24 APRIL 2000 91 De heer DE ROOS Ook wij kunnen absoluut leven met het bestemmingsplan dat als zodanig ter beoordeling voorligt. Zojuist is al gezegd dat er in de commissie RO twijfels leefden over de voorge stelde ongegrondverklaring van de twee zienswijzen van respectievelijk de heer Titulaer en de familie Bink. Ook wij hebben het voorstel om die reden mee teruggenomen. In feite gaat het over bouwen aan en nabij de stadsrand. Het standpunt in het raadsvoorstel ten aanzien van Titulaer is dat er te veel verdichting aan de stadsrand plaatsvindt en ten aanzien van Bink dat de bouwwens van betrokkene überhaupt tot te veel verdichting zou leiden. Ik heb de situatie ter plaatse nog eens bekeken. Ten aanzien van Titulaer vindt er, naar mijn mening, absoluut geen verdichting plaats. In plaats van een lelijke oude schuur met een asbestdak komt er woonbebouwing aan de Pennendijk, en wil men een woning realiseren die wat gunstiger komt te liggen ten opzichte van de straat: wat dichter bij de weg en wat verder gelegen van het achterliggende weiland. Naar onze mening wordt daarmee het open karakter van de stadsrand op geen enkele wijze aangetast. Ik moet er ook bij zeggen dat het stukje bebouwing dat er al staat, die schuur, deel uitmaakt van de aanwezige lintbebouwing en dat er dus niet ineens iets volledig nieuws aan het buitengebied wordt toegevoegd. Wat de familie Bink betreft het volgende. Hier is geen sprake van de rand van de bebouwde kom. De bestaande woning van de familie ligt precies op de hoek Kraaijenbergsestraat-Annevillelaan in Ulvenhout en daaromheen is in diverse windrichtingen woonbebouwing. Daartegenover, aan de noordwestkant, ligt zelfs een behoorlijk dichtbebouwd nieuwbouwproject. Het perceel van de familie is behoorlijk diep en ik zie niet in waarom daar geen woning, die voldoet aan de behoeftes van de betrokkenen, zou kunnen worden gerealiseerd. Verdichting mag wel in de binnenstad van Breda, af en toe tot het absurde. Ik wijs nog eens op het plan van flatbebouwing aan de Voorvang in Heusdenhout-Brabantpark, zeer dicht bij een bestaande flat. Dat kon allemaal wel, ondanks de terechte bezwaren die daartegen door de direct omwonenden waren ingebracht. Uiteindelijk heeft de Raad van State hen onlangs in het gelijk gesteld. Wij zijn van mening dat het niet juist is om met een zodanig summiere onderbouwing te komen tot afwijzing van de zienswijzen. Wij hebben dan ook een amendement klaarliggen om de zienswijzen 1 en 2 alsnog gegrond te verklaren. De VOORZITTER Door de heer De Roos is een amendement ingediend. Dit voldoet aan de formele vereisten, is voldoende ondertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Het door de heer De Roos, namens de fractie van GroenLinks, ingediende amendement luidt als volgt: AMENDEMENT (1) met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders inzake het bestemmingsplan "Woongebied Ulvenhout". Ondergetekenden A.M. Remie-Verweijmeren, P.H. Scheltens, W.J.G. Schroder, B.F.T. de Roos, leden van de raad van de gemeente Breda; gelet op het bepaalde in artikel 30 van het Reglement van Orde; stellen de raad voor om te besluiten als volgt: De raad van de gemeente Breda, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met betrekking tot het bestemmingsplan "Woongebied Ulvenhout" en het daarbij behorende ontwerpraads- besluit; overwegende dat:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 91