26 APRIL 2001
104
herinneren aan alle pogingen die in het verleden zijn gedaan tot gedwongen doorstroming en
huurbelasting. Die zijn in feite allemaal mislukt. Ik moet er ook niet aan denken datje mensen
altijd zou kunnen verplichten om bij scheefwonen de woning te verlaten. Ik denk dat je het niet
eens zou moeten willen, het kan de meest desastreuze gevolgen hebben voor de mensen zelf,
maar ook voor de sociale cohesie in de wijken et cetera.
De heer KWISTHOUT
Inderdaad, dat is wat ik in mijn verhaal ook stel, maar bent u het dan met mij eens dat die
woningen in principe ook niet bereikbaar zijn op dit moment?
De heer POSTHUMA
Die zijn op dit ogenblik niet bereikbaar, maar als je kijkt, want zo is nou eenmaal de
systematiek, naar je totale woningvoorraad en je zet die je af tegen je totale aantal
woningzoekenden, dan zie je wel alle woningbehoevenden, dat zijn dan ook alle gezinnen die
je aan de andere kant meetelt, ook degenen die op dit ogenblik al wonen. Dat is een soort
brutowoningmarkt. Daartegenover kun je een nettowoningmarkt stellen. Daarbij gaat het
enerzijds uitsluitend om de woningen die vrijkomen en anderzijds over de mensen die op dit
ogenblik actief zijn op de woningmarkt. Dat zijn twee verschillende zaken, en je moet ze wel
consequent hanteren. Ik zou het hierbij willen laten.
De heer DOUWES DEKKER
Het is de WD-fractie bekend dat door het college aandachtig de volkshuisvesting in het
algemeen wordt gevolgd en het beheer van de sociale woningvoorraad in het bijzonder, en met
name daarbinnen ook het aspect van de doorstroming. Op 8 mei, de heer Posthuma zei het al,
hebben wij een informatiebijeenkomst geagendeerd gekregen van de zijde van het college
rond een analyse op de woningmarkt. Ik moet u eerlijk zeggen dat wij op dit moment de
interpellatie van de zijde van de SP bepaald prematuur vinden en we hebben ook absoluut geen
behoefte om ook inhoudelijk op de zaak in te gaan. Wij wachten rustig de informatiebij
eenkomst van 8 mei af.
De heer DE ROOS
Het gaat eigenlijk over twee dingen. Cijfers die zijn gepresenteerd in de woningmarkt-quickscan
met betrekking tot de particuliere huurwoningen, de interpretatie daarvan, en het scheef
wonen. Wij zijn heel benieuwd naar de beantwoording van die vragen. Wij zijn het helemaal
niet eens met de opmerking van de kant van de heer Posthuma, dat het hier zou gaan om een
theoretische discussie. Je moet eerst meten en dan kun je weten. En als je cijfers hebt
gepresenteerd die fout zijn, dan moetje dat gewoon toegeven. Dat is tot op heden tegen beter
weten in gewoon nog steeds niet gebeurd.
De heer POSTHUMA
Even alsnog bij interruptie. Wat ik dan liever meet als er toch gemeten moet worden, en
natuurlijk willen we dat graag, is wat het resultaat is van het beleid. Hoe ontwikkelen aantallen
woningzoekenden zich binnen Breda, maar vooral ook: hoe ontwikkelen zich de wachttijden in
de diverse categorieën woningzoekenden en categorieën woningen? Ik denk dat dat zaken zijn
waarop je veel directer kunt inhaken dan de kennis van het exacte aantal sociale woningen
binnen Breda.
De heer DE ROOS
Ik denk dat je ook het gevoerde beleid moet analyseren en de instrumenten waarmee je dat
beleid hebt gevoerd. Een van die instrumenten was de quickscan, heel simpel. Als er fouten in
die quickscan zitten, dan moet je kennis daarvan nemen en als daarop wordt gewezen, dan
moet je niet daaraan voorbijgaan, maar dan moet je zeggen: ja, u hebt gelijk, er zijn fouten
gemaakt. Als ik inzoom op de aspecten van de particuliere huurwoningen en het scheefwonen,
dan is het voor mij onbegrijpelijk dat de informatie die is vrijgekomen met betrekking tot de
particuliere huurwoningen niet is verwerkt. Wat betreft het scheefwonen: je kunt de mensen
natuurlijk niet dwingen om te verhuizen als ze met een hoog inkomen te goedkoop wonen. De
vraag is ook of je dat moet willen. Ik denk dat die vraag terecht is gesteld door de heer
Posthuma. Aan de andere kant kun je wel proberen tot een inschatting te komen van het