24 FEBRUARI 2000 48 signaal zou moeten worden overgedragen naar de regering. Daarover is het voorstel, dat nu aan de orde is, ook duidelijk. Het belang zelf wil ik graag als volgt onderstrepen. het Nationaal Park, dat tien jaar bestaat, bezig is met een zoneringsbeleid, alles wat eruit kan moet eruit. Men probeert de natuur zo veel mogelijk te herstellen en is bezig met een stiltebeleid om de fauna en de flora goed te laten groeien en bloeien. Als ik denk aan de problematiek die zich bij deze materie op seismografisch gebied zou kunnen voordoen, en een eventuele bodemverzakking, dan kan ik zeggen, en dan spreek ik ook als vertegenwoordiger van het schap", u begrijpt dat ik nu de heer Kruithof citeer, "dat er bij de leden van het schap en ook bij de andere overlegpartners toch de angst bestaat, dat dit zogenaamde begin, dus deze fase waarin het nog niet riskant zou zijn, heel makkelijk zou kunnen uitmonden in gebeurtenissen waarbij zich wél iets heel erg vervelends gaat voordoen in het Nationaal Park. Ik zou dan ook namens het college willen zeggen dat ik deze motie duidelijk kan aanbevelen." Met dank aan de heer Kruithof voor dit citaat. Ongerustheid, risico's, waar het over gaat is dat er iets ernstigs met het Nationaal Park zou kunnen gebeuren. Ik denk niet dat ik het belang op zich mooier kan verwoorden dan de heer Kruithof dat heeft gedaan. Het gaat dan niet om de vraag of zich daadwerkelijk schade zou kunnen voordoen, zoals de heer Dubbelman dat verwoordt. Het gaat erom of op dit moment de risico's voldoende in beeld zijn en of je als schap, of als belang in de regio, of als stad Breda bereid bent om reeds nu die risico's te aanvaarden. De heer Kruithof heeft ook nadrukkelijk gesproken over een stiltegebied, en alles wat eruit kan kan eruit. Als je vervolgens aan de randen boorinstallaties, schuin of recht, dat doet dan niet zo terzake, in dat gebied gaat toelaten, dan verstoor je daarmee de rust in dat gebied. Ik denk dan ook dat het signaal van de raad niet voor niets is geweest. In de richting van de heer Haarhuis het volgende. Hij schetst dat de positie die de heer Dubbelman heeft gekozen een formeel juridische positie is, waarin hij zijn visie op het geheel heeft gegeven. Die vraag is, denk ik, niet aan de orde. Het is aan de heer Dubbelman, als raadslid, om te stemmen zoals hij denkt te moeten stemmen. De volgende vraag is of hij nog loyaal vanuit het belang en vanuit de uitspraak die in Breda is gedaan, dus het signaal dat is afgegeven, kan functioneren en of dat een ander functioneren is dan de formeel juridische positie. Het is namelijk niet aan hem om de gemeenteraad van Breda duidelijk te maken wat zijn positie in het schap is geweest, het is zijn taak om het schap ervan te doordringen wat het standpunt van de gemeente Breda is. Uit de bijdrage die de heer Dubbelman heeft gegeven, en ook de fax onderstreept dat, blijkt dat hij het schap heeft uitgenodigd om op de eerstvolgende vergadering van het schap de vergunning verlening met alle argumenten, pro en contra, op de agenda te zetten. Kortom, niet de onder-uit-de-buik-gevoelens, zoals de heer Kruithof die, denk ik, met steun van de raad heeft verwoord, maar inderdaad een formeel juridische benadering, waarvoor de raad in die motie, toen die werd aangenomen, juist niet heeft gekozen. De heer Dubbelman houdt kennelijk open, dat geeft hij in zijn fax ook aan, dat er aan de hand van die formeel juridische benadering, dus op basis van alle pro's en contra's, een definitief standpunt van het schap zal moeten komen. Het gaat erom welke positie de heer Dubbelman in de Recreatieraad van het Nationaal Park inneemt en dat hij daar loyaal uitvoering geeft aan het standpunt, zoals dat in Breda is verwoord. Niet hij komt hier terug om ons te vertellen hoe de discussie in het schap is afgelopen, wij sturen hem weg met een boodschap. Hij mag dat best in die zin verwoorden dat hij niet als een gedresseerd hondje aan een touwtje wil worden weggestuurd, want ik heb respect voor die positie en ik respecteer heel nadrukkelijk dat hij daarin een eigen beslissingsbevoegdheid creëert, maar hij vertegenwoordigt de gemeente Breda in het Nationaal Park en het is niet aan hem om dan volledig eigen standpunten, op basis van gemeende eigen juridische posities, in te nemen. De heer Kisthout gaf al aan dat het gaat om een zorgvuldig omgaan met personen. Ik denk dat de heer Dubbelman heel goed begrijpt dat hier niet zijn persoon als zodanig in het gedrang is, want anders zou deze discussie niet in het openbaar moeten en ook niet mogen plaatshebben, dat is ook absoluut niet de strekking van het voorstel. Het gaat om de functie van de heer Dubbelman in het Nationaal Park en de consequenties die verbonden kunnen worden aan het stemgedrag. Waar de heer Kruithof heel duidelijk het belang heeft geschetst, heeft de heer Kwisthout nog eens aangegeven dat ook het maatschappelijk belang daarin een grote rol speelt. Niet voor niets is het zo dat er vanuit m

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 48