21 DECEMBER 2000
465
komen. Daarmee doen we ons voordeel en zetten we nog duidelijker weg wat wij als raad
willen.
De VOORZITTER
Ik geef u de gelegenheid om, na deze krachtige woorden, in tweede instantie te reageren als u
daaraan behoefte zou hebben. Wie uwer nog?
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Die motie is toch aangenomen?
De VOORZITTER
Neen, maar dat gaat er wel op lijken. Het zit er een beetje in.
TWEEDE TERMIJN
De heer DE ROOS
Wat betreft de problematiek volkshuisvesting maken wij er geen geheim van dat wij inderdaad
worstelen met die materie. Wij dagen iedereen uit die de wijsheid hierover in pacht heeft, om
die wijsheid maar eens op tafel te leggen. Als dat de suggestie is van de wethouder, dan ben ik
heel erg benieuwd welke eindoplossingen zij ons te bieden heeft.
De heer POSTHUMA
Ik wil graag een keer een afspraak met u daarover maken. Al heb ik niet de indruk dat alleen de
PvdA-fractie de wijsheid in pacht heeft, denk ik wel dat we daarin met elkaar misschien een stuk
verder zouden kunnen komen. Helaas was de bijeenkomst van afgelopen week over
volkshuisvesting gelijktijdig georganiseerd met een commissievergadering. Ik was daar erg
graag bij geweest. Wat ik uit de krant heb begrepen is, dat er toch wel een omwenteling heeft
plaatsgevonden in het volkshuisvestingsdenken van de GroenLinks-fractie hier ter plaatse, of
van de afdeling op zijn minst
De heer DE ROOS
Een omwenteling? Wat ik wel kan zeggen is, en daarover wil ik absoluut niet geheimzinnig
doen, dat wij al tijden bezig zijn met die materie en dat wij al tijden aan het twijfelen en het
weifelen zijn. Nogmaals, er zijn wat ons betreft nog geen finale standpunten ingenomen.
De VOORZITTER
Het is worstelen, maar nog niet omvallen.
De heer DE ROOS
Het lijkt ons uitstekend om in reactie op de suggestie van de heer Posthuma in alle openheid
met elkaar over dit soort zaken binnen en buiten de raad te discussiëren. Ik heb geen enkel
probleem daarmee. Maar dat zou ik natuurlijk wel hebben, wanneer iemand zegt het bij
voorbaat allemaal zo goed te weten. Ik neem aan dat dat niet het uitgangspunt is van uw
fractie, mijnheer Posthuma.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Mag ik ingaan op de woorden van de heer Posthuma? Want het zou raar zijn als u mij zou
uitnodigen om te overtuigen, tenzij u mij ziet als een pars pro toto, maar dat is niet altijd
waar, zeker niet buiten de raad. Ik vind de opmerking van de heer Posthuma om dat samen te
doen prima. Wij hebben hierover een standpunt en ik vind het best dat wij ons samen daarover
buigen. Ik zie het echter niet op mijn weg liggen om u persoonlijk te overtuigen, dat wil ik niet,
dat vind ik dwingend.
De heer DE ROOS
Neen, ik vond dat het dwingend was wat u daarnet stelde, dat u de indruk had dat het bij ons
een beetje aan het zwalken was, en dat u het standpunt