30 MAART 2000 74 De heer VAN YPEREN Met deze discussie van vanavond wordt de burger niet gediend. Ik denk dat het naar is voor de burger in zijn algemeenheid. De bedoeling van Breda '97, en die wordt zeker niet meegesleept door andere partijen, is om duidelijkheid te krijgen rond artikel 19. Breda '97 wil alleen maar vragen om dat recht dat er is om het aan de raad te houden te gebruiken, en om te kijken of dat niet een veel betere oplossing is. Men doet nu net alsof dat een misdaad is. Maar het is een recht dat gewoon aanwezig is. En het is zeker niet de bedoeling van Breda '97 om elke procedure tot het einde te volgen, of om elke aanvrage van artikel 19 te frustreren. Dat is niet de bedoeling, de bedoeling is uitsluitend en alleen om in principe duidelijkheid te hebben, en de mogelijkheid hier in de raad te hebben om over die zaken te discussiëren. Het moet niet zo zijn dat we naar de leeskamer moeten gaan om te kijken wat er op de leestafel ligt, neen, in principe moet het heel duidelijk in de raad naar voren worden gebracht De heer HAARHUIS Ik heb namens de Partij van de Arbeid en de andere coalitiepartijen, en overigens ook andere commissieleden, afgesproken met de wethouder dat er altijd melding wordt gemaakt en dat de zaken worden toegestuurd. Daarvoor hoeft u helemaal niet naar de leeskamer, wel om de verdere dossiers in te zien, maar daarvan komt altijd melding. Dat hebben we afgesproken. De heer VAN YPEREN Dat is correct. We krijgen een melding dat er een ligt, misschien een uitgebreide melding met een verwijzing naar de leestafel. U schetst dat prima. Maar dat is verreweg onvol doende. Nog één punt, en dan wil ik het hier beëindigen. Wat de coalitiepartijen nu als machtsmisbruik van de oppositiepartijen naar voren brengen, dat is datgene wat ze nu zelf presenteren. De heer KWISTHOUT Ik heb hieraan verder weinig toe te voegen. De optiek van de SP is, ik heb dat in de commissie Middelen gesteld, en mijn fractiegenoot in de commissie Ruimtelijke Ordening, dat ieder raadslid in staat moet zijn een onderwerp in verband met ruimtelijke ordening naar de raad te brengen en daar te bespreken. Een getal van een vijfde van de raadsleden vonden wij al veel te ver gaan. De wetgever gaf de raad de mogelijkheid om ieder besluit aan de raad voor te leggen. Wat nu gebeurt, namelijk het terugbrengen naar een derde deel, dertien raadsleden, wat een volstrekt willekeurig getal is, doet wat de SP-fractie betreft geen recht aan democratie op gemeentelijk niveau. De heer LEUNISSE Wij, de Parel van het Zuiden, hebben in ieder geval twee hoofdpunten in ons programma: inspraak en medezeggenschap. Het is heel duidelijk dat deze punten hierdoor de das wordt omgedaan. Daarom steunen wij elkaar zo. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Er zijn veel zaken uitgewisseld. Er is ook gesproken tussen de partijen. Ik denk dat ik er even aan herinner dat letterlijk in de eerste termijn door GroenLinks is gezegd: het is een gezamenlijke verklaring, waarin wij verklaren dat wij gezamenlijk tekenen als oppositie. Daarop heeft zich een discussie ontsponnen en die is aanleiding geweest voor het amendement, dat wordt ingediend door het CDA, de WD, PvdA en D66. Ik denk dat de discussie heel lang gevoerd kan worden. Aan de andere kant zegt het wetsartikel heel uitdrukkelijk dat de raad de wijze van delegatie bepaalt. Ik neem aan dat iedereen, in elk geval de ondertekenende partijen, achter de voorwaarden staat die nu in dit amendement worden gesteld. Het college doet er wijs aan om de delegatie te verbinden aan de voorwaarden die worden gesteld door, wat wij dan moeten zien als, dé raad. Er wordt gesproken over het gaan van een vijfde naar een derde. Dat is dan de wens van delegeren. Terecht staat er vervolgens in het amendement dat er daarnaast moet worden gekeken naar wat er in de praktijk gebeurt, en dat daaraan wordt verbonden om één jaar te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 74