26 APRIL 2001 114 ook hier in de raad. De uitgangspunten, de zelfredzaamheid, de maatschappelijke participatie en de sociale participatie, zijn steeds overeind gebleven. In deze laatste nota zijn er dus de ontmoetingen bij gekomen. Na de inspraak op deze nota is er toch een aantal aanpassingen gekomen, zonder dat de uitgangspunten onderuit zijn gehaald. Die zijn dus overeind blijven staan. Wij denken dat in de toekomst, als dus de subsidies moeten worden bepaald, er heus nog wel wat hiaten naar boven zullen komen. Dan moet er ook maatwerk mogelijk zijn zonder dat die uitgangspunten onderuit gaan. Uiteraard gaan wij akkoord met deze nota. Mevrouw REMIE-VERWEIJMEREN "Alles heeft zijn Prijs" is de laatste verfijning van de eerdere nota's waarmee wij al hebben ingestemd. En ook met deze laatste nota kunnen wij instemmen. Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK Het spijt me dat ik niet zó kort ben, maar ik zal het ook niet lang maken. Nu het uur U nadert, want zo is het dan toch, spreken veel verenigingen hun zorgen uit over de toekomst. Wij kunnen die zorg begrijpen. Het echte werk moet nu beginnen en het uitvoerende team zal binnen de geest van het vanavond te nemen besluit moeten gaan optreden. Die geest zou ik graag willen kenmerken in termen van duidelijkheid, openheid en eenvoud. De uitgangspunten van de nieuwe verordening die wij ook al in het verleden hebben onderschreven, voldoen daaraan, maar het zal een hele kunst zijn om de uitvoering daarmee in overeenstemming te brengen. In de laatste commissievergadering werd vooral de zorg uitgesproken over de toekomst van verenigingen die slechts een enkele activiteit per jaar kunnen organiseren, zoals koren of toneelclubs, en van die verenigingen die een sterk ontmoetingskarakter hebben. Afbraak van deze activiteiten zou een enorme verarming van het sociale en culturele klimaat in onze stad betekenen. Daarom verwachten wij van uw college dat u nauwlettend de toepassing van de regels volgt. Wanneer mocht blijken dat er veel subsidievragers kopje-onder dreigen te gaan, dan willen wij dat heel graag van u horen, want dan zullen we samen moeten bekijken wat er moet gebeuren. Want het was uiteindelijk geen bezuiniging. De heer JOOSSE Inderdaad is het een belangrijk onderwerp. Daarom toch nog even op dit late tijdstip aandacht daarvoor, alhoewel het natuurlijk wel een verdere uitwerking betreft van reeds eerder ingezet beleid. Voor ons is het nieuwe subsidiebeleid ook steeds bedoeld geweest om te komen tot een herdefiniëring van het beleid gericht op een aantal concrete doelstellingen, die mevrouw Van Weezei ook al eerder heeft genoemd, en op het overgaan tot subsidiëren van activiteiten. Nu het beleid zo geconcretiseerd in regels is vastgelegd en de subsidies moeten worden aangevraagd, komen daarop natuurlijk veel reacties. Deze reacties tasten het wezen van het beleid niet aan, maar hebben al wel geleid tot aanpassingen, en ook voor de toekomst moeten we steeds rekening blijven houden met aanpassingen. Want het beleid moet uiteindelijk ook kunnen werken natuurlijk. De herijking vraagt ook wat van het aanpassingsvermogen van de ontvangers van subsidie. "Subsidiecriteria", en ik citeer hier de heer Schroder, niet meer aanwezig, in de commissie, "zijn nooit afwijzingscriteria maar toekenningscriteria." We hopen dat de subsidierelaties van Breda de uitdaging van het nieuwe beleid ook zullen oppakken. De keuzes die we eerder hebben gemaakt staan voor ons nog steeds recht overeind. Het kan dus ook niet zo zijn dat alles tot op de cent bij het oude blijft. Wel hebben we met elkaar afgesproken om het hele beleid budgettair neutraal te houden. Intussen hebben we ook met elkaar afgesproken dat bij een terugval in inkomsten van meer dan vijftig procent in het eerste jaar, sprake kan zijn van een overgangsregeling. Dat ondersteunen wij. Maar alles bij elkaar blijft voor ons de essentie van het beleid en de nieuwe invulling daarvan overeind staan. Het mag dus niet betekenen dat de aanpassingen uiteindelijk tot een vervlakking van dat beleid aanleiding geven. De gehele aanpak is wat ons betreft tot nu toe heel zorgvuldig geweest. Daarvoor ook, nogmaals, onze complimenten. De VOORZITTER Dank u wel. Verder niemand? Dan is Mijnheer Leunisse? Mijnheer Leunisse, u meldt nog steeds niet van tevoren wanneer u het woord wilt voeren. En u moet mij niet vertellen dat u geen gelegenheid daarvoor had want u was op het stadhuis.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 114