21 DECEMBER 2000
443
feit dat we nog steeds bezig zijn met districtsgewijs werken. Dat betekent met name
frontoffice-functies naar de districten toe brengen. Dat neemt niet weg dat niet valt uit te
sluiten dat daar ook backoffice-functies in mee kunnen. We zien dat er een sterke neiging
bestaat om allerlei overheidsdiensten te gaan decentraliseren, dichter naar de burger toe te
gaan. Je ziet het bij de politie waarover we het twee weken geleden nog in de commissie AZ
hebben gehad; justitie wil de wijken in om dichter bij de burger te kunnen opereren. Waarom
zou dat voor een gemeentelijke overheid niet gelden? Wij doen dat ook, althans die visie is
uitgesproken, die wens ligt er, en wij moeten dat invullen in het kader van het districtsgewijs
werken. De concentratie, ook van backoffice-functies, lijkt toch op een beweging die
tegengesteld daaraan is en wellicht op den duur contraproductief, zodat straks weer het inzicht
komt dat dat een verkeerde keuze is geweest. Die vraag heb ik voorgelegd en de wethouder
was daarvan niet overtuigd. Die vraag blijft ons echter parten spelen, omdat wij daarvan nog
niet zo overtuigd zijn. Een andere zaak is, ook de heer Kwisthout heeft dat aangegeven in de
commissie en ik heb hem daarin ondersteund, de ontwikkeling van deeltijdwerk en telewerken.
Kortom, het hele ambtenarenbestand dat gebruik moet maken van de stadskantoren zou
weieens op termijn kunnen inkrimpen. Als ik daaraan het volgende toevoeg, en dan wend ik me
niet zozeer tot de heer Dubbelman maar tot de heer Snier, die afgelopen dinsdag bij de
bespreking van de audit in de Rekeningcommissie sterk erop aandrong om maar meteen alle
aanbevelingen van de audit over te nemen, en ik zet al die aanbevelingen goed op een rij, dan
komt daar eigenlijk uit dat we als raad toch gedwongen zouden zijn om een kerntakendiscussie
te voeren, waarin nogal wat functies aan de orde zijn, waarvan je jezelf moet afvragen of deze
kerntaken van de gemeente zijn en of wij die als zodanig willen handhaven. Als je die lijn
doortrekt dan sluit ik niet uit dat in ieder geval op termijn het ambtenarenapparaat in omvang
zal afnemen. De beantwoording op dat soort vragen wordt vanavond niet gegeven en die zal
ook de komende maanden nog niet worden gegeven, dat is mijn stellige verwachting. Op het
moment dat je dan zegt een nut- en noodzaakdiscussie te willen aangaan, ook over de
ontwikkeling van Stadskantoor 1-A, dan ben ik nóg niet zo ver als de heer Dubbelman, dat we
nu moeten zeggen dat de go/no-go-discussie vandaag leidt tot de derde keer go. Zover ben ik
nog niet. Ik moet u zeggen dat u mij bijna op het verkeerde been hebt gezet. Ik moet even
kijken of we daarom een schorsing zullen vragen. Wat betreft de huur van Stadskantoor 2 het
volgende. Het element dat wij daar ruimtes kunnen afstoten hebben wij in onze interne
discussie nog niet betrokken, dus wellicht vraag ik om een definitieve standpuntbepaling
daarvan te laten afhangen. Dat wat betreft mijn bijdrage.
De heer SNIER
Wij waren in eerste instantie niet van plan om te reageren op dit voorstel, omdat het ons
inziens al ruim voldoende was uitgediscussieerd in de commissie en wij er inderdaad niet op uit
zijn om commissievergaderingen te herhalen. Ik heb overigens tijdens de commissievergadering
al gezegd dat een definitief ontwerp, dat zeer lijkt op een voorlopig ontwerp, eigenlijk niet
meer een hele zware discussie waard is. In die zin kun je een korte opmerking maken.
Uiteindelijk moet je de zaken in een veel eerder stadium doen en niet op het moment dat je in
een serie, in een proces, al heel veel geld op een bepaald moment aan een procesgang hebt
uitgegeven. Dat was even de discussie over de go/no-go-discussie en wat ons betreft was het no-
go-punt dus ook al ruimschoots gepasseerd. Overigens, nu ik toch het woord heb, zou ik zo
meteen nog even willen reageren op datgene wat de heer Schroder zei. Ik vind wel dat het CDA
een stuk voorzichtiger was dan in de commissievergadering. Ik heb de notulen nog even erop
nagelezen en daarin wordt toch steeds gesproken over het vertrouwen dat het CDA heeft. Ik
heb de heer Dubbelman nu echter horen zeggen dat hij veel hoop heeft. Hoop en vertrouwen
zijn niet helemaal dezelfde dingen. Ik hoop dat
De heer SCHRODER
Het zal wel geloof zijn.
De heer SNIER
Ik hoop dan ook eigenlijk