29 MEI 2001 192 verschilt van die van GroenLinks. Dat is alleen maar goed, denk ik, zo valt er straks ook in het linkse kamp nog iets te kiezen. Wat betreft de beantwoording van de wethouders in de eerste termijn het volgende. Allereerst wethouder Van Os. Toen ik stelde dat het college twee termijnen over zijn graf heen regeert, had ik het daarbij voornamelijk over het onttrekken op termijn aan de exploitatie van het Grondbedrijf van 85 miljoen op grond van een te verwachten positief resultaat. Ik beschouw dat toch niet meer als een doorkijkje naar de toekomst, want misschien is het Grondbedrijf of de grond in 2008 wel genationaliseerd, weet u veel, en dan zit u met een begrote investering Wethouder VAN OS U blijft optimistisch op dat terrein. De heer KWISTHOUT Het gaat ons toch iets te ver om tot 2009 een dergelijke investering nu al in te begroten. Richting wethouder Oomen. Wat betreft de logica die hij tentoonspreidt bij park en pendel als hij stelt dat dit in de burgerenquête niet wordt genoemd bij de belangrijkste wensen van de burgers, dus dat zij daarop niet zitten te wachten, denk ik dat de Griekse wijsgeren het met die logica niet helemaal eens zouden zijn, want op dezelfde manier kan ik constateren van onderwerpen die in de Kadernota worden aangestipt dat meer dan de helft niet bij de top-5 van de meest gewenste ontwikkelingen staat, dus dat de burgers ook niet op de Kadernota zitten te wachten. Dat is een vorm van logica die niet helemaal klopt. Wethouder OOMEN Maar logica is een moeilijk vak en u bent nog jong. De heer KWISTHOUT Richting wethouder Heerkens. Over het woonlastenfonds zal de SP-fractie uiteraard positief kritisch meedenken en haar visie daarop geven. Ik wil ook wel verwijzen naar de opmerkingen van mevrouw Van Beusekom die stelde dat je kwalitatief goede woningen ook bereikbaar moet maken voor de doelgroep met een smalle beurs. Een woonlastenfonds zou een richting daarin kunnen zijn. Ik draag het maar aan. Wat betreft de nachtopvang stelt de wethouder dat we met de nieuwe opvang zitten op 22 24 plaatsen voor de nacht. In nood kan dat uitgroeien tot 30 en ook de andere instellingen kunnen dan wat opvangen, maar het moet dan wel om een crisissituatie gaan. Ik vraag me af wat een crisissituatie is. Is dat wanneer het vriest, is dat wanneer het 10 graden vriest? Wat is een crisissituatie die ieder jaar voorkomt? Ik kan me bij een crisis voorstellen, als je twee panden hebt en er brandt er een af, dat er dan noodopvang moet zijn, maar dit is geen crisissituatie. Wethouder HEERKENS Om alle misverstanden weg te nemen: in het geval van bepaalde temperaturen bestaan daarover in het veld sowieso goede afspraken, dat werkt al heel lang zo in Breda. Wat ik u heb willen aangeven is dat ik, daar waar u spreekt over 100 plaatsen, dat wat overdreven vond en dat ik van deskundigen heb gehoord dat, als wij toekomen aan gemiddeld 22 tot 24 plaatsen, wij dan voorlopig voor de doelgroep ruimschoots voldoende hebben. Dat heb ik ermee willen aangeven. Over crisissituaties bestaan in Breda al jaren afspraken. De heer KWISTHOUT Wat het cijfer betreft, ons cijfer komt van ervaringsdeskundigen en ook uit het veld. Het is lastig om hierover te discussiëren maar ik denk dat we toch met grote tekorten zitten, dat we met die 22 a 24 plaatsen niet veel opschieten en dat het probleem daarmee niet is opgelost. Wethouder HEERKENS Als u kijkt naar wat er in 2000 aan overnachtingen heeft plaatsgevonden, dan blijkt dat een gemiddelde bezetting van 12 bedden voldoende is geweest. De discussie is gegaan over de professionalisering, vervolgens kon er in de nachtopvang bij die professionalisering uitgebreid worden naar 18 bedden, en wij gaan nu naar 22 tot 24 bedden. Dus cijfers geven dat gewoon aan. Niet alle daklozen of thuislozen komen naar die nachtopvang, ze gaan ook naar andere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 192