21 DECEMBER 2000
437
beeldvorming van de diverse besturen, zijn geboekt, zijn weggeschreven, en hoe ze in de
vaststelling zijn verwerkt. In zijn algemeenheid nog even het punt van de communicatie met de
Bestuurscommissie. De Bestuurscommissie dichten wij een heel belangrijk plaats toe in het
onderwijsbeleid en die zou volgens het voorstel pas na de vaststelling door de raad hierover
worden geïnformeerd. Wij vinden dat de omgekeerde wereld. Dat hebben wij ook in de
commissie gesteld. Vooraf zou de bestuurscommissie hierbij moeten worden betrokken. De
wethouder heeft in de commissie reeds toegezegd dat bij een voorkomende gelegenheid
anders te doen. De Bestuurscommissie zou éérst geconsulteerd worden. Wij zijn hem daarvoor
zeer erkentelijk, maar we willen dat ook graag op deze plek even vastgelegd zien, vandaar deze
herhaling van zetten.
Wethouder DE WERD
Ik constateer tot mijn genoegen dat de discussie, die heel erg levendig was in de commissie, zich
nu op een wat bescheiden manier met name tussen de Partij van de Arbeid en het CDA heeft
herhaald. Er zijn in feite maar twee vragen overgebleven, voor zover ik dat zie. Dat is de vraag
van de heer Scheltens, die tweeledig was. Komt er een verslag van de bespreking met mevrouw
Adelmund? Ja. Kan ik dat krijgen? Ja, dat kunt u krijgen, want er staat niets geheims in. Een van
de onderwerpen die daar zijn besproken is inderdaad de samenwerking in het onderwijsveld. Bij
mijn kennismakingsronde op dit ogenblik in het onderwijsveld praat ik niet anders dan over
samenwerking. Een van de tastbare voorbeelden van die samenwerking kunt u straks zien bij de
ICT-conferentie Onderwijs. Mevrouw Vossenaar vraagt een herhaling van datgene wat ik in de
commissie heb gezegd. Ik zou het natuurlijk niet durven om nu afstand te nemen van datgene
wat in de commissie is gezegd. Maar als u er heel erg gelukkig mee bent om de toezegging uit
de commissie nog eens te horen, doe ik dat bij dezen.
Akkoord.
210. BESTEDING GSB-VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN MIDDELEN.
De heerSCHELTENS
Heel kort, want het heeft inderdaad weinig zin om de discussie uit de commissie over te doen.
Wij hebben daar overigens wel geconstateerd dat versnippering een belangrijk onderdeel was,
een versnippering van activiteiten, een veelheid van projecten en veel geld. Daardoor leek het
alsof wij heel erg kritisch waren en neigden naar tegenstemmen. Niets is minder waar. Zoals u
weet dragen wij het onderwijs een warm hart toe. Je moet alles doen. Wij hebben ons echter
afgevraagd of het iedere keer zo is dat iedere stad opnieuw het wiel moet uitvinden. Wij hopen
dat wij ook gebruik maken van ervaringen uit andere steden. Als dat zo is, dan zouden wij daar
ook graag berichten van ontvangen.
De heer KWISTHOUT
De SP was niet voornemens om hierover het woord te voeren, maar het toeval wilde dat wij
zeer recentelijk contact hebben gehad met de ouders van een veertienjarige jongen, die door
omstandigheden al een halfjaar niet op school is geweest, met het verzoek om daarover eens
aan de bel te trekken. Dat zal ik doen via de daartoe geëigende kanalen, maar ik wil toch wel
even zeggen dat ik hoop dat de voorstellen zoals ze hier liggen ertoe bijdragen dat dit soort
situaties zich in de toekomst niet meer voordoet. Dit is natuurlijk wel een voorbeeld van zeer
voortijdig schoolverlaten.
Wethouder DE WERD
Wat betreft de samenwerking met andere steden, en als het gaat om het uitwisselen van
ervaring, kan ik u zeggen dat dit inderdaad plaatsvindt. Ik wil daarop in de commissie nog
weieens terugkomen als u daaraan behoefte heeft. Wat betreft de opmerking van de heer
Kwisthout het volgende. Er is mij ook een zaak bekend van een veertienjarige jongen. Ik denk
dat we praten over dezelfde en ik wil u, als u daaraan behoefte heeft, weieens onder vier ogen
informeren over wat daar precies aan de hand is, want het lijkt mij dat deze zaak niet thuis
hoort in deze vergadering.
Akkoord.