29 MEI 2001 163 Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Natuurlijk. Dit zijn projecten, en ik zei er niet voor niets bij dat het integrale projecten zijn. Het zijn strategische projecten en het zijn langdurige projecten. Ik bedoel, de dynamiek waarover u spreekt spoort alleen maar aan, want het is natuurlijk zo dat je zou willen dat je daar maar eens het eerste zichtbare van zou kunnen zien. Ik wijs erop dat wij nog het voordeel hebben dat hier over vijf jaar een station moet staan. Als ik kijk naar de steden in den lande die al 20 jaar daarmee bezig zijn dan krijg ik het ook benauwd. Voor onze HOV was uitgerekend dat het minstens 15 jaar zou duren, gerekend vanaf de dag dat we daaraan zouden beginnen. Door al deze ontwikkelingen komt die er eerder, maar 15 jaar is een niet te overziene periode. Dat zijn bijna vier raadsperioden, dat overleef je niet. De heer SCHRODER Bij interruptie. De betrekkelijkheid van ons bestaan als raadslid in deze periode zien wij zelf ook wel. Maar wil de wethouder nou eens aangeven op welke wijze wij bij dit soort concrete projecten, weliswaar infrastructureel grote projecten, ook op de lange termijn betrokken zullen worden in besluitvormende zin? En niet in opiniërende of informerende zin want daar kopen we weinig voor. Voorlopig zijn wij vandaag nog het hoogste orgaan, volgend jaar zijn wij controlerend orgaan en dan zullen we ook in die zin een zekere mate van betrokkenheid moeten hebben. Dat is iets anders dan elkaar alleen maar informeren. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ja, daarvan ben ik buitengewoon op de hoogte, maar ik denk datje pas kunt besluiten als je de juiste informatie hebt gehad. Het bij een langdurig traject met elkaar aan de hand lopen kan heel vervelend zijn. Ik denk ook weleens: zet nou maar een punt en ga daar beginnen. Maar dat zijn we niet genaderd, ik kan dat niet forceren. Wij hebben vele discussies te voeren in deze raad. Het zijn niet alledaagse projecten, het zijn heel langdurige projecten, waar je de strategie moet uitzetten. Aangezien we met andere partners zitten kan ik niet aankomen met het punt dat er raadsleden zijn die het te lang vinden duren, ledereen weet dat het lang duurt en dat we daarmee bezig zijn. Dus ik geef u daarop geen antwoord in de zin van: volgende maand doen wij dat. De heer SCHRODER U kunt bijvoorbeeld stellen, als de raad bereid is om u die opdracht te geven, dat u ten aanzien van de spoorzoneontwikkeling leefbaarheid en milieu als randvoorwaarden in uw onderhandeling meeneemt. Als u zegt dat u achteraf wel zult zien of dat eruit komt, dan is dat een hele andere insteek. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX De milieuaspecten heeft u meegegeven, zelfs in het plan van eisen: er moet worden gekeken naar de leefbaarheid om de trajecten te doen. Dat bedoel ik nou juist. U onderschat zichzelf en u heeft wellicht niet meer in de gaten wat voor belangrijke dingen u heeft gezegd. De leefbaarheid moet worden gemeten, de milieuaspecten zitten daarin. Als dat niet alleen in Breda maar in alle steden een groot probleem is, dan is Breda morgen niet als eerste daaruit. Dat mag toch ook duidelijk zijn? De heer SCHRODER Wat voor u leefbaarheid en milieu is, is voor ons waarschijnlijk iets anders. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Neen, daarover moeten we het dus hebben. De heer SCHRODER U zult het waarschijnlijk hebben over zoveel mogelijk auto's onder de grond en mijn fractie heeft het dan over zoveel mogelijk auto's uit de directe binnenstad Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik poog te antwoorden en zeg dat dit een probleem is dat in vele steden leeft. Als dat daar problemen oplevert dan is dat in Breda dus ook het geval. We moeten met het Rijk, de Provincie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 163