26 APRIL 2001 109 Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik zei zojuist dat die zaken zijn opgelost, of niet zijn opgelost, of verder zijn besproken met de SWOB, maar dat gebeurt in een werksfeer, dat gebeurt in overleggen. Na zo'n tussentijdse briefwisseling heb ik weer een ander overleg gehad. Ik vind dit niet zinvol, laten we dit op 8 mei met elkaar bespreken en als de SWOB dan zegt: wethouder, je kunt me wat, dan hoor ik dat wel op 8 mei van de SWOB. De heer DE ROOS Bij interruptie. Is het dan niet belangrijk om bij tijd en wijle terug te kijken op het gevoerde beleid en te constateren dat dat gevoerde beleid op bepaalde punten niet juist was, althans dat de informatie die daarbij is gegeven onjuist was? Kun je dat niet gewoon in alle eerlijkheid op een zeker moment toegeven? Natuurlijk is het van belang om nieuw beleid te ontwikkelen en voortdurend met elkaar bezig te zijn en te blijven over hoe het beter moet, maar je kunt toch ook, terugkijkend op wat is gebeurd en op de cijfers die zijn verschaft, op een zeker moment zeggen dat die cijfers op bepaalde punten onjuist zijn De heer DOUWES DEKKER Bij interruptie. Ik dacht dat op 8 mei een bijeenkomst door het college was geagendeerd. Dan gaan we terugkijken, mijnheer De Roos. De heer DE ROOS Het is nu toch aan de orde? Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik ben het eens met de heer Douwes Dekker, wij kijken terug maar dat doen wij op een hele andere manier. Wij kijken niet terug naar twee jaar geleden maar naar tien jaar, twintig jaar. Daar hebben we allemaal bij gezeten, dat is wat je doet, het zoeken naar kwaliteit en kwantiteit. En of dat fout is? Je zegt alleen dat er nu een ander beeld is, en hoe gaan we daarmee om? Je kunt je wel wentelen in het zeggen van: wat hebben we het toen fout gedaan. Maar misschien was het toen wel de tijdgeest en is er nu een andere tijdgeest, waarop je adequaat moet inspelen. Ik weet niet of het altijd fout is, maar altijd als je daarbij cijfers gebruikt vind ik het helemaal niet lastig om te zeggen dat we deze anders zouden moeten invullen en dat we nu zó daarnaar moeten kijken. Ik zou dat ook graag samen doen. U moet het niet alleen aan mij te vragen, u kunt ook weieens in uw eigen hoofd of hersens kijken en u afvragen of u misschien zelf altijd wel de goede gedachten heeft gehad. Dat moet niet alleen ik me afvragen, dat moet u zich allemaal afvragen De heer DE ROOS Wie kijkt u nu aan? Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX ledereen. U vraagt mij iets en ik heb geleerd dan terug te kijken. Maar als u zegt: dan neem ik aan dat u bedoelt: jé in het algemeen, en in het algemeen zijn wij mensen en wij moeten ons af en toe wentelen in schuldbesef en dan weer constructief doorgaan. Dat hoort erbij. De heer DE ROOS Wij doen voortdurend aan kritisch zelfonderzoek. Voortdurend. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik wel. De heer DE ROOS Wij ook. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Goed zo, als wij dat nou samen deden?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 109