25 JANUARI 2001 15 gebruikt. Aantrekken milieuvriendelijke bedrijvigheid? Nooit iets van gehoord. Bedrijfsinterne milieuzorg? Veel over gepraat, want daar zou de winst te behalen zijn, zei voormalig directeur Zonderland. We hebben er helaas weinig of niets meer van gehoord. Te zelfder tijd deze week heeft de VN-commissie, die gaat over het klimaat, gezegd: de auto is een van de grootste veroorzakers van alle milieuschade die onder andere de stijging van de zeespiegel veroorzaakt. Wat doen wij in Breda hieraan? Niets. Het is maar een voorbeeld als je het hebt over externe integratie van het milieubeleid. Je zou dat dus ook moeten terugzien in onderwerpen als mobiliteit, weliswaar een andere portefeuille, maar bij externe integratie is het milieubeleid geïntegreerd in alle onderdelen en daar zien wij nooit iets van. Het moge duidelijk zijn dat wij tegen dit voorstel zijn. Wethouder HEERKENS Ik heb de heer Scheltens laten uitpraten, maar ik voelde mezelf in ieder geval ook aangesproken. Ik kan u verzekeren dat er in het college niet alleen door de heer De Werd maar door alle portefeuillehouders over milieubeleid wordt gesproken en zeker ook over die van RO, want anders lijkt het er straks op alsof dat een soort competitie is. Er wordt steeds afgewogen. Uw mening werp ik verre van me. Ik herken daarin in ieder geval helemaal niets. Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK Het ligt niet in onze aard om zwart-wit te redeneren en dat zullen wij nu ook niet doen. Los van het feit, en dat wil ik toch ook even opmerken, dat het betreffende stuk zeer leesbaar was en dat waarderen wij altijd zeer, blijft onze inhoudelijke reactie, zoals wij die ook uitvoerig in de commissie aan de orde hebben gesteld, in mineur. Ik wil me beperken tot de allerbelangrijkste opmerking die toen is gemaakt: wat schort er naar ons gevoel aan dit Milieuprogramma? Spirit, bezieling en enthousiasme, of hoe u dat verder ook wilt noemen. In de commissie zijn heel wat aanmoedigingen en suggesties van diverse kanten in de richting van de wethouder en zijn staf gegaan. Wij hopen, en wij vertrouwen daar ook op, dat de wethouder en het college deze aanmoedigingen ook ter hand nemen en wij verwachten eigenlijk dat wij volgend jaar een Milieuplan krijgen dat, zoals wij ook in de commissie hebben gezegd, bruist als een glas champagne. En hiermee wil ik het nu even afsluiten. De heer DE ROOS Bij interruptie. Ik heb een vraag in de richting van Breda '97. Ik begrijp dat u dit programma wel onderschrijft en dat u niet zult tegenstemmen. Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK Mijn reactie daarop kan uiteraard zijn dat wij niet tegen dit Milieuprogramma stemmen. Waarom niet? Tegenstemmen kan een symbolische waarde hebben, het is ieders goed recht om dat zo op te pakken, wij zien dat niet zo. Wij zien in dit Milieuprogramma de stap die nu noodzakelijkerwijs moet worden gemaakt. Vervolgens liggen er een aantal voorwaarden voor het Milieuprogramma voor volgend jaar die wij dan op hun miritus zullen bekijken met de eventuele consequenties. De heer DE ROOS U neemt dus de verantwoordelijkheid voor dit Milieuprogramma 2001 en met u uw fractie. Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK Ik denk dat mijn antwoord vrij duidelijk was, mijnheer De Roos. De heer JOOSSE De zeer dramatische houding die de GroenLinks-fractie aanneemt zowel in woord als gebaar ontneemt in feite ieder zicht aan datgene waar het hier feitelijk om gaat. Dat is erg jammer. Daarom valt ook niet goed met de GroenLinks-fractie opnieuw te discussiëren over dit plan. Die kans ontnemen zij ons op die manier. Ik wil even terugkomen op datgene wat wij in de commissie hebben gezegd en misschien nog hier en daar een woord daaraan toevoegen. Het Milieuprogramma 2001 dat voor ons ligt is eigenlijk het tweede overgangsjaar. Op zich is dat jammer, maar we hebben al eerder met elkaar kunnen constateren toen we het over de milieuvisie hadden dat dat niet anders kon. Op zich was dat niet het punt waarin wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 15