30 MAART 2000
70
democratisch oogpunt heeft het college de eenvijfde-regeling gecontinueerd willen zien,
welke regeling juist door dat vertoon van macht, op dit moment en op deze plaats onjuist,
nu noodgedwongen ter discussie wordt gesteld. Vandaar dat de coalitie zich op het
voorstel heeft beraden. Gelet op het Reglement van Orde is het mogelijk om op dit
voorstel een amendement in te dienen. Ik wil u dat voorlezen en vervolgens zullen de
collega's de motivatie kort nader toelichten. De tekst is, behoudens de formele tekst zoals
die gebruikelijk is, als volgt: "overwegende dat de stedelijke ontwikkeling geen uitstel
duldt van onder andere grote bouwlocaties en andere voor onze stad maar vooral voor
zijn bewoners relevante projecten, verwijzend naar artikel 30 van het Reglement van
Orde, stellen wij voor het bij het voorstel behorende conceptbesluit sub a als volgt te
wijzigen: "aan burgemeester en wethouders te delegeren de bevoegdheid tot het
verlenen van vrijstelling ingevolge artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening,
tenzij binnen twee weken tenminste een derde van zijn leden te kennen geeft de
beslissing aan de raad te willen houden. En hieraan de voorwaarde te verbinden dat
burgemeester en wethouders uiterlijk na een jaar een evaluatie aan de raad voorleggen".
Dit amendement zou ik willen indienen, en de coalitiecollega's via u de gelegenheid willen
geven om daarop een korte motivering te geven.
De VOORZITTER
Door de heer Adank is een amendement ingediend. Dit voldoet aan de formele vereisten,
is voldoende ondertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen.
Het door de heer Adank namens de fracties van CDA, VVD, PvdA en D66 ingediende
amendement luidt als volgt:
AMENDEMENT (2)
met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders inzake de delegatie van
de bevoegdheid ingevolge artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)
aan burgemeester en wethouders.
Ondergetekenden, A.C.A.M. Adank, J.P.W.A.A.M. Taks, H.J.M. Haarhuis en B.S. Joosse,
leden van de raad van de gemeente Breda;
gelet op het bepaalde in artikel 30 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen
van de raad van de gemeente Breda;
stellen de raad voor om te besluiten als volgt:
De raad van de gemeente Breda,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders inzake de delegatie van de
bevoegdheid ingevolge artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) aan
burgemeester en wethouders;
overwegende:
dat de stedelijke ontwikkeling geen uitstel duldt van onder andere grote bouwlocaties en
andere voor de stad en zijn bewoners relevante projecten;
stelt voor:
het bij het voorstel behorende conceptbesluit sub a als volgt te wijzigen:
"aan burgemeester en wethouders te delegeren de bevoegdheid tot het verlenen van
vrijstelling ingevolge artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, tenzij binnen