26 APRIL 2001 106 eenduidigheid zal bevorderen omdat u niet over dezelfde relevante cijfers beschikt. Ik nodig u uit om samen naar die presentatie te luisteren en samen te kijken of we daar een eenduidigheid kunnen vinden en dan conclusies met elkaar trekken. Ik hoop eigenlijk dat de SP deze werkwijze blijft volgen en zich niet laat opjutten door te zeggen: kijk, dit vragen we nu in Appelscha ook, dus dat moeten we eigenlijk tegelijkertijd ook even in Breda doen. De heer KWISTHOUT Even ter interruptie. Wat heeft dit met de interpellatie te maken? Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Als het niets daarmee te maken heeft dan ben ik alleen maar blij, want dan zeg ik: het is plaatselijk ineens in de breinen opgekomen. Dat kan. De heer KWISTHOUT Even voor de duidelijkheid. Ik vind het een hele interessante uiteenzetting, maar die heeft eigenlijk feitelijk weinig met de interpellatie van doen. Ik heb in dit interpellatiedebat een zestal vragen aan het college gesteld. Deze vragen hebben betrekking op informatie die vanuit het college aan de gemeenteraad is verstrekt en over het al dan niet juist zijn van die informatie. Misschien dat u daarop kunt ingaan. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ja, maar het is niet zo dat u een aantal vragen bij mij dropt en dat ik zeg: het antwoord op vraag 1 is dit, het antwoord op vraag 2 is dat. U weidt uit, u leidt in, dat doe ik ook. De heer DE ROOS Bij interruptie. Het is toch redelijk dat u vragen die gesteld worden beantwoordt? Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Natuurlijk. De vraag hoe het ook al weer met de SWOB zat heb ik beantwoord. Vindt u scheefwonen leuk, college? Daarop zeggen wij neen. Zouden ze allemaal moeten verhuizen? Daarop zeg ik neen. Wat heeft u voor middelen? Nou, niet zo gek veel, behalve dan dat je dus heel aantrekkelijk zult moeten bouwen zodat de mensen verhuizen. Wat ik ook belangrijk vind, maar dat zal naar uw mening misschien weer als een tang op een varken slaan, is dat je bijvoorbeeld uitzoekt hoe de mensen van de doelgroep wonen. Dat is ook uw vraag. Wonen zij allemaal in die woningen? Kan dat wel? Want er is scheefgroei. Het kan kennelijk toch. We zullen ook moeten nagaan welk percentage van de doelgroep in een sociale huurwoning of in een koopwoning woont. Of wonen ze te duur? Dat kan ook, dat zijn vrije keuzen die de mensen van de doelgroep zelf maken. Dat zou bijvoorbeeld ook leuk zijn om uit te zoeken. Het beleidsinstrumentarium om gedwongen te verhuizen is minimaal. Vraag 5 was ik even kwijt. De heer KWISTHOUT Die vraag is eigenlijk wel de belangrijkste. Ik zal hem nog een keer stellen. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ja, doet u maar. Het is zo, daarop wil ik u ook wijzen, dat u naar uw zeggen om een belangrijke interpellatie verzoekt, en in de vergadering zegt u even: ik heb zes vragen, beantwoord die eens even. Dan denk ik: hoe discussieer je dan? Ik vind dat jammer. Ik stel me dus ook meer voor in een later stadium. Maar stelt u vraag 5 nog eens als u wilt? De heer KWISTHOUT De vraag was: waarom houdt het college vast aan een op achterhaalde cijfers gebaseerde opvatting over woningen in de particuliere sector? En de zesde vraag was: waarom heeft het college hierover nooit een duidelijk antwoord in de richting van de SP gegeven? Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Dat is een subjectieve vraag daar waar u zegt dat het achterhaalde cijfers zijn. Zullen we eens met elkaar kijken óf ze achterhaald zijn? Hoe luidde vraag 6?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 106