21 DECEMBER 2000 441 betreft de fraudebestrijding, die ook een onderdeel is van het totale pakket, betekent dat dat de preventie vooral plaatsvindt aan de voordeur, dus aan de poort, zodat de mensen niet op grote geldbedragen terugkijken die we zullen moeten terugvorderen. Dat is ons beleid en ik concludeer dat hiervoor brede steun bestaat. Wij gaan gewoon door met het oprekken van de regels en ik zie de discussie met de minister met vertrouwen tegemoet. Ik denk dat deze nieuwe minister er langzamerhand ook achter komt dat een aantal mensen uit onze bestanden zo veel problemen heeft, dat een zorgtraject eerder op zijn plaats is dan het heel gemakkelijk verhalen de wereld in slingeren dat die mensen door het treffen van sancties wellicht de arbeidsmarkt op kunnen. Akkoord. 216. UITBREIDING STADSKANTOREN. De heer DUBBELMAN Ik wil namens onze CDA-fractie graag beginnen met een hele korte terugblik. Ik memoreer de herfst van 1998, waarin we de eerste go/no-go-beslissing hebben genomen met het Voorbereidingskrediet, uiteraard uitgaande van bepaalde veronderstellingen. Wij vonden het een zinvolle zaak om de huisvesting te concentreren, daarmee de kwaliteit van de arbeid te verbeteren alsook de effectiviteit. We hadden wel bepaalde aannames over de kosten. Het werd voorjaar 2000, maart 2000, en toen werd het toch wel een beetje een koude lentemaand in die zin dat zich tegenvallers aandienden; we waren bang dat we de budgettaire kaders niet zouden halen. We hebben toen besloten, een commitment van met name ambtenaren onder verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders, om de tegenvallers die zich aandien den op te vangen door extra aandacht te besteden aan de effectiviteit en de verhoging van de efficiency. In maart 2000 zijn we akkoord gegaan met de tweede go/no-go-beslissing door het Voorlopig Ontwerp vast te stellen, dat wel gekwalificeerd is als een VO-plus. We zijn nu negen maanden verder De heer SCHRODER Even het geheugen van de heer Dubbelman opfrissen. Volgens mij is er afgelopen dinsdag over gesproken dat juist het besluit van maart, het instemmen met het Voorlopig Ontwerp, als een go-beslissing moest worden aangemerkt en niet meer als een no-go-beslissing. Kortom, als u nu zegt dat het nog steeds een go/no-go-beslissing is, dan kunnen we dadelijk een fijn debat samen hebben. De heer DUBBELMAN Ik verheug me nu al op het debat, maar ik memoreer dat u er niet was op die raadsvergadering in maart 2000. Er was een akkefietje, geloof ik, op grond waarvan u toen de raad verliet en u zich verder onttrok aan uw democratische plichten als vertegenwoordiger van het volk. Maar u had ook toen kunnen weten dat we van het begin af aan hebben gezegd dat we vier ijkmomenten hadden. Die meten we af aan budgettaire kaders, dat ligt nadrukkelijk vast. Het eerste ijkmoment, ik vind dat toch een wat sympathiekere term dan go/no-go is het Voorbereidingskrediet. We hebben toen een discussie gehad over frontoffice en backoffice, en wij hebben als CDA naar voren gebracht dat het zinvol was, ook voor de kwaliteit van het werk en voor de verbetering van de efficiency, om de huisvesting te concentreren. Vandaar ons ja tegen het Voorbereidingskrediet. In de raadsvergadering van maart 2000, waarbij u toen niet aanwezig was, hebben wij ons gecommitteerd aan de tweede go, in plaats van no-go. We zeiden ja tegen het Voorlopig Ontwerp, maar wel in de veronderstelling dat de budgettaire kaders, die toen definitief waren vastgesteld, voor ons ijkmomenten waren voor de twee vervolgmomenten. We hebben in totaal vier go/no-go-beslissingen, vier ijkmomenten: het Voorbereidingskrediet, het Voorlopig Ontwerp, en nu het derde van de vier, het Definitief Ontwerp. Waarom zeggen wij nu ja bij dit derde beslissingsmoment? Omdat datgene wat nu wordt voorgesteld nadrukkelijk, ik citeer uit het raadsstuk, binnen de door de raad vastgestelde financiële kaders blijft. Natuurlijk kunnen er in het traject tussen een Voorlopig Ontwerp en een Definitief Ontwerp onverwachte dingen gebeuren. Als het overal maar binnen het financiële kader blijft. Zo heeft u bijvoorbeeld over de fietsenstalling kunnen lezen dat die op zich wordt gehandhaafd, maar we doen ons best om een goede fietsenstalling te krijgen die wat minder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 441