21 DECEMBER 2000
436
mijzelf heb gezegd heeft wellicht een indruk gewekt die verder ging dan ik bedoelde. Ik heb
gezegd dat dit een voorstel is dat mij droevig stemt. En dat is ook zo. Ik vind dit, zeker op een
aantal punten, een achterhaald systeem. Als er een keer extra geld wordt uitgegeven aan een
openbare school dan zullen daarvoor ongetwijfeld redenen zijn. Het kan zeer wel zijn dat een
school in omstandigheden verkeert waardoor er gewoon wat extra geld noodzakelijk is. Als
daaruit dan onmiddellijk wordt afgeleid dat de bijzondere scholen in diezelfde omgeving recht
zouden moeten hebben op hetzelfde bedrag, dan is dat voor mijn gevoel wel heel erg kort door
de bocht. In die zin vinden wij dit geen plezierig voorstel, maar het voldoet aan de wet. De
Partij van de Arbeid is een gezagsgetrouwe partij, dus wij zullen ons zeker niet tegen dit
voorstel verzetten, maar ik wil er nóg wel iets over zeggen. Het zijn die dagen voor Kerstmis en
dan bekruipen mij weieens hele mooie gevoelens. Er komt dan zo'n warm gevoel van
welwillendheid over je. En dan denk ik ook even aan het bestuur van het bijzonder onderwijs en
ik heb het een beetje met ze te doen, want je zult maar op die manier aan je geld moeten
komen. Ik mijmer dan wat verder en denk bij mezelf: ja, oké, het staat in de wet, maar
misschien zegt het bestuur van het bijzonder onderwijs wel dat men er eigenlijk graag van af
wil zien. Ik weet niet of het vaak is gebeurd
De heer ADRIAANSEN
Ik wil hier wel even op reageren, dat het bijzonder onderwijs op deze manier niet omgaat met
zulke gedachten. Het is natuurlijk
De heer POSTHUMA
Neen, maar dat hoort u mij ook niet zeggen. Ik mijmer gewoon wat voor mij heen en kom dan
tot die mooie gedachten. Wellicht zijn er ook hele goede doelen te vinden, waardoor nood-
druftigen in de samenleving mee zouden kunnen profiteren van deze zo makkelijk verkregen
rijkdom. Maar wij stemmen wel voor het voorstel.
De heerSCHELTENS
Voorzitter, via u wend ik mij weer tot de portefeuillehouder. Het is nog niet lang geleden dat
de commissievergadering werd gehouden. Wij hebben begrepen dat hij kortgeleden een
onderhoud heeft gehad met staatssecretaris Adelmund. Wij vinden dat iemand met zo'n naam
als de staatssecretaris waarschijnlijk hele mooie verhalen kan vertellen over onderwijs. En als je
het als Ade\münd uitspreekt, dan klinkt er ook iets in van ruime financiële middelen. Dus dat
belooft heel veel. Wij zijn trouwens erg benieuwd naar een verslag van dat gesprek. Wat wij
wilden vragen is of u bij die gelegenheid ook heeft gesproken over meer samenwerking tussen
alle vormen van onderwijs, en zo ja, want dat is namelijk een stokpaardje van haar, of een
beleidsprioriteit, dat klinkt wat positiever: kunnen wij op dat punt dan initiatieven van u
verwachten? Als dat zo is, zou dat dan kunnen gebeuren in relatie tot diezelfde Kadernota?
Wat het voorstel betreft, wij hebben er uitvoerig over gepraat. Wij vinden met name het feit
dat het allemaal wat sneller en actueler zou moeten zijn erg belangrijk. Voor de rest gaan wij
natuurlijk akkoord.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Het geeft geen pas om de discussie uit de commissie hier over te doen, maar de heer Adriaansen
noemt ook nadrukkelijk Breda '97 in deze context. De discussie ging over het begrip
gelijkstelling, en dat dateert uit een ver verleden. Wij zijn het in dezen eens met de Partij van de
Arbeid dat we het gevoel hebben dat dat wat achterhaald is. Maar het platform waarin wij nu
spreken is absoluut niet het platform dat in staat is iets daaraan te veranderen. Dus daarbij laat
ik het maar even. De vijfjaarlijkse afrekening op zich is noodzakelijk om de overschrijdingen van
het openbaar onderwijs vast te stellen. Het is een buitengewoon ingewikkelde zaak. Misschien
dat daarom de discussie zich wat aan de randen van het feitelijke gebeuren begeeft. Daar kwam
in dit geval nog eens bij dat de scholen uit de voormalige randgemeenten destijds nog onder
een ander bestuur stonden en dat er verschillen bestonden over de manier van administreren en
de werkwijze met betrekking tot de voorzieningen en de reserves. En daar zat nu juist de pijn.
Deze laatste hebben wat vragen opgeroepen. De verantwoordelijke wethouder heeft
toegezegd, en dat wil ik in deze raad toch nog even herhalen, dat er overleg met de
Bestuurscommissie zal plaatsvinden, misschien heeft dit zelfs al plaatsgevonden, dat weet ik
niet, om inzicht te verschaffen op welke manier de oorspronkelijke bedragen, die leefden in de