23 MEI 2001 123 problemen wordt geplaatst is het, denk ik, niet zo verstandig om dat als toekomstbeleid te formuleren. Ik denk dat we in het vervolg keurig moeten omgaan met de kostenprijsverhoging. In die zin denk ik niet, en ik heb dat ook in de commissie in de richting van de heer De Roos gezegd, dat alles wat met cultuur en cultuurproducten te maken heeft tegen de laagste prijs moet worden ingevuld. Het is een product en het zal op een aantal punten marktconform moeten worden aangeboden. Voor de mensen die als gevolg daarvan niet kunnen deelnemen aan cultuur zul je voorzieningen moeten creëren. Ik ben ervan overtuigd dat binnen de vier vakdirecties van Cultuur die voorzieningen bijvoorbeeld in relatie tot de Bredapas, maar ook in relatie tot andere voorzieningen ruim voorhanden zijn. Met betrekking tot de opmerking van mevrouw Vossenaar over de extra kosten het volgende. Ik neem aan dat die in de totale prijs van het product van de Artotheek zitten. Ik ga dat nog een keer graag voor u na. Ik heb dus in de richting van GroenLinks duidelijk de discussie gevoerd over de prijzen die je voor cultuur rekent. In de toekomst gaan we de discussie aan over de visie van het college die geformuleerd gaat worden en waarin je cultuur meer als een regiefunctie gaat zien en de producten dan op afstand zet. Maar dat vereist een andere discussie die los van deze taakstelling straks gevoerd gaat worden. Waar de heer De Roos spreekt over cultuurbereik het volgende. Ik heb begrepen, en u heeft de onderliggende stukken gekregen, dat de heer Van der Ploeg met vijf andere doelstellingen werkt dan waarmee deze taakstelling is ingevoerd. Ik denk dat u zich in de communicatie en de wijze waarop wij de projecten in het kader van cultuurbereik gaan invullen kunt vinden en dat u dat niet als een doekje voor het bloeden beschouwt voor de taakstelling die het college nu invult, overigens in overleg met de vakdirecties en naar mijn mening ook in goede communicatie met de stad. De opmerking van de heer Kwisthout neem ik, met alle respect, voor kennisgeving aan. TWEEDE TERMIJN Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK Ik wil de wethouder danken voor zijn antwoord. Met name ook zijn beeld naar de toekomst toe heeft ons ervan overtuigd dat wij op de goede weg zijn. Met grote belangstelling zullen wij uitkijken naar de discussie die dit najaar over de bibliotheken zal worden gevoerd. De wethouder sprak even over marktconforme prijzen voor cultuurproducten. Ik denk dat wij het met hem eens zijn als het voorbehoud wordt gemaakt, en hopelijk heb ik dat goed van hem begrepen, dat er daar waar nodig een vangnet wordt gecreëerd. Mijn opmerking over de tarieven voor diensten ligt, denk ik, in diezelfde richting. Als bedrijven bijvoorbeeld diensten afnemen van de Artotheek moet dat, mijns inziens, op kostendekkende basis gebeuren. Ik heb begrepen dat de wethouder daarop in de commissie nog een keer terugkomt als het zover is. De heer DE ROOS Ik heb twee opmerkingen. Op de eerste plaats wil ik ingaan op de opmerking van de wethouder over het marktconform aanbieden van het product cultuur. De GroenLinks-fractie heeft er erg veel moeite mee om zo tegen cultuur aan te kijken. Het is een voorziening die met gemeenschapsgeld tot stand komt en ook aan de hele gemeenschap ten goede zou moeten komen. Het is ook niet voor niets dat wij een zaak als cultuureducatie ten volle steunen en dat er een zo groot mogelijk cultuurbereik moet worden gerealiseerd. Als je in die termen praat, dan heb je het over iets heel anders dan het marktconform aanbieden van het product cultuur. Het tweede punt betreft de kwestie van het vergroten van het cultuurbereik in relatie tot het rijksbeleid. Ik heb in mijn eerste termijn niet bedoeld te zeggen om dat te presenteren als een soort doekje voor het bloeden met betrekking tot de taakstelling. Ik heb alleen willen zeggen dat de taakstelling eigenlijk haaks staat op het bevorderen van de cultuur in alle lagen van de bevolking en in zo breed mogelijke zin. Om die reden luidt het standpunt van GroenLinks: wij doen niet mee aan de taakstellingen en zijn tegen het verhogen van de tarieven. De heer LEUNISSE De fractie van de Parel van het Zuiden heeft tot tien minuten voor half acht vergaderd. Tijdens die bespreking kwamen er enkele vragen naar voren die reeds in de eerste termijn zijn gesteld. Daarom heb ik die toen niet herhaald. Inmiddels zijn die vragen beantwoord. De wethouder heeft niet de antwoorden gegeven die wij hadden verwacht. Wij kunnen ons uitstekend aansluiten bij de argumenten van GroenLinks en ook onze fractie stemt tegen dit agendapunt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 123