21 DECEMBER 2000
459
iets moet leiden. Wij hebben onze bedenkingen bij de manier waarop het een en ander
plaatsvindt in de wijk Heuvel bij het project Heinsiusstraat en omgeving, waar sloop plaatsvindt
en nieuwbouw en waar uiteindelijk zeventig procent koopwoningen en dertig procent huur
woningen zullen worden gerealiseerd. Uit de informatieavond die de woningbouwvereniging
voor de bewoners heeft gehouden is gebleken dat zeer veel bewoners uitermate ontevreden
daarover zijn. En dan vragen wij ons af: wat betekent die inspraak dan? Is het niet zo, als zo'n
stedelijk vernieuwingsproces op gang is, dat de gemeente een regierol heeft en ook in dit soort
zaken voor sturing zou moeten zorgen? Graag hoor ik de reactie van de wethouder op dit punt.
De heer DOUWES DEKKER
Dit is een te vitaal onderwerp binnen onze Bredase gemeenschap om zonder commentaar van
onze kant te laten passeren. Met grote belangstelling heeft de WD-fractie de beide
voortgangsreportages en de beide werkplannen voor Heuvel en Noordoost bestudeerd, als
voorbereiding op de commissiebehandeling en de behandeling van vanavond. De stukken
geven een helder inzicht in wat is bereikt en wat nog komen moet. En het is niet niks. Alleen al
de beide activiteiten- en projectenlijstjes in de werkplannen spreken voor zich. Hierin wordt
concreet zichtbaar dat het om diep in de samenleving ingrijpende ontwikkelingen gaat die even
onvermijdelijk als ook bij de uitvoering vaak niet altijd even plezierig voor de directe omgeving
zullen zijn. Uit de toon van de rapportages en de plannen van het college spreekt daadkracht,
optimisme en ook zeker realisme. Dat spreekt ons dan ook zeker aan. Het voert onnodig ver om
in deze vergadering op details in te gaan. Het kernpunt is en blijft de bevolking in de beide
wijken uitzicht te bieden op een sociaal en economisch veilige omgeving. Daarbij wordt voluit
een beroep gedaan op alle vijf invalshoeken van stedelijke vernieuwing: wonen, groen, ruimte,
milieu en fysieke economie. Dat daarbij een ophoging van het aantal uren voor de algemene
coördinatie nodig is, is begrijpelijk en financieel verdedigbaar. Onze fractie hoopt dat de
woningcorporaties onverkort hun verantwoordelijke rol in het geheel zullen spelen en dat voor
zover nodig het college hen daaraan zal herinneren. Onder het kopje "naar een integrale
samenleving" wordt in de commissiestukken gesproken over de wenselijkheid, zeg maar de
noodzaak, om het allochtone kader vast te houden, aan de wijken te binden. Een belangrijke
opmerking, lijkt ons. Het kunnen bieden van een goede mogelijkheid van bestaan, sociaal en
economisch, lijkt ons inderdaad dé manier om via het voorbeeld van de hoger opgeleiden en de
economisch sterkeren deze bevolkingsgroepen te motiveren zich verder te ontwikkelen en
verder te integreren in de samenleving. Een en ander neemt niet weg dat wij met enige
angstige nieuwsgierigheid de plannen van aanpak die het college ons binnenkort in 2001 heeft
toegezegd, zullen afwachten. Wat zal het prijskaartje straks zijn van de aangekondigde overall
regisseursfunctie van de gemeente, zoals het werkplan aangeeft? Veel zal daarbij afhangen van
de greep van de regisseurs op de deelterreinen. Zal dit vooraf zijn te ondervangen in de
plannen van aanpak? Wij zijn zeer benieuwd. Hierbij zonder meer onze steun voor de beide
gevraagde budgetten in het raadsvoorstel. Ziet u het maar als een wat uitgebreide stemver
klaring.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Ik wil beginnen met het feit dat alle fracties positief hebben geadviseerd ten aanzien van dit
raadsvoorstel in de commissie. Dat wil ik voorop zetten. Dat je constant vragen daarbij hebt is
een hele logische zaak en ik denk dat je elkaar daarbij wakker moet houden. Op de punten die
zijn genoemd, zoals de opmerking over de politie, hoe het daarmee gaat, hoe je daarmee
omgaat en het feit dat het steeds om een klein aantal gaat dat onrust veroorzaakt, is ingegaan
in de commissie. Er is gezegd dat een integraal beheerplan in januari zal zijn afgerond, wat in
de stuurgroep zal worden besproken, waarbij de sociale, de fysieke en de veiligheidsaspecten
aan de orde komen. Controleerbaar moet zijn wie wat uitvoert, en wie waar verantwoordelijk
voor is. Dat hebben we gezegd, dat vinden wij met ons allen. Daarnaast wordt er gezegd dat
men wat bedenkingen heeft bij de inspraak en vraagt men zich af of het allemaal wel goed
loopt. Ik denk dat we het met elkaar vaak hierover moeten hebben. In de werkgroep en de
stuurgroep komen alle groepen samen. Er zullen altijd vormen van kritiek blijven. Dat is zo,
maar het is een proces waar iedereen aan bod en aan het woord komt. Wat betreft de discussie
over de regierol van de gemeente het volgende. De regierol van de gemeente is hier een andere
dan in de stadsvernieuwingsprojecten, maar die is wel aanwezig. Wij vragen ook steeds ons te
helpen met meedenken, ons budgetten te geven, zodat we het kunnen waarmaken, en hoe we