23 MEI 2001
148
14. VERORDENING "KINDEROPVANG WIW TEN BEHOEVE VAN KINDEROPVANG EN BUITEN
SCHOOLSE OPVANG ALLEENSTAANDE OUDERS, VERSIE 1 APRIL 2001
De heer LEUNISSE
In principe staat wij heel positief tegenover de verordening kinderopvang ten behoeve van de
kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders. Echter, wij willen een
aantekening hebben dat wij ons grote zorgen maken over de kinderen die 's morgens al om 7
uur worden opgehaald en 's avonds om 8 uur worden teruggebracht. Deze week zijn er veel
bezwaren gekomen tegen de 48/52-regeling. Misschien dat de wethouder daarop kan ingaan.
Wethouder HEERKENS
Er zijn hierover discussies, met name van de zijde van de heer Boer van de Parel van het Zuiden.
Er is een bepaalde visie op hoe je met de kinderopvang omgaat en hoe je daar tegenaan kijkt.
Wij hebben daarover regelmatig discussies en wij komen daarin ook niet verder tot elkaar. Ik
heb wel begrepen dat De Parel tegenover dit punt positief staat. Ik denk dat u met uw betoog
met name doelt op agendapunt 15, want agendapunt 14 is een procedureel voorstel over hoe
wij omgaan met de alleenstaande ouderregeling in relatie tot de verordening WIW. Ik denk dat
uw inhoudelijke opmerkingen hierover niet zouden moeten gaan.
De VOORZITTER
Mijnheer Leunisse, uw opmerkingen hebben dus geen betrekking op agendapunt 14 maar op
agendapunt 15. Gaat u ermee akkoord dat wij ze in die context lezen?
De heer LEUNISSE
Akkoord, voorzitter.
Akkoord.
15. SUBSIDIEREGELING UITBREIDING KINDEROPVANG EN BUITENSCHOOLSE OPVANG BREDA.
16. VOORGENOMEN FUSIE N.V. WATERLEIDINGSMAATSCHAPPIJ OOST BRABANT (WOB) EN N.V.
WATERLEIDINGSMAATSCHAPPIJ NOORD WEST BRABANT TOT BRABANT WATER N.V. EN UIT
BREIDING AANDELENKAPILAAL IN N.V. WNWB.
Akkoord.
17. AUDIT 2000 VAN DE REKENINGCOMMISSIE GEMEENTE BREDA.
De heer DUBBELMAN
De CDA-fractie constateert dat u aan de raad voorstelt om een stapje verder te gaan dan het
advies van de audit rekeningcommissie. Het advies van de audit rekeningcommissie was
nadrukkelijk aanbeveling 1, inhoudende dat het uitbesteden geen hapsnap beleid mag zijn
maar moet stoelen op een organisatiebrede visie, en aanbeveling 2, inhoudende het opstellen
van een afwegingskader om een en ander te beoordelen. De audit rekeningcommissie wilde
eigenlijk eerst deze twee aanbevelingen verder uitwerken alvorens verder wordt gegaan met de
overige aanbevelingen. Het college stelt voor om toch alvast te beginnen met de invulling van
die andere vijf aanbevelingen. In de fractie hebben we daarover nog eens nagedacht en het is
ook in de commissie Middelen aan de orde geweest. Wij kunnen uiteindelijk instemmen met de
voortvarende houding van het college, waarbij wij wel nadrukkelijk aantekenen dat het gaat
om pilots en dat beoordeeld moet worden of die pilots slagen. Bij die beoordeling is, naar de
mening van de CDA-fractie, de gemeenteraad hét beoordelingsorgaan. Bij de voortgang zal de
audit rekeningcommissie niet alleen als klankbord moeten fungeren, een klankbord is toch: we
koppelen terug en verder klankborden wij, maar nadrukkelijk ook een adviserende rol moeten
hebben voor de gemeenteraad ten behoeve van de uiteindelijke slotbeoordeling over die pilots.
Voorzitter, als het concreet om de vier pilots gaat wil ik u namens de CDA-fractie melden dat wij
van oordeel zijn dat de politieke regie ten aanzien van de pilots Grondbedrijf en Parkeerbedrijf
door de gemeenteraad niet uit handen mag worden gegeven. Voor de vele belangrijke
infrastructurele projecten zijn dit buitengewoon belangrijke instrumenten waarmee de markt