23 MEI 2001 128 naar de toekomst toe, want als wij iets van een burger willen, zal die burger zeggen: akkoord, maar ik wil ook iets van jullie, kunnen wij in die zin iets ritselen? En dat kan nooit de bedoeling zijn. De heer LEUNISSE Het is de wethouder bekend dat wij, als we het over voorbereidingsbesluiten hebben, altijd graag met de wethouder meegaan, op een paar uitzonderingen na. Want als die betrekking hebben op de HSL of op Teteringen dan zijn wij daarin heel voorzichtig, want er staat in die zin erg veel te gebeuren. We hebben nog te maken met een aantal belangrijke problemen die eerst moeten worden opgelost voordat we akkoord kunnen gaan met de voorbereidingsbesluiten. Dat betekent dat wij zowel tegen punt 5 als punt 6 zijn. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Mijns inziens betreft het hier stemverklaringen en oproepen aan de raad. De heer KWISTHOUT Bij interruptie. U bent toch niet van mening dat mijn stellingname alleen als stemverklaring kan worden beschouwd? Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Dan ga ik daarop in. Het volgende wordt gesteld: ik hoop niet dat we zaken doen met burgers van wie wij grond nodig hebben. Ik wijs op zaken die zijn gebeurd in de Adriaan Klaassenstraat, bij NAC en ik wijs op de Steenakkerwoningen. Je zult dus toch dingen moeten doen. Als je als raad iets wilt doen op de eigendommen van een ander, dan gebeurt er wat. Het is niet zo dat je wat met elkaar afhandelt, want we komen er hier op terug en we praten er hier over. In dit geval heeft het ook een relatie met de golfbaan. Voorts moet iedere artikel 19-procedure ook de Provincie passeren. Als er oneigenlijke zaken zouden ontstaan, hetgeen u hier min of meer suggereert, dan zijn wij daar allemaal bij en we bekijken dat. Het betreft hier een verzoek dat in relatie staat tot een andere ontwikkeling en daarom nemen we ook die ontwikkeling mee. Overigens doen wij dat in alle openheid. TWEEDE TERMIJN De heer KWISTHOUT Ik heb niet de suggestie willen wekken dat het oneigenlijk is of dat hier iets gebeurt dat eigenlijk niet zou mogen. Ik heb meer principieel de stelling betrokken dat wij het geen goede zaak vinden dat die twee ontwikkelingen samen worden genomen. Als wij iets willen van een burger ten behoeve van een ontwikkeling op een bepaald gebied, dan moet dat los worden gezien van datgene wat die burger daarvoor in de plaats wil krijgen. De wethouder heeft ons niet kunnen overtuigen. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik wil op het volgende aandringen. Als zaken aan elkaar zijn gerelateerd alleen al doordat het ene grondgebied tegen het andere grondgebied aanligt en je wilt daar iets mee doen, dan kun je dat niet los van elkaar zien. Wel vind ik dat je daarin open moet zijn en dat gebeurt hier ook. Akkoord, met de aantekening dat de fracties van de SP en de Parel van het Zuiden geacht wensen te worden te hebben tegengestemd. 6. VOORBEREIDNGSBELSUIT VOOR HET BUITENGEBIED VAN TETERINGEN. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de Parel van het Zuiden geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 7. BESTEMMINGSPLAN HSL/A16.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 128