30 MAART 2000
57
stellen de raad voor om te besluiten als volgt:
De raad van de gemeente Breda,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders inzake het vaststellen van het
bestemmingsplan "Adriaan Klaassenstraat" (Breda);
overwegende:
1. dat zienswijze nummer 5 van mevrouw Schokker en de heer Van Broekhoven gedeel
telijk gegrond dient te worden verklaard, omdat het past in een evenwichtig
bestemmingsplan waar ook natuur en ruimte voor de wandelaar en de fietser aandacht
krijgt, te bepalen dat voet- en fietspaden zullen worden aangelegd en dat de plaats
daarvan zal worden aangegeven op de plankaart. De formulering in het raadsvoorstel
over de voet- en fietspaden is te vrijblijvend;
2. dat de zienswijze van de heer en mevrouw Goos-Van Loon in zoverre gegrond dient te
worden verklaard dat de ambtelijke toezegging in 1995, om een uitweg voor
personenauto's te verlenen naar de nieuwe weg tussen veiling en Westtangent, gestand
moet worden gedaan; gedane toezeggingen moeten immers worden nagekomen; de
naderhand opgetreden wijziging van omstandigheden zoals aangeduid in het
raadsvoorstel is in dit verband niet aan te merken als een relevante wijziging van
omstandigheden;
besluit:
het dictum van het raadsvoorstel aldus te wijzigen:
schrappen:
het bij 1a achter het derde gedachtestreepje genoemde (de namen Schokker en Van
Broekhoven);
toevoegen:
aan 1b:
de tegen het ontwerpbestemmingsplan Adriaan Klaassenstraat kenbaar gemaakte
zienswijze van mevrouw S. Schokker en de heer F.J.G. van Broekhoven gedeeltelijk
gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren";
een nieuw 2c, luidende:
"het aanpassen van de plankaart als gevolg van het gedeeltelijk gegrond verklaren van de
zienswijzen van mevrouw S. Schokker en de heer F.J.G. van Broekhoven";
een nieuw 2d, luidende:
"d. het aanpassen van de bestemmingsplanvoorschriften als gevolg van het voren
staande";
en gaat over tot de orde van de vergadering.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Over deze zaken is inderdaad een discussie in de commissie gevoerd. In het geval van de
familie Schokker is het zo dat over de invulling van de fietspaden heel duidelijk is gezegd
dat die niet nü maar later komt. Daarop hoeven we dus ook niet op deze manier vooruit
te lopen, zoals de heer De Roos van GroenLinks voorstelt. Wat betreft de andere casus van
mevrouw Goos is op dit moment een geheel andere situatie ontstaan doordat men bij de
verkoop ook andere zaken heeft gerealiseerd, en daarom is de gemeente van mening dat