26 APRIL 2001 108 We hebben dat in schriftelijke vragen aan de orde gesteld, in de commissievergaderingen Ruimtelijke Ordening, in Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Mag ik toch ook eens interrumperen? Het is belangrijk, denk ik, om te weten dat het woningbehoefteonderzoek, dat werd gepubliceerd in 2000, na de quickscan plaatsvond. Dus steeds zult u toch verrast worden door wéér nieuwe cijfers, weer nieuwe gegevens, minder scheefgroei of meer scheefgroei. Die cijfers kunnen steeds wisselen. Dus ik denk dat het ook helemaal niet goed is om je statisch in te graven in een paar jaar geleden. Je moet meegroeien en meeplooien en per jaar constateren wat er dan aan het gebeuren is. De VOORZITTER Was dit een interruptie? Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Sorry, maar deze discussies zijn vreselijk leuk als we het dan maar wél over dezelfde tijden en cijfers hebben, anders is het alleen maar mist en hakken. De heer KWISTHOUT Daarover ben ik het helemaal met de wethouder eens, vandaar dat ik ook probeer die cijfers boven tafel te krijgen. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Op 8 mei, om te beginnen. De heer KWISTHOUT Uiteraard is het zo dat cijfers veranderen, dat huren veranderen, dat scheefgroei verandert, al denk ik niet dat vijfduizend particuliere verhuurders ineens zullen besluiten om hun huur beneden de grens voor goedkope woningen te brengen. Mijnheer Douwes Dekker: ik denk niet dat de interpellatie prematuur is. Wij hebben op alle mogelijke manieren, via vragen, gesprekken met ambtenaren, inbreng in de commissievergaderingen geprobeerd om duidelijkheid te krijgen over die cijfers. En nu vonden wij het weieens tijd worden voor een interpellatie. Wat betreft de beantwoording van de wethouder het volgende. Laat ik even ingaan op de vragen die ik concreet heb gesteld, te beginnen met de eerste over het verschil van mening met de SWOB. Die vraag is beantwoord, zegt de wethouder. Daarmee zegt u feitelijk dat de SWOB liegt in haar brief waarin deze zegt nog absoluut geen duidelijkheid van het college, van de gemeente te hebben over de cijfers, en het nog niet ermee eens te zijn. Dat is wat ik vraag. Het college stelt, en ik wil de brief nog weieens een keer citeren: "Het verschil van inzicht met de SWOB is opgelost". Punt. De SWOB stelt, ik wil het even citeren: "Wij hebben nog steeds geen afdoende antwoord gekregen van de gemeente over dit punt". Het punt is die 140.000 particuliere verhuurders Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik zal toch maar even via een interruptie antwoorden, anders duurt het veel te lang. De SWOB is betrokken bij het onderzoek, dus u mag best van alles namens de SWOB vragen, maar de SWOB is gelukkig verder dan u in de samenwerking met de gemeente. De heer KWISTHOUT Van 6 maart 2001 is die brief, dat is nog vrij recent, en ik vraag nadrukkelijk waarom het college stelt dat het verschil is opgelost, terwijl de SWOB nauwelijks een maand geleden stelde dat dat absoluut niet het geval was. Een andere vraag waarop ik nog even wil ingaan is de opvatting over de woningen in de particuliere sector. Wij hebben herhaaldelijk gevraagd om duidelijkheid over die cijfers. De SWOB heeft geprobeerd met een onderzoek meer inzicht erin te geven, maar het college heeft hierop nooit gezegd dat dit toch eigenlijk veel verschil maakte en dat die cijfers misschien toch eens moesten worden herzien, omdat die immers belangrijk zijn voor het beleid. Dus mijn vraag was en is nog steeds: waarom heeft het college daaraan vastgehouden en niet de inbreng van de SWOB als argument genomen om die toch wel heel belangrijke cijfers te gaan onderzoeken?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 108