24 APRIL 2000 96 De heer DOUWES DEKKER De reactie van de VVD spreek ik uit in de vorm van een stemverklaring. Naar het oordeel van de VVD-fractie levert het college met het voorliggende raadsvoorstel een uitstekende aanscherping van bestaand beleid, zoals dat al eerder tot ons kwam via de Stadsvisie, werkbijeenkomsten en in andere stukken en beraadslagingen. Wat dat betreft voelen wij ons op geen enkele wijze door het college voor het blok of onder druk gezet door de tijd of anderszins. Onze fractie heeft er vertrouwen in dat het college erin slaagt met deze notitie en de daaruit sprekende beleidsvoornemens de rijksoverheid in het kader van het convenant Grote Stedenbeleid te overtuigen van kwaliteit en visie van de uit te voeren opdracht tot gewenste precisering. Het is plezierig daarbij op te merken dat instanties als de SWOB en de corporaties hebben willen meedenken en, naar wij hebben begrepen tijdens de uitvoerige commissiebehandeling van gisteravond, dat door het college naar hen wordt geluisterd. Met belangstelling zien ook wij uit naar het met de portefeuillehouder te voeren overleg in mei/juni naar aanleiding van de eerste aanbieding door het college van de rapportage Feiten en ontwikkelingen op de woningmarkt Breda. Op basis daarvan kan dan zinvol gesproken gaan worden over verdere differentiatie en herstructurering van de woningvoorraad. Wij steunen het voorstel. Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK Ik wil graag een paar inhoudelijke opmerkingen maken naar aanleiding van de discussie die gisteravond in de commissie is gevoerd en waarvan ik heb vernomen dat die intensief en vruchtbaar is geweest. Het is mijn fractie opgevallen dat we hier te maken hebben met een duidelijk op de toekomst gerichte visie, en dat is altijd een goede zaak. Een doorkijk naar de periode die zelfs na deze raadsperiode ligt geeft natuurlijk weer allerlei mogelijkheden om het beleid aan te scherpen. Ik moet u zeggen dat mijn fractie in dit verhaal een aantal aanzetten terugvindt, zoals die al in het verleden, onder andere in de nota Volkshuisvesting en in de Stadsvisie, zijn aangegeven. Het moge duidelijk zijn dat de discussie die in juni gevoerd gaat worden van eminent belang is in verband met deze onderwerpen. Belangrijk is toch om nog even te zeggen dat met name de 1/3-regeling een zorg is, ook voor mijn fractie. Het programakkoord voor deze periode is daarover overigens heel duidelijk. Maar het is onder alle omstandigheden noodzakelijk om te blijven zorgdragen voor de volkshuisvestelijke doelgroep. In dagen van economische hoogtij, die we nu mogen beleven, lijkt het wel alsof deze groep afneemt. Maar wanneer dat tij mocht keren, en wie kan zeggen hoe de omstandigheden in 2005 zijn, dan moeten wij onze verantwoordelijkheid in dit opzicht ook kunnen waarmaken. Datzelfde geldt uiteraard voor de kwantiteit van de goedkope woningvoorraad, waarover we al eerder hebben gedebatteerd. Mijn fractie wil nog opmerken dat zij zeer blij is met de opmerkingen over het particulier opdrachtgeverschap en met name over het consumentgericht bouwen. Wij hebben dat in eerdere stadia al eens aan de orde gesteld. Ook uw gedachten over het gebruik van het persoonsgebonden budget in dezen spreken ons aan. De kans dat door deze opzet meer gevarieerd en gedifferentieerd kan worden gebouwd ligt natuurlijk voor de hand. Met veel plezier kijken wij uit naar de eerstvolgende beraadslagingen in de commissie. De heer DE ROOS Het verhaal dat nu op tafel ligt is blijkbaar het resultaat van flink wat haastwerk. Toch heeft het tamelijk lang moeten duren voordat het er was. Haastwerk, getuige het groot aantal taalfouten in een raadsvoorstel van slechts twee kantjes. Ik tel er minstens zeven. Getuige ook de onuitgewerkte gedeeltes van het verhaal, en dan wijs ik met name op de passages over de doelgroepen van huisvesting en getuige, en dat is niet het minste argument, het overvalkarakter van de nota. Maar daarover heb ik al bij de behandeling van het ordevoorstel gesproken. Met betrekking tot de inhoud, waarbij ik me zal beperken tot de hoofdlijnen, het volgende. Het is opmerkelijk dat er wel degelijk nieuw beleid wordt uitgezet. Er is geen sprake van dat het alleen bestaand beleid is, dat enigszins wordt aangescherpt. Het is zeker geen oude wijn in nieuwe zakken, maar, wat ons betreft, eerder nieuwe wijn in oude zakken. Het gaat er onder andere over dat een belangrijke doelstelling van het beleid de huisvesting voor de midden- en hogere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 96