hun subsidieaanvraag, ook in het traject naar het nieuwe subsidiebeleid toe. Ik denk dat dat een heel goed punt is waarvoor veel blijvende aandacht nodig is. De aandacht voor de vrijwilligers en de activiteitenbegeleiders zoals die in de nota is genoemd hebben we in de commissie ook al geprezen. We moeten er wel voor blijven oppassen dat er geen ingewikkelde regels ten aanzien van die mensen worden gesteld. Eerdere sprekers hebben het al gehad over de districstsgewijze invulling van het subsidiebeleid alsmede van het accommodatiebeleid, waarover we het eerder hebben gehad. Dit vraagt wat ons betreft om een intensivering van het districtsgewijs werken en de ontwikkeling van de districtsplannen. Ook wij wachten met belangstelling de nieuwe plannen af alsmede de evaluatie die daarmee gepaard zal moeten gaan om te kijken hoe ze tot stand zijn gekomen en of dat districtsgewijs werken op een gegeven moment wel voldoende fundering heeft om inderdaad dit subsidiebeleid en ook het accommodatiebeleid te kunnen dragen. Daarnaast is het natuurlijk van belang om de nog verborgen vragen die in de samenleving aanwezig zijn goed naar boven te krijgen en ook mee te nemen in het subsidiebeleid. Daarvoor blijft de stadsmonitor wat ons betreft een heel belangrijk instrument. De uitgangspunten zijn eerder al genoemd door mevrouw Van Weezel. Wij denken en vinden dat die uitgangspunten overeind

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 426