24 APRIL 2000 99 overwegende dat: - bij de voorgenomen sloop van flats aan de Bernard de Wildestraat de verhuurder de huurders een verhuiskostenvergoeding van 5.000,- in het vooruitzicht heeft gesteld, waarvan vooralsnog slechts 3.500,- wordt uitbetaald; - een verhuiskostenvergoeding van 8.000,- tot 10.000,- volgens het Nibud en verschillende rechterlijke uitspraken redelijk wordt geacht: - veel van de betrokken bewoners rond moeten komen van een laag inkomen; - de gemeenteraad de mogelijkheid heeft om door middel van een gemeentelijke verordening een minimum vergoeding te bedingen; besluit: 1. een dergelijke verordening, waarbij een minimum verhuiskostenvergoeding van 8.000,- bij gedwongen verhuizing wordt aangehouden, wenselijk te achten; 2. het college van burgemeester en wethouders op te dragen binnen afzienbare tijd de raad voorstellen te doen toekomen met betrekking tot een dergelijke verordening; en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer LEUNISSE Gisteravond was het toch een unieke vergadering. Het is nog nooit vertoond, althans zeker niet ten tijde van de Parel van Zuiden, dat één dag voor de raadsvergadering nieuw beleid werd gepresenteerd. Ondanks het feit dat de heer Haarhuis van de PvdA heel lang heeft gesproken en heel veel woorden heeft gebruikt om dat wat om te buigen of wat naar beneden te drukken, blijkt toch dat men in de toekomst de 1/3-regeling wil gaan loslaten. Dat was vrij uniek. Dat hij door de wethouder werd gesommeerd om niet te veel daarop door te gaan, omdat de vergadering anders drastisch zou uitlopen, vonden wij helemaal niet erg. Dat wij het ermee eens zijn dat het in de toekomst anders gaat worden, is een duidelijke zaak, maar dat het beleid en de afspraken die in het verleden zijn gemaakt niet worden nagekomen, kan niet, en daarom zijn wij tegen dit voorstel. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX De fracties die gisteravond aanwezig waren hebben erop gewezen dat in het voorstel een aantal correcties moet worden aangebracht. Wij zullen dat ook zeker doen. Het voorstel gaat dus geheel gecorrigeerd naar de staatssecretaris en iedereen krijgt een nieuw exemplaar. Dat was gisteravond dus reeds opgemerkt, en wij zullen daaraan ook gevolg geven. Een ander punt, en dat blijft een hardnekkig misverstand, is dat dit een aanvullende opdracht is en geen nieuw volkshuisvestingsbeleid. Met betrekking tot de bandbreedte het volgende. Dit is een bandbreedte waarbinnen het volkshuisves tingsbeleid zich zou kunnen begeven. Als er wijzigingen komen, dan is de raad uiteraard daarbij betrokken. Daarom zal er ook periodiek cijfermateriaal worden aangeleverd en in commissie en raad worden besproken. Het eerste deel van het cijfermateriaal waardoor wellicht wijzigingen kunnen ontstaan zal in juni aan de orde komen. Pas dan kan er sprake zijn van nieuw beleid, omdat het dan aan de orde is. De essentie blijft het volgen van de woningmarkt, het volgen van de wens van degene die een huis wil hebben: wil hij het huren of kopen? Het is dus sterker vraag en aanbod gericht. Dat is de woningmarktmonitor waarover menigeen spreekt en waarin ook de woningbehoefte wordt gepeild. In deze opdracht heeft het te maken met zaken die al in gang zijn gezet, mevrouw Vossenaar wees daar reeds op, wat reeds bestaand beleid is en waar naartoe wordt gewerkt. Maar die verwarring was er gisteravond ook. Ik heb eigenlijk meer uitgelegd dat volkshuisvesting een zaak is die iedere partij hier buitengewoon aan het hart gaat, en dat zij daarin met name ook de gevarieerde aandacht blijvend moet hebben voor iedere doelgroep, voor ieder inkomen dat gebruik moet maken van het woningaanbod. Daarin is geen fractie verschillend, ledereen heeft getuigd dat men dat een buitengewoon belangrijke zaak vindt. En inderdaad, er is een voorschot genomen op datgene wat in de toekomst wenselijk zou zijn. Tegelijkertijd heeft men ook gezegd: daar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 99