29 MEI 2001 196 De heer LEUNISSE Als u hier elke dag op het Stadserf komt en u bent bij elke vergadering aanwezig, u bent bij elke ontmoeting en uitnodiging, en wat de burgers ook vragen, aanwezig, dan heeft u dat allemaal kunnen horen, maar ik heb u laatst daar niet mogen ontmoeten. Dus ook met uw campagne zult u dat, denk ik, niet meer kunnen inhalen. Als u mij toestaat, voorzitter, dan De VOORZITTER Hoe lang duurt het nog? De heer LEUNISSE Ik denk tweeënhalve minuut, voorzitter, of neen, niet eens. De VOORZITTER Snel dan. De heer LEUNISSE Als enige partij zijn wij ingegaan op het belang van een goede burgemeester in onze stad. De andere partijen vinden de rol van de burgemeester blijkbaar te onbelangrijk om over te praten. Daarover zijn wij het niet met ze eens, wij vinden een burgemeester het gezicht van de stad. Daarom zou zijn of haar functioneren als zodanig ook onderwerp van deze Kadernota moeten zijn, want deze Kadernota sluit de afgelopen regeerperiode van dit college en deze collegepartijen af, maar toevallig ook de eerste zes jaar van deze burgemeester. En dan kom ik even terug op wat ik net zei, u had het over vijf jaar maar u bent hier nu zes jaar, dus als u even terugtelt dan geloof ik dat we elkaar kunnen vinden, namelijk in januari 2002. Ik heb u nog zelf begroet in Middelburg, dat ligt me nog vers in het geheugen. De VOORZITTER Met veel genoegen, heb ik toen ervaren. De heer LEUNISSE Fijn. Aan het eind van zo'n regeerperiode worden de politieke partijen De VOORZITTER Uwerzijds, hoor. Het genoegen was uwerzijds. De heer LEUNISSE Prima, dat is voor uw rekening natuurlijk. Aan het eind van zo'n regeerperiode worden de politieke partijen, zoals dat gebruikelijk is in een democratie, door de kiezers afgerekend op hun beleid. Dat is hun goed recht. Aan de andere kant kun je ook stellen dat de politieke partijen ook recht hebben op zo'n oordeel. Ze weten dan of ze het goed of slecht hebben gedaan en kunnen hun beleid daarop afstemmen. Maar wie geeft nou een oordeel over de burgemeester? Wie bepaalt of zijn beleid over voor de burgers zo belangrijke zaken als veiligheid en daarmee de leefbaarheid in de stad goed is geweest? Ook de burgemeester heeft recht op zo'n oordeel. Daarom lijkt het ons een goede zaak, en misschien is dit wel het begin van een trend, om bij de Kadernota aan het eind van de regeerperiode een oordeel te geven over het functioneren van de burgemeester. Maar wie moet dat doen? Bij calamiteiten zoals in Groningen, Enschede, Volendam en Den Bosch bepaalt de gemeenteraad uiteindelijk of de burgemeester het goed heeft gedaan. Daarom lijkt het ons ook juridisch juist dat de gemeenteraad een oordeel geeft, ook zonder een calamiteit. Bovendien zou zo'n oordeel betekenen dat de gemeenteraad de burgemeester al of niet een soort decharge verleent en de verantwoordelijkheid van zijn beleid tegenover de kiezers overneemt. Vandaar dat wij een motie hebben gemaakt, waarbij wij het oordeel vragen over het functioneren van burgemeester Rutten. En omdat de gemeenteraad volgens de wet alleen bestaat uit individuele raadsleden vragen wij hun om in een hoofdelijke stemming dit oordeel te geven. In eerste instantie dachten wij daarbij aan een cijfer van 1 tot en met 10, maar dit leek ons te schools, zodat wij voorstellen dat te doen met de tekst: 'goed', 'voldoende' of 'onvoldoende'. Hierbij dien ik de motie in.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 196