26 APRIL 2001
113
Akkoord.
16. VASTSTELLEN VAN DE NOTA "ALLES HEEFT ZIJN PRIJS".
Mevrouw KNIPSCHEER
Ook al is het laat op de avond, dit onderwerp is zo ontzettend belangrijk dat ik dat toch niet in
de verdrukking wil laten komen. Tenslotte is heel het verenigingsleven het cement van onze
samenleving. Deze nota is de laatste stap naar een nieuw Bredaas subsidiebeleid en hij heeft de
mooie naam gekregen: Alles heeft zijn Prijs. In de commissie is er heel veel over gesproken en
wij hebben toen de complimenten aan de werkgroep gegeven, die ik hier best wel wil herhalen,
want het is een enorme klus geweest om aan deze grote verscheidenheid van verenigingen
binnen de vastgestelde criteria subsidie te gaan toekennen. Daar zit trouwens in de praktijk ook
de pijn. De verenigingen zijn zeer verschillend en in het raadsvoorstel wordt aangegeven dat,
daar waar nodig, tussentijdse aanpassingen kunnen worden gemaakt. Gezien het feit dat er nu
al verenigingen zijn, waaronder koren, jeugdcomités enzovoorts, die hun voortbestaan niet
meer zeker zijn ofwel hun werkzaamheden beperkt zien, verwachten wij tijdens de uitwerking
in de praktijk dat het beleid in de nota Alles heeft zijn Prijs ook daadwerkelijk bijgesteld kan
worden, zodat de nota niet gaat heten: Alles heeft zijn Pijn voor de verenigingen. Over de
ontwikkelingen bij het districtsgewijs werken en bij Vertizontaal vragen wij zo snel mogelijk
voorstellen.
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
De herindeling van Breda op 1 januari 1997 is eigenlijk de oorzaak van deze grote ommezwaai
in het subsidiebeleid, want het bleek niet mogelijk om de subsidie van de randgemeenten en
van Breda zomaar aan elkaar gelijk te stellen. Dat was te ingewikkeld, of dat ging gewoon niet
en al snel werd het duidelijk dat hierdoor het hele subsidiebeleid onder de loep zou moeten
worden genomen. Het hele traject is zeer zorgvuldig ingezet en uitgewerkt en fase voor fase
hebben we de ontwikkelingen besproken in de commissie SAW. Ik wil dan ook op al die punten
die zijn besproken hier zeker vanavond niet ingaan. De invoering van het nieuwe subsidiebeleid
stond in eerste instantie gepland voor 1 januari 2000. Het is nu twee jaar later, maar de WD-
fractie vindt zorgvuldig handelen belangrijker dan overhaast te werk gaan, vooral omdat het
zo'n ingrijpende klus was en omdat er ook zoveel mensen bij betrokken zijn. Wij kunnen ons
vinden in de hoofdlijnen en uitgangspunten van de nota. Het is duidelijk dat de overgang naar
een activiteitensubsidie meer creativiteit zal vergen van de aanvragers. Het is dan ook goed dat
er een informatiepunt is ingericht waar mensen terecht kunnen met hun vragen en we gaan
ervan uit dat de mensen die het informatiepunt bemensen ook actief meedenken om
oplossingen te bedenken en suggesties te geven. Tot slot wil ik opmerken dat we blij zijn met
het feit dat het college het jaar 2000 heeft gezien als een overgangsjaar, want waarschijnlijk
zijn hier en daar toch nog wel wat kleine aanpassingen nodig. We willen u vragen om na dit
jaar de evaluatie in de commissie SAW te bespreken.
Mevrouw VAN WEEZEL
Inderdaad, de herziening van het subsidiebeleid staat al een aantal jaren op de agenda. Ik heb
het eens nagekeken. In juni 1999 was het voor het eerst in de commissie en nu in april is er dus
een definitieve vaststelling van een uitwerknotitie en hebben we alle nota's gehad in het kader
van een nieuw subsidiebeleid. Mevrouw Van Hasselt van de VVD zei dat het naar aanleiding van
de herindeling was. Het was niet alleen de herindeling, het was ook de nieuwe Algemene wet
bestuursrecht en ook het verouderde subsidiebeleid in Breda, die tot een heroverweging en tot
een nieuw subsidiebeleid leidden. Het oude subsidiebeleid was meer gebaseerd op het
subsidiëren van verenigingen en organisaties, en het nieuwe subsidiebeleid, en dat is natuurlijk
dé grote omslag hierin, is gebaseerd op activiteiten. Dat is al eerder gezegd, het vraagt echt om
een omslag in denken. Dat zal niet eenvoudig zijn, maar toch zijn wij als Partij van de Arbeid
een voorstander hiervan. Wij denken dat het een terechte verandering is. Een subsidiebeleid is
een instrument om het gemeentelijk beleid te sturen en in dit geval is welzijnsbeleid van de
gemeente gericht op het welzijn van haar inwoners. Wij denken dat het welzijn van de
inwoners van Breda meer gebaat is bij de activiteiten die verenigingen en organisaties
ondernemen dan bij het bestaan van deze verenigingen en organisaties op zich. In de eerste
nota zijn de hoofdlijnen en de uitgangspunten vastgesteld. Die hebben we reeds vastgesteld,